Dat komt vooral tot uiting in een gewijzigde positie van de geodesie, die nu wordt behandeld in het meer algemene kader van de verzame- ling van gegevens voor de kaarten. In het eerste hoofdstuk worden definities van kaart en kartografie behandeld, de kartografische informatie-overdracht beschreven en indelingen van kaarten gegeven. Aan het tweede hoofdstuk dat in de vorige editie de geodetische basis en de topografische opname behan- delde, is nu ook een nieuw gedeelte over de opname van thematische gegevens toegevoegd. Hierin komen ook de interpretatie van satelliet- beelden en van statistieken en de opname van geografische namen aan de orde. Het derde hoofdstuk, over projecties, is grotendeels ongewijzigd gebleven. Nieuw is hier alleen de behandeling van de bewust vertekende afbeeldingsme- thoden welke o. a. voor stadsplat- tegronden worden gebruikt en van de met Computers mogelijke trans- formaties van het graadnet. Het Vierde hoofdstuk behandelt de ken merken en middelen van de karto grafische vormgeving. Er wordt besproken hoe men informatie moet analyseren, en welke grafi- fische variabelen het meest ge- schikt zijn voor de weergave van kenmerken van objecten. De in de vorige editie al uitstekende behan deling van de generalisering is hier nog verder uitgebreid met duidelij- ke Schema's. Hoofdstuk 5 beschrijft topografische kaarten naar hun inhoud, reliefweergave en rand- informatie, en behandelt duitstalige en mondiale kaartseries. Het boek wordt besloten met 16 pagina's literatuuropgave en een uitgebreid register van namen en behandelde onderwerpen. De literatuur is recent, representatief en duits. Maar dat wordt ook gezögd, nl. dat het zwaartepunt ligt op gemakkelijk toegankelijke duitstalige literatuur en dat alleen voor zieh snel ontwik- kelende deelgebieden niet-duitstali- ge literatuur wordt opgegeven. Het tweede deel, dat waarschijnlijk in 1983 zal uitkomen, behandelt de thematische kartografie, de redac- tie van kaarten en atlassen, het kaartgebruik en de reproduetie- techniek, de inbreng van de Compu ter en tenslotte de geschiedenis van de kartografie. Bekijkt men de ontwikkeling van beide deeltjes door opeenvolgende edities te vergelijken, dan blijkt de sterke geodetisch-mathemati- sche orientatie allengs wat terug te treden ten gunste van wat in Neder- land meer als het kemgebied van de kartografie wordt beschouwd, namelijk de kartografische vorm geving. Op een paar detailpunten kan men kritiek hebben: alleen de weten- schapsopvattingen uit Duitsland/ Oostenrijk komen aan de orde; dat men in de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie andere voorstellingen van de kartografische wetenschap heeft, wordt niet vermeld. En het is beslist een misser dat bij de bespreking van het begrip 'kaart' niet ook de opvattingen neergelegd in Robinson's Nature of Maps aan de orde komen. Daar Staat een veelvoud van knap uitgevoerde compacte lijnillustraties tegenover. Ze zijn altijd het kenmerk van de Göschen-reeks geweest, al treft men deze stijl van illustraties nu ook veel in oost-europese publica- ties aan. Tenslotte is, vergeleken met de vorige editie, de lay-out van de tekst nog verbeterd zodat de para- graaftitels beter uitkomen. Met de körte en heldere definities (geen ellenlange duitse zinnen!) is dat waarschijnlijk het beste kenmerk van dit boek: de duidelijke presen- tatie. F. J. Ormeling SATELLIETBEELDKAART VAN NEDERLAND. Den Bosch, Malm berg, 1981. Prijsf40,-. De uitgeverij Malmberg zorgde onlangs met de 'Satellietbeeldkaart van Nederland' voor een primeur op de vaderlandse leermiddelen- markt. Het betreft een 97 x 138 cm meten de montage van vier opnamen, die LANDSAT 2 op 1 en 2 november 1980 maakte van een hoogte van 920 km; de schaal is 1:275. 000. De montage is knap uitgevoerd; störend zijn alleen enige kleurver- schillen längs den van de 'naden', te zien in o. a. Friesland en Flevo- land. In het begeleidende boekje "Geografie per satelliet" worden deze toegeschreven aan de ver- schillende weersomstandigheden op de twee opnamedagen. De titel van de kaart doet enigszins tweeslachtig aan. Een satelliet- beeld is immers meer als een foto te beschouwen dan als een kaart (ook al is het geen foto in de tradi- tionele zin, maar - zoals in de toelichting omstandig wordt uitge- legd - een interpretatie van 19 miljoen 'picture elements' of 'pixels'). Ook de kartografische elementen die Malmberg op en rond de kaart heeft aangebracht, zoals een witte lijn längs de grens van Nederland, enkele op het oog volstrekt willekeurig gekozen en in minuscule lettertjes gedrukte plaatsnamen, een noordpijl en een legenda, maken van dit produkt geen kaart. Het kan naar onze me- ning ook nimmer de wandkaart vervangen, maar biedt vele moge- lijkheden bij vergelijking met een wandkaart (het toeval wil dat een collega-uitgeverij in het noorden des lands onlangs een nieuwe overzichts-wandkaart van Neder land op precies dezelfde schaal uitbracht!). En als men dan de satellietbeeld kaart (SBK) naast een 'normale' wandkaart hangt, zal onmiddellijk het störende feit worden opgemerkt dat op de SBK Nederland 'scheef' staat afgebeeld, het noorden is niet recht boven. De reden voor het kiezen van deze stand blijft onduidelijk. De grenzen van Neder land liggen op de SBK niet, zoals bij de meeste wandkaarten, tegen de kaartrand; er is in het zuiden en oosten een flinke strook buiten- land meegenomen. Dat betekent dat bij een lichte draaiing van het beeld tot in de gebruikelijke N-Z- stand geen enkel probleem zou ont- staan met betrekking tot de af- beelding van Nederland. De kleuren van de kaart zijn aan- merkelijk fraaier en vooral meer natuurgetrouw dan op de gebruike lijke in rood en blauw uitgevoerde satellietbeelden. Bos is donker- groen, weiland lichtgroen, braak- liggende akkers (het beeld is van november!) bruin en water blauw. De enige kritiek in dit opzicht geldt het feit dat de kleuren wat hard zijn (vooral de grote blauwe vlak- ken), zodat als geheel een minder oogstrelend produkt is ontstaan dan bijvoorbeeld het geval is bij de door Westermann uitgegeven satel- lietkaart van de Bondsrepubliek. En er blijven altijd interpretatie- problemen ten aanzien van sommi- ge kleuren bestaan. Vooral voor ongeoefende waamemers zoals middelbare scholieren zal het moei- lijk te begrijpen zijn waarom ste- 48 KT 1982. VIII. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1982 | | pagina 50