Teilcetis Hierin wordt weer onderscheid gemaakt tussen Steden (civitatis), dorpen (pagi)belangrijke kasteien (arces notavi) en kloosters (monasteria). De zeventiende eeuw betekende ook voor het vervaar- digen van kaarten een Gouden Eeuw, waarin het karto- grafische ambacht zieh tot een wetenschappelijk bedrijf ontplooide. Een eerste aanzet werd gegeven door de verrassend nauwkeurig uitgevoerde kaarten van de hoogheemraadschappen. In dit verband moet in de eerste plaats Floris Balthasars van Berckenrode worden vermeld. Hij is de maker van de tussen 1611 en 1615 versehenen kaarten van Delfland, Schieland en Rijnland, in feite de eerste grootschalige topogra- fische kaarten (ca. 1:30. 000), die het grootste gedeel- te van Holland tussen Maas en IJ omvatten (3). Ondanks de op deze meerbladige waterschapskaarten getoonde uniformiteit in de topografische afbeelding, die reeds een verrassend evenwichtige moderne benadering toont, zijn er geen legenda's van de gebruikte grafi sche Symbolen. Wel wordt op de kaart van Schieland een toelichting over de op de kaart gebruikte kleuren gegeven: terwijl de grenzen van Schieland met geel worden aangeduid, zijn die van Delfland en Rijnland in groen respektievelijk rood ingekleurd 'tot ont- deckinghe van alle deghene die gheleghen is'. De tekst vermeldt verder dat de dijken en kaden bruin en de wateren blauw zijn ingekleurd. Op de kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland wordt in een tekst aan de benedenrand onder andere opgemerkt dat zeer nauwkeurig alle 'Wegen, Kaden, Water-keeringen, Vaerten, Wateringen, Vlieten, Sluysen, Polderen ende Molens' zijn afgebeeld. Elke provincie wenste zijn gebied zo nauwkeurig mo- gelijk in kaart te brengen en reeds in de eerste helft van de 17e eeuw beschikte elk gewest over nieuwe kaarten om de oude van Van Deventer te vervangen. Als voorbeelden noem ik Coloms kaart van Holland in 40 bladen; Visschers kaart van Zeeland; Pijnackers kaart van Drente en Ten Have's kaart van Overijssel. Echter, betreffende de ontwikkeling van de kaartlegen- da's vormen deze kaarten geen vooruitgang. Zo ver- toont de Colom-kaart van Holland uit 1639 geen enkele legenda met Symbolen. De kaarten van Drente en Overijssel tonen dezelfde Symbolen die we al bij Van Deventer hebben leren kennen. Een stap verder in de ontwikkeling van legenda's betekende het kartografische werk van Bemardus Schotanus Sterringa. Zijn 'Uitbeeldinge der Heerlijk- heid Friesland' (le editie 1698), een atlas met o. a. kaarten van de dertig grietenijen vormt een hoogtepunt in de gewestelijke kartering van het Noorden en wordt tot een van de beste prestaties uit die tijd gerekend (4). Schotanus verplichtte zieh in 1682 aan de Gedepu- teerde Staten van Friesland om van elke grietenij een kaart te maken, waarin het volgende afgemeten en afgetekend werd: 1. Alle dorpen in haar fatsoen met de parochijkercken, kerckbuijren soo alse leggen, soo verre het papier to laet op hare distantien. 2. Van geiijcken alsoo alle de gewesen Cloosters met hare onderhorige plaetsen. 3. Alle adelijeke huisen, eigenerffde Staten, Stem- dragende plaetsen, hoffsteden, met hare plantagien op hare distantien en fatsoen. 4 Insgelijx alle naem dragende huisen, herbergen, tolhuisen. 5. De dichte ende verstroijde buijrten mede op hare distantien en fatsoen. 6. De vemietichde adelijeke huisen, stemmende stellen, wieren, aengeteikent op hare distantien. 7. De water windmolens, schansen, zoo gewesene als noch in Weesen, onder hare teickenties aen- gewezen. 8. Alle vogelkoijen ende hurden op hare plaetsen. 9. Alle verstreckingen, kromten, onttreckingen ende racken, ende bochten soo van gemene als dorps ende buyrtvaerten ende opvaerten. 10. Alle dijcken, rijdwegen, miedwegen, kromten en bochten, op hare lengten en plaetsen. 11. Aller meiren en poelen grootte den fatsoen, als oock der Riedtmeiren, eylandekens, marassen, veenen, bochten en cromten. 12. Alle tillen, bruggen, sluijsen ende zijlen op hare plaetsen. 13. De oude vaerten ende wegen voor soo verre men deselve kan naspeuren, mede de flauties aengewe- zen tot verclaringe van de Vriesche historie. 14. En ten laesten een correcte limijtscheidinge van ijder Grietenie. Ten tweden zullen op de cant van de kaerten gestelt worden: 1. De wapens van ijder Grietenie met hare coleuren en verwen. 2. Een Compartiment, waer in de naem van den Heer Grietman als Hooft Officier der Grietenie etc. 3. Een tafereel met de beduidinge der teikenties in de caert gestelt. 4. Een correcte scala van roeden, uiren gaens en mijlen. Ten darden, een corte beschrij vinge van ijder der Grietenie onder yder kaert. In de legenda's zijn veel meer grafische Symbolen op- genomen dan tot nu toe het geval was. Op de kaart h t Dörpen Gr-enez*vt der (rrreteent £e»>ee/en XUae/ierj Jhefrte Huirten t a yer/trjoyde Bturtea .-iJeh'Jt Staaten a „■ian/ienfvJie Steden i°.' Stentdrjyende J'Iaateen o fiuidere Jitysen Wieren en yesleyte Wieren aftcj'erntetüjife £Je/en Staten- Stemmende Steden y'ayel/Ceerejt',.. Windffa/eas Jtejict Werien- /iaIA Crcns Fig. 2. Legenda in B. Schotanusf 'Uitbeelding der Heer- lijkheit Frieslandf (2e ed. 1718), kaart 'Leeuwe dera Deel' (Geografisch Instituut, Utrecht) 20 KT 1983. IX. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 22