het ervaren van waarheden die onomstotelijk vast staan en zelfs universeel zijn. Het grafisch systeem is een gesloten systeem van lo- gica, vergelijkbaar met de wiskunde. De wiskunde gaat uit van axioma's; de grafische beeldtaal is geba- seerd op een aantal visuele waamemingservaringen. De relatie tussen werkelijkheid en grafische voorstel- ling komt rechtstreeks tot uitdrukking in de grafische ratio's. 1. Plaats: de hier-daar ratio. Van de punten op deze afbeelding kan men zeggen: Fig. 1. Dit is hier, dat is daar, Wat hier is, kan niet daar zijn. Hier is iets, daar is niets. Waar iets is, kan niet niets zijn. Wanneer de plaatsbepaling is gerelateerd aan de geo- grafische werkelijkheid (d. m. v. projektie) ontstaat een identiek distributie-patroon. Wat betreft het aan tal punten: deze worden min of meer subjektief gese- lekteerd. Het kunnen ook lijnen of vlakken zijn. 2. Tijd: deze ratio kan slechts ten dele grafisch worden vertaald: een tijdstip of een periode. Tijd dient altijd te worden vastgelegd en vermeld. 3. Kwaliteit: de gelijk-verschillend ratio. Van deze afbeelding kan men zeggen: Fig. 2. Dit is gelijk aan dat. Dat verschilt met dit. Wat gelijk is kan niet verschallend zijn. Wat verschilt kan niet gelijk zijn. Met deze ratio kan men ook groepen vormen van aan elkaar verwante dingen. 4. Kwantiteit: de meer-minder ratio. Van deze afbeelding kan men zeggen: Fig. 3. Hier is meer dan daar. Daar is minder dan hier. Waar meer is kan niet minder zijn. of: Hier is 12x zoveel als daar. Waar 12 is kan niet 9 zijn. Deze absolute weergave van kwantiteiten kan ook in relatieve zin worden vorm gegeven, waardoor een ordening (groepering) naar belangrijkheid plaatsvindt. Fig. 4. Dit is belangrijker dan dat. Dat is van minder belang dan dit. Wat belangrijker is kan niet van minder belang zijn. De abstracte informatie die men via grafische waar- nemingservaringen tot zieh neemt is universeel in tijd en plaats. Wanneer een van de ratio's foutief wordt overgebracht zal een vervormd begrip ontstaan van de relatie werkelijkheid-legenda-kaart. Daarom moeten we inzicht hebben hoe het grafisch systeem werkt. Dit systeem is beschreven door prof. J. Bertin (2) en is schematisch weergegeven in tabel 1. Het zou in dit bestek te ver voeren er uitvoerig op in te gaan. Slechts die aspekten die van direkt belang zijn met betrekking tot titel en legenda zullen verder worden besproken. In afwijking van Bertin is aan de grafische middelen een Vierde toegevoegd: tekst. Men zou tekst ook kun nen onderbrengen als implantatie-vorm (3), maar gezien het belang en de geheel eigen karakteristiek (typografische wetten) heb ik er hier de voorkeur aan gegeven tekst als afzonderlijk grafisch middel te be- schouwen (implantatie is de elementaire verschijnings- vorm van een grafisch element: punt, lijn of gebied). KT 1983. IX. 1 41

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 43