SEMIOLOGIE VAN DE GRAFISCHE KONSTRUKTIE
Informatie
Grafische Middelen
Regels van het grafisch systeem
doel: Grafisch beeld
gebaseerd op:
I Analyse
a. invariant
(titel legenda)
b. komponenten
(aantal, lengte, volgorde)
II Aard van de oorspronkelijke
informatie
I Gebruik van de 2 dimensies
(Impositie)
a.
plaats
b.
tijd
c.
kwaliteit
d.
kwantiteit
e.
orde
diagram
(-net
net
kaart
v symbool
II Elementaire verschijnings-
vorm (Implantatie):
a. punt
b. lijn
c. gebied
IV Tekst:
a.
elementair
(titel legenda)
b. toelichtend
I Leesproces:
a. externe identifikatie
b. interne identifikatie
c waameming oorspronkelijke
betrekkingen
II Type van vragen:
III Variabelen van de 3e
dimensie (Elevatie):
a. grootte - kwantiteit, orde
b. grijswaarde - orde
c. grein - orde (volgorde)
d. kleur - kwaliteit
e. orientatie - kwaliteit
f. vorm - kwaliteit
a. elementair begrip
(enkele piek)
b. midden begrip
(groter gebied)
c. hoogste begrip)
(totaalbeeld)
III Funktie: (gebruik)
a. vastleggen
b. mededelen
c. bewerken
ONTWERP
a. Grafische konstruktie (theoretisch deel)
b. Grafische vormgeving (kreatieve deel)
c. Produktie/Reproduktie (praktische deel); uitvoering van het ontwerp
Tabel 1.
Ontwerp van legenda en titel
Het waamemen en begrijpen van de oorspronkelijke
betrekkingen gaat gepaard aan een leesproces, waar-
bij externe en interne identifikatie een rol speien (2).
a. Externe identifikatie is het geestelijk konkretise-
ren van de invariant en de komponenten. Met het
lezen van de (komplete) titelbeschrijving, onafhan-
kelijk van de grafische voorstelling, wordt duide-
lijk wat aan tekeninginhoud kan worden verwacht
door middel van woorden.
b. Interne identifikatie is het in de tekening konkreti-
seren van de visuele variabelen. Met het waarne-
men van de legenda-Symbolen in samenhang met
het grafische beeld wordt inzicht verkregen hoe de
ruimtelijke patronen vorm hebben gekregen.
42
KT 1983. IX. 1