Fig. 6. Aantal jaarlijkse ongevallen per 1000
(uit: Graphische Semioiogie)
In het eerste kaartje van figuur 6 is de oorspronkelijke
relatie verkeerd geordend: het hoogste aantal ongeval
len kreeg namelijk niet de tint met de hoogste grijs-
waarde. Pas in het tweede kaartje wordt zichtbaar in
welke orde de ongevallen zieh in werkelijkheid voor-
doen. Beide eerste kaartjes van de figuren 5 en 6
verstrekken in de legenda op zichzelf korrekte infor-
matie, maar de grafische beeiden falen in het juist
weergeven van de oorspronkelijke betrekkingen.
Een ander voorbeeld: In een kaart met proportionele
cirkeldiagrammen werden de cirkels verschoven uit
het optische midden van de administratieve eenheden,
teneinde alle cirkels zoveel als mogelijk vrij van el-
kaar in de ruimte te zetten. De oorspronkelijke ver-
spreiding is nu verstoord. De densiteit van het waar
te nemen distributiepatroon is in werkelijkheid dichter,
minder open. De ratio van plaats (hier-daar ratio)
werd verkeerd toegepast. Het resultaat is een onware
grafische weergave die niet in de legenda valt te ont-
dekken.
Enkele slotopme rkingen
Behalve het maken van vergissingen kan er ook doel-
bewust worden gemanipuleerd. Want grafische voor-
stellingen kunnen de oorspronkelijke betrekkingen:
- benadrukken of afzwakken,
- verduidelijken of verwarren,
- vereenvoudigen of kompliceren,
- enz.
De weergave van de oorspronkelijke betrekkingen is
dus subjektief, afhankelijk van persoonlijke beoorde-
ling. Zoals we hebben gezien zijn de grafische ratio's
absoluut, dus objektief.
Daarom zijn konklusiesuit grafische voorstellingen
met een hoge mate van betrouwbaarheid, alleen moge
lijk wanneer ze worden ontleend aan de abstrakte
eigenschappen van de grafische ratio's:
a. informatie over distributie in de ruimte,
b. informatie over kwaliteiten in de ruimte,
c. informatie over absolute kwantiteiten in de ruimte,
d. informatie over geordende kwantiteiten in de ruim
te.
Het möge duidelijk zijn dat dit alleen opgaat wanneer
de grafische middelen korrekt worden toegepast.
Wanneer dit niet het geval is worden foute konklusies
getrokken, omdat de waarneming van de grafische
ratio's zieh slechts op den manier laat interpreteren:
objektief en universeel, met alle gevolgen van dien.
Konkluderend kan worden gesteld dat de plaats van
legenda's binnen het grafisch-semiologisch systeem
dermate is verstrengeld met de geografische werke
lijkheid enerzijds en de grafische voorstelling ander-
zijds, dat tijdens het zoeken naar die plaats onwille-
keurig meer theoretische dan praktische aspekten
naar voren komen.
Het funktioneren van de praktische kartografie is al
leen goed mogelijk wanneer men precies weet wat men
doet. Bij het praten over legenda's stuit men onver-
mijdelijk op de vraag: wat heeft de kaart te zeggen?
Het antwoord op die vraag leidt ons, zoals we hebben
gezien, naar de fundamenten van de grafische weer
gave.
Tegelijkertijd ligt daar ook de kern en het zwaartepunt
van ons mooie vak.
N oten
A. J. Karssen is werkzaam bij de kartografische afde-
ling van het ITC te En Schede.
1. Het kommunikatieproces van legenda's wordt meer
uitvoerig behandeld in de bijdragen van o. a.
P. Mijksenaar en C. van Elzakker eiders in dit
nummer.
2. Jacques BEBTIN: Semioiogie Graphique.
Paris/Den Haag, 1967. Sinds 1974 bestaat van dit
standaardwerk ook een duitstalige uitgave: Gra
phische Semioiogie.
3. Zie in dit verband het artikel van A. J. Karssen in
het Kartografisch Tijdschrift 1978. IV. 4: Tekst-
waarneming en evenwichtige plaatsing in de gra
fische ruimte.
4. Zie ook: Layout en typografie van randinformatie
door A. J. Karssen in het Kartografisch Tijdschrift
1977. III. 2.
KT 1983. IX. 1
45