j2l
C3
CA
Men kan niet van hun eisen dat ze de betekenis en de
strekking van de legenda's kennen, noch dat ze alleen
de vergelijkingen en onderzoekingen uitvoeren die hun
raken. De beeidende weergave moet het plan aan allen
duidelijk maken. (17)
Op deze beeidende weergave ga ik straks wat uitvoeri-
ger in, maar eerst wil ik nog iets zeggen over een
ander Frans plantype, namelijk het Plan d'Amenage-
ment de Zone, het P. A.Z. (inrichtingsplan) (18). Is
het P. O. S. afgestemd op bebouwing van percelen door
individuele eigenaren, het P. A. Z. is meer ontwikkeld
voor collectieve bebouwing, door groepen eigenaren
of door de overheid. Dit lijkt wat meer op de situatie
bij de Nederlandse uitbreidingsplannen. Het interes
sante van de bij het P. A. Z. behorende kaart is nu,
dat hierop ook marges kunnen worden aangegeven
waarbinnen met bepaalde voorzieningen kan worden
geschoven (figuur 6). Dit is mogelijk, doordat er hier
geen rekening hoeft te worden gehouden met de onder-
liggende eigendomsgrenzen. Een dergelijke construc-
tie met marges is me op Nederlandse plankaarten, af-
gezien van het Zoetermeerse voorbeeld, onbekend.
O
O
Point de raccordement impose d'un cheminement.
Point de raccordement sur une plage de longueur
determinee.
Fig. 6. Toepassing van marges in het Plan
d'Amenagement de Zone
Tot slot, voor wat betreft Frankrijk, nog een uit-
spraak over de relatie tussen de grafische en de ver
bale uitdrukking:
"Er wordt aan herinnerd dat in geval van dubbelzinnig-
heid tussen de geschreven regels en het grafische
document, de geschreven regels voorrang hebben. Dit
principe maakt de noodzaak duidelijk om dubbele uit-
drukkingen (grafisch en geschreven) te vermijden. (19)
Dit komt overeen met een uitspraak van de voorzitter
van de afdeling Rechtspraak van onze Raad van State
op 8 juli 1980: "Indien de plankaart bij nameting blijkt
af te wijken van de geschreven voorschriften, dienen
in verband met de rechtszekerheid de voorschriften te
worden gevolgd. Deze geven immers de bedoeling van
de planwetgever het meest nauwkeurig weer. (20)
In Belgiö schijnt dit net weer omgekeerd te liggen,
daar heeft men kennelijk meer vertrouwen in de grafi
sche uitdrukking!
Duitsland
Duitsland kent twee soorten bestemmingsplannen (21):
het Flächennutzungsplan en het Bebauungsplan. In het
eerste worden alleen bestemmingen vastgelegd (niet
bindend voor de burger, wel voor de overheid), in het
tweede naast de bestemmingen ook de ruimtelijke de-
taillering, met de bebouwingsmogelijkheden: Art und
Mass der baulichen Nutzung en Bauweise, Baulinien
en Baugrenzen.
De naamgeving en de inhoud van de verschillende be
stemmingen ligt vast in de Bundesbaugesetz en de Bau
nutzungsverordnung. In de plankaarten kan hiemaar
verwezen worden, zodat de voorschriften bij een plan
zeer beknopt kunnen zijn. In een bestemmingsplan uit
de stad Kleef, in mijn bezit, staan ze zelfs in een
hoekje van het kaartblad.
De op de kaart te gebruiken kleuren en tekens zijn ook
voorgeschreven, en wel in de Planzeichenverordnung
van 1965, herzien in 1981 (22). De legenda is afge
stemd op zwart-wit, maar kan, voor presentatie aan
het publiek, worden aangevuld met kleur. Ook deze
kleuren zijn, anders dan in Frankrijk, landelijk voor
geschreven.
De Planzeichenverordnung is, afgezien van de bijlage
met de volledige legenda, niet zo omvangrijk en daar-
door kan ik de twee belangrijkste artikelen er volledig
uit eiteren. Ze gaan over de ondergrond en over de te
gebruiken kleuren en tekens voor de weergave van de
juridische regelingen.
"Art. 1. Planondergrond
(1) Als ondergrond voor bestemmingsplannen moeten
kaarten worden toegepast die in nauwkeurigheid en
volledigheid de toestand van het plangebied in een voor
de inhoud van het plan voldoende mate laten zien. De
schalen dienen zo te worden gekozen, dat de inhoud
van de bestemmingsplannen eenduidig voorgesteld of
bepaald kan worden.
(2) Uit de planondergrond voor gedetailleerde bestem
mingsplannen (Bebauungspläne) moeten de eigendoms-
percelen met hun grenzen en aanduidingen in overeen-
stemming met het kadaster, de aanwezige bebouwing,
de Straten, wegen en pleinen alsmede de terreinhoog-
te, blijken. Van deze aanduidingen kan in zoverre
worden afgeweken dat ze voor de bepalingen niet ver
eist zijn. De stand van bijhouding van de ondergrond
moet zijn aangegeven.
Art. 2. Plantekens
(1) Als plantekens in de bestemmingsplannen dienen
de in de bijlage bij deze verordening opgenomen plan
tekens te worden gebruikt. Dit geldt ook in het bijzon-
der voor aanduidingen, uit andere plannen overgenomen
gegevens en aantekeningen. De uitdrukkingsmiddelen
kunnen ook worden gecombineerd. Lijnen kunnen ook
in kleur worden uitgevoerd. Aanduidingen, uit andere
plannen overgenomen gegevens en aantekeningen moe
ten in aanvulling op de plantekens als zodanig zijn ge-
kenmerkt.
(2) De in de bijlage opgenomen plantekens kunnen wor
den aangevuld, voorzover dit voor de eenduidige voor-
stelling van de planinhoud vereist is. Voorzover voor-
stellingen van de planinhoud vereist zijn, voor welke
in de bijlage geen of geen geschikte plantekens zijn op
genomen, kunnen plantekens worden toegepast, die in
overeenstemming met de aangegeven plantekens zijn
ontwikkeld.
(3) De plantekens moeten in kleurintensiteit, lijndikte
en dichtheid zodanig aan de planondergrond worden
aangepast, dat hun inhoud herkenbaar blijft.
(4) De gebruikte plantekens dienen in het bestemmings
plan te worden verklaard.
(5) Een overtreding van de voorschriften van de leden
(1) t/m (4) leidt niet tot nietigheid, wanneer de voor-
stelling, bepaling, aanduiding, het uit het andere plan
overgenomen gegeven of de aantekening voldoende
duidelijk herkenbaar is.
Oostenrijk
In Oostenrijk zit het allemaal weer heel anders in el-
kaar. Daar kent men het Fl'ächenwidmungsplan en het
52
KT 1983. IX. 1