Uniforme aanduidingen op
bestemmingsplankaarten
N. Speibrink
Wat kan een grafisch vormgever kartografen nog verteilen over kartografie. Om deze vraag, althans gedeelte-
lijk, te kunnen beantwoorden wil ilc den aspect uit mijn vakgebied toelichten om daama wat dieper in te kunnen
gaan op het voorstel tot uniformering waaraan ik, als grafisch vormgever, een beperkte bijdrage heb geleverd.
Beeldmiddelen
De grafisch vormgever heeft als achtergrond een trai-
ning en ervaring op het gebied van het met beeidende
middelen overbrengen van ideeen. Als intermediair
probeert de vormgever de beeldmiddelen zo te kiezen
en te struktureren dat zijafgestemd op een bepaalde
reproduktietechniek, aansluiten bij zowel de identiteit
van de auteur, diens boodschap en zijn te verwachten
publiek.
De werking van bedoelde beeldmiddelen kan als asso-
ciatief en/of systematisch worden aangemerkt. Zonder
er hier nu diep op in te gaan kunt u zieh voorstellen
dat het ontwerp van een boekomslag een verzameling
van vooral associatieve beeldmiddelen kan zijn om
mogelijke lezers voor de inhoud van het boek te inte-
resseren terwijl de typografie van datzelfde boek een
systematisch gestruktureerde samenhang van beeld
middelen vormt met als voomaamste doel de eendui-
dige overdracht van de ideeen van de auteur. Anders
on! kan ook, doch komt minder voor.
Typografie is een toepassing van de gekodeerde vorm
van taal, het schritt. Schrift is een zeer geperfectio-
neerd systeem met heel preciese regels en afspraken.
Leren lezen en schrijven is een langdurig en moei-
zaam proces waar bijna iedereen in onze cultuur mee
te maken krijgt. Eenmaal geleerd echter stelt het ons
in staat om uit de kombinaties van lettertekens snel
woorden te herkennen. De toepassing van een zekere
overtolligheid van informatie die geschreven taal ken
merkt, kan eventuele interpretatie-verschillen onder-
vangen. De doelmatigheid van lettertypen voor het
overbrengen van ideeen is minder afhankelijk van de
vormen van de individuele lettertekens dan van de
mogelijkheden die het type biedt tot woordbeeldvor-
ming. Het leren lezen van zeer verschillende schrift-
soorten welke men nog nooit eerder gezien heeft gaat
dan ook vaak zeer snel (1).
Als, bij alle vereiste systematiek en streven naar
doelmatigheid, het typografische resultaat onmisken-
bare esthetische kwaliteiten vertoont is dat niet ver-
wonderlijk. Het betreft hier een funktionele schoon-
heid ontstaan uit weloverwogen keuze van beschikbare
middelen die perfekt is afgestemd op de te gebruiken
techniek.
De hier beschreven aspecten van typografie zijn wel-
licht van belang voor het in de inleiding bedoelde
voorstel tot uniformering.
De b e s tem m ing sp 1 ank aa rt
Binnen het veld van de kartografie moet men bedoelde
kaarten beschouwen als produkten met een zeer speci-
fiek doel en, ondanks alle goede voomemens, voor
een beperkt publiek. Het betreft in overgrote meerder-
heid manuscriptkaarten die niet worden vervaardigd
om te worden gereprodueeerd in een oplage van meer
dan enkele exemplaren.
Het bestaansrecht van de bestemmingsplankaart is
ontleend aan wetgeving en reglementering op het ge
bied van de Ruimtelijke Ordening. De plankaart heeft
als primaire funktie het eenduidig aanwijzen van de
bestemming van de in het plan begrepen grond. Tevens
is de kaart naast de verbale, artikelsgewijze geformu-
leerde voorschriften, de grafische weergave van de
wettelijke vast te leggen gebruiksregeling. De kaart
is zelf mede drager van de voorschriften.
Het feit dat zo'n manuscriptkaart een administratief-
rechterlijk stuk is, stelt bepaalde eisen ten aanzien
van de uitvoering. Deze eisen betreffen de ondergrond,
het bovengenoemde aanwijzen van de bestemming en
lichtechte inkleuring. Op de ondergrond dienen kadas-
trale grenzen, sectie en nummer van bepaalde perce-
len te worden aangegeven. Verder dient topografische
informatie duidelijk en eenduidig te zijn en te blijven.
Bestemmingen dienen te worden genoteerd en, even-
tueel later geautoriseerd te worden aangevuld of ge-
wijzigd, op een manier die geen vervalsing mogelijk
maakt. Tenslotte dient de kaart te worden ingekleurd.
Een en ander is fraai omschreven door Van der
Schans (2).
KT 1983. IX. 1
57