gegeven. En de door gemeenten of (door hen in de arm genomen) stedebouwkundige bureaus gebruikte kleuren en tekens worden niet gepubliceerd als zodanig. Die gewenste vergelijkbaarheid vraagt ook daarom om standaardisatie omdat het ook van belang kan zijn het bestemmingsplan naast andere bestemmingsplannen van andere gebieden te leggen met dezelfde kenmerken: andere uitbreidingswijken met rijtjeshuizen of hoog- bouw met een bepaalde infrastructuur. Alleen bij ge- bruik van dezelfde legenda is er duidelijk te maken hoe in andere gemeenten dezelfde Problemen met de ordening van de ruimte zijn opgelost. Voorstellen inzake uniforme aanduidingen op stedebouwkundige kaarten Op grond van deze voordelen zou het logisch zijn dat men in 1967 met een standaardisatieprocedure was begonnen die qua organisatiestructuur en qua vorm- geving kans van slagen had. In de inleiding tot het tweede voorstel (2) stelt men echter dat het eerste rapport niet zo algemeen werd toegepast dat de beoog- de uniformiteit werd bereikt. In het rapport uit 1967 waren uitgebreide legenda's opgenomen zowel in zwartwit als in kleur, van de be- stemmingsp 1 ankaartenZe waren grafisch niet geheel doordacht in did zin, dat er geen systeem in zat. Zonder systeem wordt het gebruik van kaarten waarin meer dan 90 verschillende grondgebruikscategorieen worden onderscheiden, al gauw siecht leesbaar (zie figuur 5). Technisch was het voorstel onvolledig on- derbouwd doordat onvoldoende was aangegeven waar men de voorgeSteide kleuren precies kon krijgen, of hoe men ze diende aan te lengen. Het belangrijkste bezwaar lijkt echter de organisatie structuur die was gekozen. Er stond in het rapport niets over vermeld; er stond ook niet in wat er gebeur- de wanneer men zieh niet aan de voorstelling hield. Voor zover nagegaan, ontbreekt in alle begeleidende wetten, toelichtingen, besluiten en handleidingen een verwijzing naar de standaardisatievoorstellen. Het is niet verwonderlijk dat in een dergelijke vrijblijvende situatie gemeentediensten en particuliere stedebouw kundige bureaus kozen voor een uitvoering of vormge- ving welke de door hen uitgewerkte plannen op de fraai- ste wijze weergaven, in plaats van voor een weergave die de beste mogelijkheden bood voor vergelijking met alternatieven, voor kritiek en voor inspraak, en dus voor een heleboel extra werk. Wanneer we naar het organisatorische kader kijken dan moeten we constateren dat dat voor het nieuwe legenda-voorstel van het NIROV nog precies hetzelfde is als voor het eerste uit 1967. Qua vormgeving ver- schillen de nieuwe voorstellen echter sterk van het eerste. B e s t em m ing s p 1 ank a a r te n codering, arcering en kleur Het eerste wat opvalt bij het inzien van dit tweede voorstel in vergelijking met het eerste is de strekking. Het eerste voorstel bepaalde tot in de kleinste details hoe de kaarten er uit dienden te zien. Het nieuwe voor stel geeft geen legenda, maar globale aanwijzingen. In plaats van de 90 verschillende soorten grondgebruik worden alleen 10 verschillende hoofdeategorieen on- derscheiden. De standaard gaat veel minder ver, met de bedoeling dat deze daardoor eerder zal kunnen worden geaeeepteerd. Tegen deze nieuwe benadering Fig. 5. Voorstellen inzake uniforme aanduidingen op stedebouwkundige kaarten. (NIROV, 1967) KT 1983. IX. 1 67

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 69