van het profiel is in zwart-wit. De vertikale weergave
van een profiel is een andere dan de horizontale van
de kaart. Om nu verwarring in kleur te voorkomen, is
de vertikale weergave in zwart-wit. Onder de kaart is
een verantwoording gegeven. De kartografie is ver-
zorgd door de R. G. D. Alle films worden bij de
R. G. D. gereedgemaakt voor de drukker, het plaat-
maken en drukken gebeurt bij het E. C. I. in Rijswijk.
Een en ander wordt op de kaart vermeld, evenals de
auteursrechten. Ieder die de kaart leest wil weten
welke Dienst de kaart heeft vervaardigd, niet alleen
repro-teehnisch, kartografisch, maar ook inhoudelijk.
Dat is in dit geval de Rijks Geologische Dienst. Te-
vens moet worden vermeld onder wiens leiding en dus
ook onder wiens verantwoordelijkheid de geologische
opname is verricht en wanneer deze opname werd be-
eindigd. Het jaar van uitgifte mag uiteraard niet ont-
breken evenals gegevens over de topografische onder-
grond
De legenda van de hoofdkaart van blad Heerlen valt in
4 hoofdgroepen uiteen, nl. Kwartair, Tertiair, Krijt
en Carboon. Binnen deze geologische perioden is er
een fundamentele onderverdeling in Formaties en Af-
zettingen. Het Kwartair wordt onderverdeeld in Holo-
ceen en Pleistoceen. Binnen het Holoceen vinden we
op het kaartblad slechts de Formatie van Singraven
die bestaat uit beekafzettingen en uit veen.
Deze beekafzettingen bestaan voomamelijk uit ver-
spoelde löss. Löss is een door de wind aangevoerde
afzetting waarvan 60-85% van de korrels kleiner zijn
dan 63 Jim. In de legenda Staat de totale lithologische
samenstelling van de beekafzettingen tussen haakjes
vermeld.
Het veen van de Formatie van Singraven is Over het
algemeen dikker dan 1 meter. Dünne veenvoorkomens
zijn verwaarloosd en weggelaten.
In het westen van ons land wordt een profieltype-legen-
da systeem toegepast. Dit houdt in dat een bepaalde
opeenvolging van afzettingen een kleur krijgt op de
kaart. Zodra deze opeenvolging zieh wijzigt, zal ook
de kleur veranderen. Er is dus sprake van een drie-
dimensionale weergave, immers we kijken niet alleen
aan de oppervlakte, maar ook in de diepte. Bij de
weergave in kleur speelt echter de oppervlakte de
grootste rol. In de oostelijk en zuidelijk gelegen ge-
bieden waar sprake is van een geringe holocene be-
dekking en waar pleistocene of andere afzettingen aan
de oppervlakte komen is de weergave eveneens drie-
dimensionaal, alleen met dit verschil dat een bepaalde
opeenvolging van formaties geen kleur krijgt op de
kaart. Hier is een 2 metergrens aangehouden voor de
dekzanden en lössbedekkingen van de Formatie van
Twente. De dekzanden komen in dit kaartblad niet
voor, wel de lössbedekking. Wanneer deze lössbedek-
king dunner is dan 2 meter, wordt deze weergegeven
d. m. v. een rechthoekje, dat in de kleur is uitgespaard
Het vormt als het wäre een venster waar men door-
heen kijkend de onderliggende formatie kan zien.
Zodra echter de löss dikker is dan 2 meter is zij be-
langrijk genoeg om als een zelfstandige eenheid op de
kaart te worden weergegeven. De kleur van de löss is
zodanig gekozen dat zij geassocieerd wordt met de
originele löss-kleur. Löss wordt weergegeven met
de coderingen L 3, L 2 en L 1: afhankelijk van de
dikte.
Naast de lössbedekking dunner dan 2 meter zijn er nog
een aantal andere dünne bedekkingen, zoals de eluviale
afzettingen. Deze afzettingen (vuursteen en verwerings-
leem) zijn door oplossing en verwering overgebleven
restmateriaal. Ze zijn op de kaart door vertikale
blauwe streepjes aangegeven.
Van deze eluviale afzettingen hebben zieh ook helling-
afzettingen gevormd op plaatsen waar hellingen zijn.
Zij bevinden zieh steeds op de Krijtformaties of tussen
de löss en de Krijtformaties. Als de löss dunner is
dan 2 meter worden ze met blauwe lijnen weergegeven.
Is de löss echter dikker dan worden ze niet meer weer
gegeven en verdwijnen ze onder het lösspakket dikker
dan 2 meter.
Onder het hoofdje 'diversen' bevindt zieh het blauwe
kleurvlakje water, wat op een heel klein plekje op de
kaart voorkomt. Verder o. a. Steenstorten, restpro-
dukten van de mijnen. Een klein gedeelte in het noor-
den van de kaart is afgegraven, weergegeven door
grijze schopjes, die naar beneden wijzen. Dit geldt
ook voor de overige hellingafzettingen, die in rode
lijnen worden weergegeven. De zwarte lijn stelt een
breuk voor, een blauwe de zuidelijke begrenzing van
het sedimentatiegebied van de Maas en een onderbro-
ken streeplijn geeft de ligging van de profielen weer.
De volgende pleistocene formaties komen op dit blad
voor en wel de Formatie van Twente/Eindhoven, be-
staande uit leem oftewel Limburgse klei of löss,
fluvioperiglaciale afzettingen van Hoogcruts en verder
een verzameling rivierafzettingenaangeduid als
terrasafzettingen van de Maas.
In het algemeen is bij de kleurkeuze van de geologi
sche kaart rekening gehouden met de intemationaal
bekend staande kleuren. Zo zijn voor het Tertiair
gele kleuren gekozen, voor het Krijt groene en voor
het Carboon grijze. Aangezien het westen van ons land
een enorm uitgebreid en gevarieerd patroon van afzet
tingen te zien geeft is het niet mogelijk gebleken om
voor het Holoceen, en dit geldt ook voor het Pleisto
ceen, eön standaardkleur aan te houden. Vandaar dat
gele en groene kleuren, resp. voor het Tertiair en
het Krijt ook in de holocene afzettingen voorkomen,
zij het dan dat de intensiteit van de kleur anders is.
Voor het Tertiair komen op de kaart een viertal gele
kleuren voor, voor het Krijt eveneens vier kleuren en
voor het Carboon een grijze kleur.
Tot zover de huidige indeling van de legenda en de
kleurkeuze. Als inleiding op de oefening, zal het nodig
zijn nog een en ander over de lithologie te verteilen.
Er is een indeling gemaakt in perioden, formaties en
afzettingen waarbij eveneens rekening is gehouden met
het materiaal dat in de periode is afgezet. Dus niet
alleen, maar wel in hoofdzaak stratigrafie (=indeling
in tijd) maar ook lithologie (=indeling naar gesteente).
Bij de naam gesteente denken we niet alleen aan stuk-
ken steen, maar aan klei, leem, zand, grind, kalk,
graniet, basalt, enz. Voor het maken van de eerste
oefening is het nodig dat deze stratigrafische indeling
wordt omgezet in een lithologische, waarvan de be-
schrijving achter de legendahokjes tussen haakjes is
aangegeven. Deze beschrijving behoeft wel enige
nadere uitleg. Bij de Limburg Groep wordt gesproken
over schalies en kwartsitische zandsteen. Een schalie
is een verharde klei, die uiteindelijk in leisteen over-
gaat. De kwartsitische zandsteen is zand wat aaneen
is gekit door een kiezelig cement. In de Krijt-forma-
74
KT 1983. IX. 1