ties vinden we kalksteen, dat ontstaat uit in zee leven- de kalkskeletjes producerende Organismen. In de kalksteen komt vuursteen voor. Deze ontstaan door plaatselijke ophoping van kalk en kiezel, waarbij later de omringende kalk oplost en de vuursteen overblijft. In het Tertiair vinden we bruinkoollagen. Onder in- vloed van wärmte en druk ontstond op den duur turf en nog later bruinkool. Bij een verdergaand proces ont staat steenkool. In het Tertiair en eveneens in het Krijt komt in het fijne zand glauconiet voor. Dit is een groen gekleurd mineraal dat als neerslag op de bodem van de zee voorkomt. Verder vinden we in de legenda grind, zand, leem en klei. Aangevoerd door onze rivieren ontstaat hierin tenge- volge van de stroomsnelheid reeds een verdeling in grootte. Rivieren die snel strömen zullen grote brok- ken met zieh meevoeren. Bij minder snelle stroming zullen deze brokken blijven liggen, terwijl kleinere nog wel worden meegevoerd. Ook deze zullen bij lang- zamere stroming blijven liggen. Dit geldt niet alleen voor stenen, maar ook voor zand en voor leem en klei. Hier is dus sprake van een natuurlijke verdeling die een classificatie mogelijk maakt. Grind heeft bij voorbeeld een grootte van 63-2 mm. Kleiner dan 2 mm tot 63 /im wordt zand genoemd. Nog kleiner spreken we van leem en klei. 63 16 5,6 2 mm 2000 jum 425 i 300 212 150 106 63 2 0 Gesteenten Deeltjes Veen Organische stof Blokken Stenen zeer grof matig Grind Grind fijn uiterst zeer grof matig Zand Zand matig zeer fijn uiterst Leem Silt Klei Lutum Zavel (sterk kleiig zand tot matig zandige klei) Zand/silt/ lutum ■256 63 2 mm 2000 /im 63 Bij de uitvoering van de oefeningen kan gekozen worden voor zwart-wit of kleur. Ook de keuze van de classifi catie, bijvoorbeeld het samenvoegen van zanden en kleien is vrij, evenals de vraag of bepaalde voorko- mens moeten worden weergegeven of juist weggelaten (de lbss dunner dan 2 meter bijvoorbeeld niet weerge- ven of juist alle löss weergeven, dus ook daar waar deze afzetting dunner dan 2 meter is). In de löss is een dikte-onderscheid gemaakt, maar hiervan kan worden afgezien of afgeweken. De eluviale afzettingen of de twee soorten hellingafzet- tingen, steenstort enz. die in de legenda onder de kopjes bedekking en diversen zijn opgenomen, kunnen worden verwaarloosd of deels samengevoegd. Om een en ander weer te geven is voor opdracht 1 een drietal fragmenten uit de kaart verstrekt. De code ringen zijn weggelaten, zodat eventueel een eigen code ring is toe te passen. Het is de bedoeling dat deze fragmenten worden ingevuld. Er is een keuze gemaakt uit enkele kaartfragmenten, die alle eenheden, die in de kaart aanwezig zijn, bevatten. Aangezien de R. G. D. overweegt in de toekomst kaarten uit te geven, waar bij de lithologie centraal Staat, leek het ons een goede gedachte de visie van een aantal kartografen te verne inen. Het invullen van deze drie fragmenten is verder zinnig, om een beeld te krijgen en te konstateren of ideeen ook concreet in een kaart kunnen worden ver werkt. Voor de tweede opdracht is een schematisch profiel toegevoegd. Ook dit profiel zal, doordat de legenda verändert, een verandering ondergaan. Naast de invul- ling van het schematisch profiel is de plaatsing op het kaartblad vrij. De legenda van de Geologische kaarten 1:50. 000 en dus ook die van het blad Heerlen is gebaseerd op een lithostratigrafische rangschikking (classificatie) van aardlagen. Dit betekent, dat niet alleen is ingedeeld naar aard en samenstelling van gesteenten - datgene wat men vindt, zoals zand, klei, grind, kalksteen, löss, enz. (lithologie) - maar ook en in hoofdzaak naar de ontstaanswijze (genese) - afgezet in of door de zee, rivieren, de wind, ijs, meren, enz. De Formatie is de fundamentele eenheid van de litho stratigrafische classificatie. Formaties worden be- noemd naar de plaats waar ze goed zijn onderzocht en beschreven, zoals Formatie van Vaals of Forma tie van Gulpen enz. Bij de kleurkeuze die men op de kaart en dus ook in de legendahokjes aantreft is rekening gehouden met de internationale toepassing van kleuren voor de verschillende periodes (en tijdvakken) Fig. 1. Sterk vereenvoudigd overzicht van benamingen van gesteenten en deeltjes KT 1983. IX. 1 75

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 77