dat Nederland op deze schaal op den pagina kan wor den afgebeeld. Voor veel onderwerpen zullen kaarten op kleinere schaal gekozen worden. Hiervoor komen de volgende schalen in aanmerking: 1:500. 000, 1:2. 000. 000, 1:3.000.000, 1:4.000.000, 1:5.000.000 en 1:6. 000. 000. Het weergeven van geheel Nederland op een grotere schaal is niet mogelijk binnen de gekozen opzet. Indien de in kaart te brengen gegevens te gedetailleerd zijn zullen ze dus gegeneraliseerd dienen te worden. Gedeelten van Nederland kunnen wel op schalen groter dan 1:1. 000. 000 in kaart worden gebracht. Hiervoor dient uit de volgende schalenreeks gekozen te worden: 1:500.000, 1:250.000, 1:100.000, 1:50. 000, 1:25. 000, 1:10. 000 en zonodig nog grotere schalen. De afmetingen van de fragment-kaarten moeten zoda- nig gekozen worden dat ze passen binnen de lijnen van het 'stramien'. Het stramien van de atlas Voor de verdeling van kaarten, andere grafische ele- menten en teksten Over een atlaspagina is een stra mien ontworpen dat als basis dient voor de plaatsing van de beeldelementen en de tekst. De toepassing van zo'n stramien is nodig om een samenhang te bereiken in het gehele werk. Het stramien van de atlaspagina's ziet er als volgt uit. De bladzijde is verdeeld in 3 vertikale kolommen (figuur 5). Indien op een pagina alleen tekst voorkomt wordt deze in die kolommen geplaatst. De kolommen kunnen bovendien ieder weer verdeeld worden in 2 kleine kolommen. De kaarten en andere beeldelemen ten moeten steeds binnen de hierop voorkomende grid- lijnen passen. TEKTST Fig. 5. Lay-out model voor de tweede uitgave van de Atlas van Nederland De kaart 1:1. 000. 000 vult de gehele pagina. Een kaart 1:1. 500. 000 vult een deel van de pagina en wordt ge plaatst Over twee kolommen. Zo kunnen bijvoorbeeld maximaal vier kaarten op de schaal 1:2. 000. 000 ge plaatst worden of negen kaarten op de schaal 1:3. 000. 000 (zie figuur 6). Ook de diagrammen, gra- fieken en foto's moeten steeds worden ingepast op het stramien. Bij het maken van bijvoorbeeld een serie staafdiagrammen of een bevolkingspiramide moet daar al rekening mee worden gehouden. 86 1:1.000.000 1:3.000.000 1 1.500.000 1 3.000.000 1:3 000.000 Fig. 6. Kaarten in het stramien van de tweede Atlas van Nederland E il andkaarten of kaderkaarten Kijken we vervolgens naar de plaats van de legenda binnen het kader. Dit roept direct de vraag op: is er wel een kader aanwezig, met andere woorden worden de kaarten als eilandkaarten gegeven of komen ze in een rechthoekig kader te staan. Waarschijnlijk zullen beide vormen in de atlas voor- komen, afhankelijk van het onderwerp van de kaarten. Zijn de gegevens alleen beschikbaar voor het Neder- landse grondgebied en zijn er geen relaties met bij voorbeeld de hydrografie of andere topografie, dan is de eilandkaart de beste keuze. Is het voor het thema van de kaart nodig dat het ons omringende buitenland of de Noordzee wordt afgebeeld, dan zal een kader- kaart de beste vorm zijn. Echter voor het bepalen van de plaats van de legenda maakt het niet zo veel uit. Ook bij eilandkaarten moet een denkbeeidig kader ge- trokken worden, waarbinnen de legenda zo optimaal mogelijk geplaatst wordt. De plaats van de legenda De plaatsing wordt in sterke mate bemvloed door de vorm van het af te beeiden gebied. Bij Nederland is in het algemeen de linkerbovenhoek (Noordzee) beschik baar voor de legenda. Bij uitgebreide legenda's kan ook de linkeronderhoek gebruikt worden, indien van het Belgisch grondgebied geen kaartinformatie wordt gegeven. De exacte plaatsing van de legendatitels, teksten en Symbolen hangt natuurlijk samen met de hoeveelheid in de legenda op te nemen gegevens. Hiervoor zal ook een stramien worden gemaakt om de plaatsing zoveel mogelijk te standaardiseren, rekening houdend met een evenwichtige opbouw van het kaartbeeld en van de pagina als geheel. Bij kleinere kaarten worden de Pro blemen groter. De ruimte die beschikbaar is, wordt nl. kleiner. De neiging zal bestaan om dan de schrift- grootte maar aan te passen. Echter voor de legenda- teksten zullen enkele standaard corpsgrootten worden gekozen om de eenheid in de atlas te waarborgen. Bij kaartjes van Nederland op een schaal kleiner dan 1:2 miljoen zal het (denkbeeidige) kader vergroot moeten worden, bij voorkeur naar beneden, om de legenda te kunnen plaatsen (zie figuur 7). KT 1983. IX. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 88