geworden. Als dit zo doorgaat, moet ik onontkoombaar belanden bij een overkoepelende instantie, die een beslissing kan nemen. Neen, mevrouw, geen siecht nieuws. Goed nieuws.' Tot mijn schände moet ik bekennen, Majesteit, dat ik niet erg thuis ben in onze staatsinrichting, - d.w.z. theoretisch thuis, in feite ben ik er natuurlijk wel degelijk in thuis, ik woon er als het wäre in, - maar ik vermoedde dat die ene overkoepelende instantie de Raad van State zou zijn, die, naar ik meen, immers ook wel 'de Kroon' wordt genoemd. Maar, Majesteit, laat ik mij onthouden van dit soort inlichtingen aan Uw geeerbiedigde Adres. Wederom nam ik plaats aan de tafel met het hoogpolige smyrnakleed. Mevrouw Van Amerongen reikte mij Boer en I uinder, en ik schreet nu naar Gelderland. Ik wist de uitslag al wel, maar in verband met verdere stappen diende ik deze uiteraard zwart op wit te hebben. Ik was plotseling vol vertrouwen. 'Het enige dat mij nu nog zorgen baart,' zei ik tot mevrouw V an Ameron gen, terwijl ik de enveloppe dichtplakte, 'is de vrees, dat al dit mtstel een nadelige invloed kan hebben op de gezondheidstoestand van mijn echtgenote. Maar gelukkig heeft zij altijd een ljzersterk gestel gehad, ik kan mij niet herinneren dat zij ooit ziek was, en ook deze beproeving zal zij wel doorstaan.' Ik besloot, in het vervolg ook niet meer de jute lap op te tillen, ten einde even naar haar te kijken, zoals ik op gezette tijden deed. De plotselinge invallen van licht zouden haar gemakkelijk uit haar doen kunnen brengen. Volledige rust leek mij het beste. e dag daarop, het was inmiddels woensdag 8 mei, werd het eindelijk warm voorjaarsweer. Doch tevens wachtte mij een II onaangename verrassing. Op de deel had ik mij onder de pomp gewassert en ik verorberde juist mijn ontbijt, bestaande uit een appel en een glas water, toen ik op de grote weg een takelwagen van dt politie zag naderen. Tot mijn schrik maakte het Instrument aanstalten mijn wagen te verwijderen, d.w.z. mijn woning. Naderbijgesneld wist ik de heren, die een politiepet droegen maar verder gehuld waren in beige overalls, te weerhouden van hun voornemen. Terwijl ik hen van de gebeurtenissen op de hoogte Steide, vroeg ik mij plotseling af, waarom niet mijn echtgenote op körte termijn weggehaald kon worden maar wel mijn automobiel, die zieh eveneens in het niemandsland onder de hoogspanningsdraden bevond. Lag daar niet een eigenaaidige, Majesteit, ik' schroom niet om het te zeggen: schier onnrensehjke 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 17