Het stuk bevat nogal wat teksten, waarin Piri Reis onder meer mededeelt
dat hij voor dit westelijk deel zijn gegevens in het bijzonder uit een kaart
van Columbus had geput. Nu bestaat onder de geleerden deopvattingdat
Columbus inderdaad zo'n kaart getekend zou hebben. Niemand durfde er
evenwel op te rekenen dat men ze ooit nog zou terugvinden. Men ging
naderhand dan ook in Turkije naar dit verloren origineel op zoek. De
regering van Kemal Ataturk verleende hieraan de nodige steun, doch alle
inspanningen bleven vruchteloos. De belangstelling voor de kaart van
Piri Reis nam naderhand langzaam af. In 1956 bezorgde een Türks zee-
officier echter een uitstekende facsimile ervan aan de Hydrografische
Dienst van de USA-Navy. Specialisten, die deze betrouwbare reproducde
bestudeerden, werden reeds toen getroffen door het feit dat het zuidelijk
deel van de kaart onder meer de Antarctische kust van Queen Maud Land
weergeeft. Nu is het echter zo dat deze kust, de hedendaagse geologen
weliswaar goed bekend, zieh thans, evenals in Piri Reis' tijd en ook al
eeuwen, mogelijk zelfs millennia daarvoor, onder het eeuwige ijs bevindt.
Hieruit kan nauwelijks een andere conclusie worden getrokken dan dat
het gebied verkend en in kaart werd gebracht vöördat het onder het polaire
ijs was verdwenen! Het leidde er tenslotte toe dat de Amerikaanseprof. dr.
Charles LI. Hapgood besloot de stier bij de horens aan te vatten. Met zijn
medewerkers en een groep Studenten van het Keene State College ging
hij aan het werk. Hierbij zouden, ofschoon het aan de enquetes van een
Sherlock Holmes herinnerende speurwerk van een klein groepje bijzonder
intens samenwerkende vorsers de centrale intellectuele investering zal
blijven opleveren, mettertijd ook een aantal andere instanties, zoals onder
meer de cartografische diensten van de Amerikaanse Air Force, betrokken
worden. Er is vermoedelijk nooit een kaart ter wereld aan een zo
diepgaande analyse onderworpen als deze van Piri Reis, die voor zijn
landgenoten een admiraal, doch voor de westerse vloten in de Middelland-
se Zee veeleer een zeerover is geweest.
In feite was Hapgood geen specialist op het gebied van de oude cartogra-
fie. Hiervoor komt hij eerlijk uit, wanneer hij zegt, dat hij zichzelf bij het
begin van zijn Studie hoofdzakelijk beschouwde als een amateur wiens
nieuwsgierigheid door de tekening van die diep onder het ijs verscholen
kustlijn zo sterk geprikkeld werd, dat hij er gewoon meer over wenste te
weten. Wie het door hem aan de resultaten van zijn onderzoek gewijde
boek ter handneemt, Maps of the Ancient Sea Kings Chilton Books, New
York, 1966), komt tot de slotsom, dat het welslagen van deze onderneming
voor een behoorlijk deel is toe te schrijven aan een frisse, niet door bailast
en geconsacreerde wetenschappelijke voorstellingen of vooroordelen
bezwaarde benadering van de talrijke door Piri Reis' document gestelde
Problemen.
30