Hapgood's eerste stap was de kaart van de
Turkse vechtersbaas met de tot zijn beschik-
king staande middeleeuwse portulanen te
vergebjken. Nordenskjold heeft deze ge-
inventariseerd en beschreven, terwijl er een
groot aantal bewaard worden in de atlas
Monumenta Cartographica Vaticana.
Portulanen is de naam, die men geeft aan de
zeekaarten, van de veertiende eeuw af ge-
bruikt voor de vaart in de Middellandse
en de Zwarte Zee.
Er is een geheim met deze portulanen ge-
moeid, wat ook blijkt uit de er door Norden
skjold aan gewijde Studie. Opduikend in de jaren 1300 blijven zij dne
eeuwen lang zo goed als ongewijzigd. Veranderingen waren er overigens
niet aan nodig. Van de aanvang af zijn zij voor die tijd uitstekend. Ten
aanzien van de nauwkeurigheid blijken zij de toenmalige kaarten van het
vasteland eeuwen vooruit te zijn. Terwijl deze laatste ons door hun
volkomen fantastisch karakter verbazen, is het gewoon niet mogelijker de
portulanen mee te vergebjken. Zij verschillen evenveel van elkaar als bij
voorbeeld grootvaders ouderwetse barbiersmes van een modern elektrisch
scheerapparaat! Een echte vergelijking is moeilijk, omdat de gemeen-
schappelijke noemer ontbreekt...
Terwijl de middeleeuwse geografen er niet in slaagden boven een
stuntelige, vaak op niets slaande voorstelling van het oppervlak der aarde
uit te komen, beschikten de zeevaarders over uitstekende, nog steeds
'modern' aandoende zeekaarten. Niet alleen waren deze laatste dus geheel
onafhankelijk hiervan tot stand gekomen, doch bovendien kan het niet
anders dan dat zij op gegevens berustten, welke in zeevaartkringen
traditioneel waren overgeleverd, zonder dat de geografen, die het land-
oppervlak moeizaam probeerden uit te tekenen over gelijksoortige be-
trouwbare bronnen beschikten. Verder dient het vreemde verschijnsel
vermeld, dat het onmogelijk is welke verdere evolutie ook aan te wijzen
wat betreft de vervaardiging van deze portulanen. Van oudsher af hebben
zij hun definitieve exactheid bereikt. Men heeft de indruk dat zelfs deze
oudste niet het begin, doch het gefixeerde eindprodukt van een veel verder
in het verleden gelegen ontwikkeling vertegenwoordigen. Van deze
ontwikkeling zijn geen sporen overgebleven. Logischerwijze veronderstelt
Hapgood dat er omstreeks 1200 een enkele, uit een verre oudheid
overgebleven, zij het inmiddels ook verdwenen portulaan opgedoken kan
zijn, dus zoiets als een oer-portulaan, welke alle andere tot voorbeeld
strekte en de rol heeft gespeeld van de missing link, de ontbrekende
31