schakel tussen de volledig verdwenen cartografische traditie en de uit de historische context vallende paradox van de plotse opbloei van de kunst der zeekaarten, even na 1200... Een paradox? Men zou zelfs van een absurditeit kunnen gewagen. De basis van de toenmalige cartografie was de Geographia van de in de tweede eeuw levende Ptolomaeus. Doch ook bij deze wijst niets in de richting van de overlevering waarop de portulanen berusten, ofschoon hij overigens de basis legde, waarop gans de middeleeuwse aardrijkskunde bleek te berusten. Hieruit had Nordenskjold al besloten, dat de zeevaarders uit de dertiende eeuw een overlevering kenden, die reeds meer dan duizend jaar tevoren tot een zo ver verleden behoorde, dat Ptolomaeus er nooit van gehoord had. Men kan zieh moeilijk een beter voorbeeld van de zo vaak lichtzinnig vermelde 'verloren kennis' voorstellen. De omstandigheid inbegrepen, bedoel ik, dat deze 'verloren kennis' in feite nooit volledig verloren blijkt, doch längs het smalle päd van een esoterische overlevering aan schaarse ingewijden wordt doorgegeven en zo in het geheim bewaard blijft. Wat de kans oplevert dat zij vroeg of laat toch weer in het daglicht verschijnt. hapgood aan de slag. Piri Reis heeft op zijn kaart een aan- M tal teksten aangebracht, die op het eerste gezicht niet a steeds even belangrijk zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de I f/fjll/ körte mededeling over de trouwens met zijn boot en zijn walvis op het document afgebeelde Ierse monnik (Sint-) Brandaan. Men vermoedt, dat deze de Atlantische Oceaan opvoer, er de westelijke gebieden van verkende en na ge- vaarlijke avonturen in Noord-Amerika voet aan de wal zou gezet hebben bij zijn pogingom het Aards Paradijs te ontdekken. Sommige van de inscripties zijn bijzonder interessant. Hierin is het, dat men leest, hoe Piri Reis zijn gegevens zou hebben aangetroffen op een kaart, die tot het bezit van Colombus had behoord. Een andere tekst vermeldt onder meer: In deze eeuw bezit niemand nogeen dergelijke kaart. Zij werd vervaardigd met behulp van twintig Mappae Mundi, wat kaarten zijn, gemaakt in de tijd van Alexander [de Grote], heer van de Twee Hoornen, en zij geven het bewoonde deel van de wereld weer... Zelfs wanneer wij op onze hoede zijn voor dergelijke beweringen over de afkomst uit de tijd van Alexander de Grote (vier eeuw v. C.), dan blijkt uit het hierboven geciteerde tekstje in elk geval dat de cartograaf niet zomaar andermans werk heeft nagetekend. Buiten de verwijzing naar de kaart van Columbus in het bijzonder, wordt ons dus ook medegedeeld, dat er nog op twintig andere kaarten uit de reeks van de Mappae Mundi een beroep werd gedaan. Een van de problemen waar Elapgood mee af te rekenen kreeg, was het 32

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 34