voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. In dit geval is er volgens de Amerikaan beslist sprake van een oeroude basiskaart die om minder terzake doende redenen in de vijftiende eeuw werd geraadpleegd, doch de toestand weergeeft van de Middellandse Zee lang voor de zeespiegel een stijging onderging, die plaats greep voor de tijd waarin de voor het moderne onderzoek bereikbare historische ontwikkeling begon. boeiende doch overigens gezapige evolutie voordeed (waardoor steeds exacter en vollediger kaarten tot stand kwamen), noch om tot de slotsom te komen dat de werkelijk boeiende documenten, tussen de veertiende en de zeventiende eeuw vervaardigd, hoegenaamd geen produkte van een rüstige ontwikkeling waren (maar voortkwamen uit een oudere, briljante en vooralsnog niet opnieuw bereikte cultuurtrap) was op zichzelf al een tamelijk riskante onderneming. Maar zelfs hiertoe kon hij zieh in geweten niet beperken. De ontdekking van een oeroude traditie, die volgens hem merkbaar doorwerkte in de cartografie, hetgeen tot op zekere hoogte kon verband houden met de gans aparte wereld, die in vroeger dagen door de zeevarenden werd gevormd, voerde hem regelrecht naar een sensationele conclusie. Dat hij ze niet uit de weg is gegaan strekt hem als man van de wetenschap tot eer! Ook moet het als een enorme Verdienste van hem zelf en van zijn gelukkig onbevooroordeelde team worden beschouwd, dat hij er in slaagde een aantal mensen voor de door hem op het spoor gekomen geheimen te sensibiliseren. In geen geval mag hier de fascinerende ontdekking van de Nederlanders Van der Meer en Moerman (Nieuwe Sporen naar het Verleden) onvermeld blijven. Deze onderzoekers analy seerden de zogenaamde Kaart van Glareanus uit 1510, die dus nog voor de portulaan van Piri Reis is genaamde Kaart van Glareanus uit 1510, die dus nog vöör de portulaan van Piri Reis is ontstaan. Wat beiden trof was de verregaand exaete vorm van Zuid-Amerika, waarbij de keurige weergave van de westkust, doch vooral het uitlopen op een punt, die niet aan het Zuidpoolcontinent vastzit, ruimschoots de geografische kennis voorbij- IIET GEHEIM VAN DE VERDWENEN BESCHA- VING(EN). Zo het mij toegestaan is een Franse uitdrukking letterlijk te vertalen, ook al komt het Nederlands zelf wat in de verdrukking, dan zou ik zeggen, dat professor Hapgood een man is, die de moed van zijn overtuiging bezit. De analyse van de kaart van Piri Reis en het hieruit volgend onderzoek naar aspecten van de mid- deleeuwse en humanistische cartografie, niet om aan te tonen dat er zieh een weliswaar 41

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 43