bekend gemaakt dat in de afdeling voor kernonderzoek van de universiteit van Riso (Denemarken) door toepassing van de thermoluminescentie- techniek de geheimzinnige, door de eerste tenoren der archeologie verketterde voorhistorische vondsten van Glozel, voorgoed als authentiek werden erkend. Voortaan weet men dus dat de in dit Franse gehucht nabij Vichy gevonden bodemschat welke onder meer beschreven, alsnog onleesbare kleitabletten bevat die op zijn nrinst van 5.000 v.C. dateren, geen grap is van een intelligente landbouwer, doch de onweerlegbare getuigenis van een totaal onbekende, ons met stomheid slaande cultuur. Over deze zaak wordt iets meer in detail getreden in het opstel 'Mr. Australopithecus, I presumeV Dit zijn slechts enkele voorbeelden welke van dag tot dag ook de door Hapgood aangekleefde theorie, vroeger te vaak tot het domein behorend van uitsluitend intui'tief denkende traditionalisten, steviger grondslagen bezorgen. Hapgood noemt zelf een reeks imponerende voorbeelden, ont- leend aan andere wetenschappelijke gebieden dan het zijne. Zo analyseert hij onder andere grondig het vaak te flodderig beschreven en aldus te gemakkelijk weerlegbare geval van de Piramide van Cuicuilco, vlakbij Mexico-stad. Deze constructie is na grondig onderzoek van houtskool- restanten, aangetroffen nabij de diepst in de grond verborgen grond- vesten, inderdaad 5.000 v.C. gedateerd. In feite wist men dat al geruime tijd; geologen hadden op grond van aldaar aanwezige vulcanische afzettingen nauwkeurig deze ouderdom berekend. De meeste archeologen legden evenwel niet de geringste belangstelling aan de dag voor de bewijsvoeringen van de geologen. Nu hun thesis bevestigd werd door de ook voor de eigen discipline toonaangevende C-14 methode, beperken zij er zieh overigens toe er het zwijgen toe te doen. de voorhistorische grotschilderingen Wat Glozel, Stonehenge of Cui cuilco betreft breekt uiteraard vroeg of laat de waarheid wel door. Of deze doorbraak echter voor morgen is? Ik zou er geen eed op durven doen. Te nadrukkelijk zweeft mij ook het geval voor ogen van de Franse prehistoricus Leroy-Gourhan wiens nieuwe, overigens hoegenaamd niet aan het parallel onderzoek deelachtige opvattingen over de betekenis van liet aan bod konden komen, zo lang 44

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 46