arl en Nyls brachten de stoeltjes weer binnen, en de koffie en de sigaartjes. Ze keken weer naar de naam van de afzender van de globe op het afgescheurde papier. 'Nwaak, Kraats-eiland,' zei Carl mee- smuilend, 'dat is toch geen manier om je adres te vermelden, zoiets doe je eenvoudig niet.' 'En dan... en dan, Kraats-eiland, waar ligt dat eigenlijk...? bestaat het eigenlijk wel?' voegde Nyls eraan toe. 'Wij maken nu al jaren kaarten en globes. We kennen toch de namen van alle landen, zeeen en eilanden, maar Kraats-eiland ben ik nog nooit tegengekomen.' 'Het is een grappenmaker die ons dat ding heeft gestuurd,' zei Carl, 'laten we ons niet te druk maken om de zaak.' Maar toch gingen ze de globe nu wat beter bekijken. Ze schrokken. Wat ze eerst voor een wit waasje boven Europa hadden aangezien bleken wölken te zijn. Daar kwamen ze met het blote oog niet achter maar met behulp van een verrekijker die duizend- maal vergrootte en met een miscroscoop die zesduizendmaal vergrootte wel. 'Die wölken zijn echt,' mompelden Carl en Nyls in opperste ver- bazing, 'ze verdikken zieh, ze verspreiden zieh, ze bewegen met de wind, ze kunnen regenen, hoe is het mogelijk en dat alles in het klein.' En daar gaat een groot vliegtuig!" riep Nyls, 'het vliegt van Djakarta naar Singapore.En daar gaat een groot schipriep Carl, 'het is te dwaas om los te lopen, hoe is het mogelijk, het vaart van Malaga naar Tanger.' Daarna zagen ze met behulp van de kijker en de microscoop bossen die wuifden op de wind, mensen in de Steden, treinen, werkende fabrieken, fietsers op een eenzame landweg en alles bewoog zieh voort. alles ging precies zoals het op de aarde ook gaat. 'Ga jij eens in de tuin staan en op een opvallende piek,' zei Carl tegen Nyls en Nyls deed het. Carl tuurde met de microscoop op de globe en toen werd hij pas echt bang. Hij zocht Noorwegen door de microscoop op de globe, toen de fjord, toen de baai, toen het huis waar ze woonden. Elij zag duidelijk de tuin en midden in die tuin, gezien door de microscoop, stond Nyls te zwaaien. 'Ik zie je zwaaien!' riep Carl, 'Nyls, ik zie je zwaaien, trek niet van die rare gezichtenBibberend van angst kwam Nyls weer binnen. Hij keek door de kijker en zag hoe de fabrieken werkten, hoe drommen Studenten zieh naar de universiteit spoedden, hij zag de dieren des velds, hij zag de boeren op Noord-Beveland uien rooien. Hij zag het door bommen geteisterde Vietnam en het mooie landschap van Midden-Engeland. Dubbeldeksbussen zag hij in Londen rijden. Ergens op het Strand van Java lagen een jongen en een meisje te vrijen op een stil plekje. Nu trokken de twee vrienden wit weg. 'Het is onmogelijk,' mompelden ze, *deze globe is een gave kopie van de werkelijkheid, zoiets zouden wij niet kunnen maken, ook al werden we duizend jaar. Alleen God of iemand van die grootte zou iets dergelijks hebben kunnen vervaardigen.' En de twee mannen begonnen te vrezen met grote vreze. 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 55