II oe betcr ze de globe bestudeerden hoe banger ze werden. Van
ongeloof vielen hun de ogen haast uit de kassen. 'Deze globe is nog
veel verschrikkelijker dan wij gedacht hebben,' zei Carl. 'Toen hij
werd ingepakt werd het donker op de aarde, toen postmannen de
globe beroerden en het papier van het omhulsel de giobe licht deukte
waren er verschrikkelijke aardbevingen. Deze globe is de moeder van de
aarde, zij is het prototype. Maar wat vreemd dat ze dan toch op een
voetstuk Staat en niet boven de tafel blijft hangen.' 'Afschuwelijk,'
mompelde Nyls, 'dus nu kunnen wij alles verklaren, wij kunnen de
zonsverduistering van drie weken lang, de aardbevingen en het verlies van
zoveel duizenden mensenlevens en dieren verklaren. Maar is het dan ook
niet zo dat als we met een speld in Afrika prikken, laten we zeggen midden
in de woestijn, dat daar dan een gat ontstaat van tientallen kilometers diep
en honderden meters in het rond?' 'Ja natuurlijk,' merkte Carl op, 'zo is
het maar net. Laten we voortaan in vredesnaam van de globe afblijven.
Heb je al in de gaten dat de aarde heel langzaam draait? In een uur is de
globe net zo'n groot stuk om zijn as gedraaid als de aarde dat zelf ook heeft
gedaan...' 'We moeten erachter komen waar Kraats-eiland ligt! riepen ze
nu als een man uit, 'we moeten erachter komen wie Nwaak is.' 'Maar een
moet er hij de globe blijven om hem te bewaken,' zei Carl, 'als iemand hem
in stukken hakt of laat vallen is het met onze wereld gedaan.' 'Ik heb last
van bronchitis,' zei Nyls, 'ga jij maar reizen en de zaak uitzoeken.' 'Eerst
zullen we nog eens in de bibliotheek zoeken,' zei Carl, 'we zullen brieven
naar alle kaartenmakers schrijven of ze weten waar Kraats-eiland ligt.
e zochten en zochten in de bibliotheken maar nergens vonden ze
een aanknopingspunt. Ze schreven naar vele geleerden op de hele
wereld maar niemand kon uitsluitsel geven. In Stanford, Berkeley
noch in Moskou, in Tokio noch in Leiden, in Oslo noch in Sydney
had men ooit van Kraats-eiland gehoord. Langzaam kwamen de brieven in
Noorwegen bij de vrienden binnendruppelen en bij iedere brief die ze
lazen raakten ze meer teleurgesteld. 'Afschuwelijk,' mompelden ze, 'een
griezelige zaak.' We moeten het bestaan van deze globe aan niemand
bekendmaken,' zei Carl tegen Nyls, 'de inlichtingendiensten van de grote
machten zullen ons overmeesteren. Deze globe is tegelijk wereld, bom,
schuld, onschuld, schijn, werkelijkheid en het gevaarlijkste van alles.
Nwaak heeft ons een grote verantwoordelijkheid in handen gelegd.
Waarom zou hij ons de globe eigenlijk hebben gestuurd? Vondhij het dan
zo belangrijk dat het ding bij ons aankwam? Had hij daar duizenden
mensenlevens, aardbevingen en een zonsverduistering voor over?' Nu
borgen ze de globe op een zeer veilige plaats en ze Spraken met niemand
54