STUDIEDAG WERKGROEP
KAARTBEHEER
De voorjaarsstudiedag werd op 18
mei jl. gehouden in het Jan Kops
huis te Wageningen, alwaar de
Centrale Bibliotheek van de Land-
bouwhogeschool Wageningen onze
gastvrouwe was. Er waren onge-
veer 55 deelnemers. Na de koffie
werd de vergadering door de voor-
zitter, de heer Staal, geopend.
Deze deelde, na een terugblik op
de zomercursus, mee dat drs. Roel
van der List, werkzaam bij Konink-
lijke/Shell Exploratie en Produktie
Laboratorium, zitting heeft geno-
men in het bestuur van de werk-
groep.
Het met de convocatie meesturen
van een informatieblaadje betref
fende het voornemen tot publiceren
van twee uitgaven -te weten een
boek waarin een aantal belangrijke
en/of interessante kaartenverzame-
lingen beschreven worden en een
nieuwe editie van de 'Gids voor
kaartenverzamelingen in Neder-
land' - sorteerde het gewenste ef-
fect. Na enige discussie werd er
een voorbereidingscommissie sa-
mengesteld welke zieh zal bezig-
houden met de haalbaarheid en de
vorm van voornoemde publikaties.
Deze commissie zal bestaan uit
R. Haubourdin (ARA), H. van Snel-
lenberg (geograaf), D. de Vries
(UB Leiden) en J. Werner (UB Am
sterdam). Vervolgens deelde de
heer Braam van de Topografische
Dienst mee dat waarschijnlijk me-
dio 1984 bij Canaletto een catalogus
van de Bonne-blaadjes zal verschij-
nen, welke grotendeels samenge-
steld is o. 1. v. de oud-bibliotheca-
ris van de Topografische Dienst
de heer Fortuin. Verder zal bij
dezelfde uitgever misschien een
atlas met zwart-wit Bonne-blaad
jes uit de periode 1920-1930 ver-
schijnen. Tot slot deelde de heer
Van de Waal mee dat het Bureau
CCK eind 1983 zal verhuizen naar
de Koninklijke Bibliotheek. Dit be-
tekent dat de systeem-technische
kant vanaf die tijd via PICA gere-
geld dient te worden.
Niet veel later dan gepland hield
ir. E. Troeleman, coördinator van
de afdeling collectievorming en
klasseren van de Centrale Biblio
theek van de LH Wageningen, een
lezing betreffende de systematische
en geografische ontsluiting van
documenten. Hiervoor wordt ge-
bruik gemaakt van een UDC-code
welke de uitgebreide Duitse UDC
als grondslag heeft en die volgens
bepaalde huisregels wordt toege-
past. Voordat titelbeschrijvingen
gemaakt worden dienen de classifi-
caties toegekend te zijn. De afde
ling houdt zieh alleen bezig met de
collectie van de LH en slechts ge-
deeltelijk met de autonome institu-
ten in Wageningen.
Vervolgens beschreef L. A.Derksen,
hoofd van de afdeling catalogiseren,
hoe het titelbeschrijven vroeger en
nu bij de Centrale Bibliotheek
plaatsvond. Zoals bij elke biblio
theek gebeurde dit vöör 1980 met
de 'Rijksregels' en werd er voor
de raadpleging tot 1962 gebruik ge
maakt van de Leidse boekjes en tot
1980 van fiches (sinds 1980 kan
men ook per micro-fiche raadple-
gen).
In 1980 werd BAS (Bibliotheek
Automatiserings Systeem) inge-
steld o. a. op basis van de ISBD's
en een aangepaste versie van
MINISIS. In BAS worden aparte be-
schrijvingen van monografien en
van seriele publikaties ingevoerd.
De primaire invoer (on-line) ge-
beurt tegenwoordig door de voor-
malige typistes, die een verkorte
cursus titelbeschrijven hebben ge-
volgd, via een soort vraag-en-
antwoord-spel. In deze constructie
zijn de oorspronkelijke titelbe-
schrijvers controleurs geworden.
Voor het Wageningse circuit (de
LH en ongeveer 45 autonome insti-
tuten) zijn sinds 1980 ongeveer
80. 000 boektitels en 13. 000 tijd—
schrifttitels ingebracht. Het titel
bestand van boeken 1962-1980 (on
geveer 180. 000 titels) zal door de
firma Arsycom naar BAS gecon-
verteerd worden. De lopende tijd—
schrifttitels zijn in de loop van
1981-'82 intern geconverteerd.
Vanaf nu zullen de uit BAS samen -
gestelde CLC (Centrale Landbouw
Catalogus), de CTC (Centrale
Technische Catalogus) bij de TH
Delft en de Centrale Catalogi van
de Koninklijke Bibliotheek via een
miniformat ingebracht worden in
de NCC (Nationale Centrale Cata
logus).
De kartografische materialen zijn
grotendeels geconcentreerd in het
Staringgebouw. Ten behoeve van
de invoer van kartografische docu
menten zal een gedeelte van de
database gereserveerd worden voor
hun kartografische beschrijvingen.
Na een goede lunch ving de middag
aan met een inleiding van drs. C.
Oldenburger-Ebbers betreffende
de Speciale collecties in de LH.
Dit zijn: a. manuscriptverzame-
lingen (o. a. van Jan Kops), b.
gedrukte werken vöör 1840 (oor-
spronkelijk vöör 1800), c. öön-
mans-collecties (verzameld door
öön individu of betreffende öön
auteur)d. botanische prenten en
gouaches, e. collectie tekeningen
en prenten betreffende tuinarchi-
tectuur (o. a. Springer-collectie).
Deze Springer-collectie is toegan-
kelijk gemaakt via een systematiek
die ontwikkeld is bij het Nederlands
Documentatie Centrum voor de
Bouwkunst. Met behulp van het
Kunsthistorisch Instituut te Utrecht
werd tevens van deze collectie een
fototheek aangelegd.
De dag werd besloten met een de
monstratio van on-line titelbeschrij
ven, een rondleiding door de biblio
theek en een bezichtiging van de spe
ciale collecties.
Jan Smits
PROFESSOR MEYNEN ERELID
ICA
Tijdens de 32ste Tagung van de
Deutsche Gesellschaft fiir Karto
graphie te Kiel in mei jl. bood
Professor Ormeling als President
van de ICA aan professor Meynen
het erelidmaatschap der internatio
nale vereniging aan. Professor
Meynen is in kartografenkringen
in de eerste plaats bekend als in-
spirerende hoofdredakteur van het
Veeltalige Woordenboek van Tech
nische Termen in de Kartografie
(VWK) dat in 1973 het licht zag en
waarvan in 1984 een tweede druk
zal verschijnen.
Het VWK mag worden beschouwd
als een schoolvoorbeeld van goede
internationale samenwerking.
Onder leiding van prof. Meynen
waren in totaal circa 150 deskundi
gen, verdeeld over 14 taalgebieden
(in de 2e druk 18)bij het VWK
betrokken. Het was Meynen's
Verdienste deze nationale werk-
groepen te motiveren, te coördine-
ren en tot een gezamenlijke inzet
voor een lange termijn project als
het Woordenboek op te wekken,
een werk dat in 1984, wanneer de
2e druk uitkomt, 20 jaar zal heb
ben omvat.
F. J. Ormeling
Meer berichten vindt U op pag. 20.
KT 1983. IX. 3
9