r r r CURSOR BRUIKBAAR GEDEELTE VOOR j DI GITALI SEREN MEN u A J4 a T Het coderen kan men bewerkstelligen door het intoet- sen van de code (in letters of in cijfers) op het toetsen- bord op de digitaliseertafel of op toetsen op de Cursor (in Engeland construeerde men een Cursor met 16 toetsen). Ook kan men gebruik maken van een zgn. menu. Dat is (zie figuur 9) een klein deel van het oppervlak van de digitaliseertafel bedekt door een rechthoek waarop veel gebruikte Symbolen of soms ook instrukties staan aangegeven. oooo i i i i I l V r^rrr tiii Fig. 9. Menu techniek De cursor kan men dan plaatsen in het vakje van het symbool dat men wil aangeven in de code. Men drukt dan de registratietoets op de Cursor in en de code is geregistreerd. Dit komt doordat een deel van het ge- heugen van de Computer is gereserveerd voor deze coderingsmethode. Het betreffende vakje is door mid- del van een programma gekoppeld aan de code die in het geheugen van de Computer is opgeslagen. Een voordeel van deze methode is dat de Operateur niet alle coderingen uit het hoofd behoeft te kennen, nade- len zijn echter dat een deel van het werkbare opper vlak bezet is en een deel van het computergeheugen bezet houdt. Editing In het manuaal, met de hand, digitaliseren kunnen meerdere fouten worden gemaakt. Men kan bijvoor- beeld a. een verkeerde code aan een object gegeven hebben; b. een lijn te onzuiver gevolgd hebben; c. stukjes in een lijn hebben overgeslagen; d. verkeerde punten met elkaar verbonden hebben. Deze en andere fouten kan men natuurlijk ontdekken gedurende het digitaliseren of vlak erna en men kan dan direkt het foutieve deel herhalen. Bij het 'editen' (corrigeren en eventueel bijwerken) kan men twee mogelijkheden onderscheiden en wel het 'on-line' en het 'off-line' editen. Bij het on-line editen heeft men de beschikking over een interaktief systeem bestaande uit: - een Computer; - een digitizer met een keyboard en eventueel een menu; - 66n of twee schermen. Het te digitaliseren kaartblad ligt op het blad van de digitizer en met de Cursor worden de lijnen en punten vastgelegd, gekoppeld aan een code. Deze gegevens worden opgeslagen op een magnetisch schijfgeheugen in de Computer en kunnen direkt ge- toond worden op d6n der schermen van het Werkstation. Men heeft aan zo'n Werkstation soms twee beeldscher- men. Op een ervan worden dan alle gedigitaliseerde objecten getoond en op het andere kan men een deel zonodig uitlichten en vergroten ('windowing'). De bewegingen van de Cursor kan men op het scherm volgen. Met behulp van de digitizer en de beeldschermen kan men, uiteraard met de Computer daaraan gekoppeld, interaktief werken. Dat wil zeggen men kan zelf in- grijpen in het beeld, gedeelten wegnemen, nieuwe punten of lijnen met behulp van de Cursor en de beno- digde opdrachten aan de Computer aanbrengen, lijnen aan elkaar aansluiten, huizen rechthoekig maken, enz. Alle handelingen die men zo verricht, worden ook verwerkt in het gegevensbestand (de gedigitali seerde gegevens). Men heeft dus na het editen een 'schoon' (foutloos) bestand. Het on-line editen kan men direct, gedurende het digi taliseren doen, maar men kan dit ook doen nadat het geheel, dat men bewerken wil, gedigitaliseerd is. Voordat men gaat editen wordt in vele gevallen een zgn. controle-tekening ('check-plot') gemaakt, waarop men eventuele fouten of wij zigingen kan aanhalen. Zo'n check-plot maakt men op een zeer eenvoudige tekenmachine (een 'drumplotter' bijvoorbeeld). Nauw- keurigheid en kwaliteit van zo'n checkplot zijn van minder belang. Het on-line werken heeft veel voordelen, men ziet direct wat er gedaan is. De daarvoor benodigde apparatuur vraagt echter een grote financiele inveStering. Het off-line editen vraagt aparte programmatuur om via de checkplot en het teruglezen via de digitizer of de tekenmachine zaken weg te nemen en eventueel later aan te brengen. Het off-line werken vraagt belangrijk minder aan in- vesteringen, maar is voor de Operateurs veel minder bevredigend. Het is ook tijdrovender. De Operateurs hebben vooral ook tijdens het digitaliseren een veel minder zeker gevoel dan bij het on-line digitaliseren. Automatisch digitaliseren Het digitaliseren is een zeer tijdrovende bezigheid. Men heeft dan ook al lang gezocht naar de goede moge lijkheden om dit te automatiseren. Thans onderscheidt men twee soorten semi-automatische digitizers n. 1. de 'line-followers' en de 'raster Scanners'. De Line-Followers zijn in staat om de kruisdraad längs een lijn op het beeldscherm te sturen, maar de Operateur moet er wel steeds bij zijn om het meet- merk op een lijn te zetten. Ook moet er op snijpunten worden ingegrepen. Bij openingen in de lijnen, bij voorbeeld bij streeplijnen, heeft men ook moeilijkhe- den. Het voordeel is wel dat men steeds vooraf de te volgen lijnen kan coderen via het keyboard. Men noemt deze methode vaak semi-automati seh. De raster-scanners werken volgens het beginsel van KT 1983. IX. 3 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 17