Fortran
Hard copy
Hardware
Input
Interactief (interactive)
K
Keyboard
Light pen (light stick) (licht pen)
Line follower
Line printer
Magnetic tape
Menu
Merge (aansluiten)
Off-line
On-line
Origin
Output
Passief beeldscherm
(passive display)
Pixel
Photohead (fotokop)
Plotter
Polygoon (polygon)
Programma
Programmeertaal
Raster
Raster plotter
Raster Scanner
Refreshing tube
Resolutie (resolution)
Scanner
Smoothing
Software
Storage tube
Stream mode
Tablet
Tangentiale controle
(tangential control)
Samentrekking voor "FORmula TRANslator". Is een programmeertaal.
Afdruk op papier van Computerresultaten of van beeiden op het beeld
scherm.
Apparatuur (in tegenstelling tot Software programmatuur) (hardware
lett. ij zerwaren).
Invoer. Dat wat men in de Computer invoert.
Met voortdurende communicatie tussen mens en machine. Scherm of
venster waarop men interactief kan werken.
Symbool voor 1000 of eigenlijk 1024 210). Een Computer met een capa-
citeit van 32 x 1024 32768 bytes noemt men een 32K bytes Computer.
Toetsenbord waarmee letters, tekens, cijfers of instrukties ingevoerd
kunnen worden.
Cursor ter grootte van een balpen die gebruikt wordt om een plaats op
een beeldscherm aan te geven.
Een digitizer die manuaal of semi-automatisch lijnen van het beeld volgt.
Regeldrukker; apparaat waarop de Computer tekens van ödn regel als
geheel afdrukt.
Magneetband.
Een rechthoekig vak op de digitaliseertafel waarop een aantal veel ge-
bruikte Symbolen staan getekend en dat men kan gebruiken voor codering
door de gewenste Symbolen met de Cursor in het vakje aan te wijzen of
waarmee men ook opdrachten kan geven.
Twee lijnen aan elkaar aansluiten. Als het nodig is past men eerst
'clipping' toe (is weghalen van een deel) en sluit dan opnieuw aan.
Zodanige opstelling van apparatuur dat niet direct verwerking van de
gegevens in de centrale rekenapparatuur mogelijk is.
Zodanig opstellen van apparatuur dat wel directe verwerking van gegevens
in de centrale rekenapparatuur mogelijk is.
Oorsprongpunt van een coördinatensysteem.
Uitvoer, meestal Computerresultaten.
Een beeldscherm waarop men kan registreren, maar niet kan ingrijpen
(in tegenstelling tot interactief scherm).
Picture element, kleinste oppervlakte eenheid, waaruit een rasterbeeld
kan worden opgebouwd.
Apparaat gemonteerd op de 'carriage' van een tekenmachine, waarmee
lijnen en/of Symbolen op filmmateriaal kunnen worden 'getekend'.
Tekenmachine.
Gesloten veelhoek.
Serie Computer opdrachten.
Taal, waarin een programma kan worden geschreven, bijv. Fortran,
Basic.
Netwerk van kleine cellen in horizontale en verticale banen.
Tekenmachine welke tekent volgens het raster principe (in tegenstelling
tot een vector plotter).
Een automatische digitizer, welke een beeld in horizontale zeer smalle
tegen elkaar liggende of elkaar overlappende stroken aftast.
Een beeldscherm waarop het beeld repeterend wordt opgebracht bijv.
minstens 30x per seconde. Voordeel is dat beeld direct gewijzigd kan
worden.
Onderscheidend vermögen. Een maat die aangeeft hoe fijn een apparaat
eenheden kan onderscheiden of afbeelden. Höge resolutie betekent zeer
fijn onderscheidingsvermogen.
Apparaat, dat een beeld (of het terrein) aftast in aansluitende of elkaar
overlappende stroken en dat beeld in pixels vastlegt op magnetische band
of op een schijf.
Een handeling waarmee lijnen of rasterpunten of oppervlakken in
vloeiende vormen kunnen worden afgebeeld.
Programmatuur voor een Computer.
Beeldbuis, die een beeld voor een aantal minuten of uren kan vasthouden
(in tegenstelling tot refresh-tube).
Een methode van digitaliseren, waarbij coördinaten van punten van lijnen
achter elkaar worden geregistreerd in een vooraf ingesteld tijdsinterval
(time mode) of afstandsinterval (Incremental mode).
Digitaliseertafel of -blad.
Automatische besturing van de graveerbeitel, mes of fotokop van een
plotter, op zodanige wijze dat de tekenstand of snijkant steeds in de goede
positie Staat.
KT 1983. DC. 3
19