- koppeling tussen Perceelsidentificatie, Adres en
Plaatscoördinaat Positie) (PAP);
- integratie van de kaartvervaardiging van groot-
schalige kartografische kadastrale Produkten zoals
de kadastrale kaart (bijblad), de GBKN en het
werkplan voor de ruilverkaveling. (Landmeetkun-
dig en Kartografisch Informatiesysteem, LKI).
Om tot een gestructureerde aanpak van de ontwikke-
ling van het LKI-systeem te komen wordt SDM toege-
past (System Development Methodology)
Voor zover de eerste twee ontwikkelingen in verband
staan met het derde systeem wordt hierop later terug-
gekomen. In het navolgende zal hoofdzakelijk op dit
LKI-systeem worden ingegaan.
Een belangrijk aspeet bij het LKI-systeem is de om-
vang van de informatie. Om een indruk daarvan te
geven: een totale bedekking van Nederland omvat ca.
33. 000 kadastrale bijbladen en/of ca. 70. 000 GBKN-
bladen.
LKI-project organisatie
Bij het LKI-project zijn ongeveer 40 medewerkers van
de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers
betrokken, zowel uit de hoofddirectie Apeldoorn, als
uit de provinciale directies.
Schematisch kan de organisatie als volgt worden
weergegeven.
SDM
Bij de ontwikkeling van het systeem wordt SDM toege-
past. Daarin worden achtereenvolgens acht fasen
doorgelopen.
0.
Vooronderzoek
1.
Definitiestudie
2.
Functioneel ontwerp
3.
Technisch ontwerp
4.
Programmering en taakverdeling
5.
Testen
6.
Invoering
7.
Gebruik en beheer
Momenteel verkeert het LKI-systeem in de tweede
fase, de definitieStudie, die volgens planning in mei
1983 moet worden afgerond.
De definitiestudie geeft na de probleemStelling achter
eenvolgens weer:
- informatie over het huidige systeem en organisatie;
- doelstelling en eisen van het toekomstig (LKI)-
systeem;
- globaal ontwerp van het LKI-systeem en eventuele
alternatieve oplossingen;
- evaluatie en planontwerp (inclusief kosten/baten
analyse);
rapportage.
De SDM-methode omschrijft alle activiteiten, die uit-
gevoerd moeten worden in iedere fase, alsmede de
rapportage van die activiteiten en hun onderlinge
relatie. Daarmee kan deze ontwikkelingsmethode als
een checklist gebruikt worden bij de uitvoering van
het project.
LKI, een stand van zaken
ad hoc
werk-
groepen
Stuurgroep
Projectleid ing
LKI
werk-
POF,
LKA
groepen
Personele
Landmeet-
Organisato
kundige en
rische
Kartogra
Financi'ele
fische
Aspeeten
Aspeeten
Beheer en
Bij houding
Digitaliseren
Naverkennen
Digitaal
Fotogram-
metrisch
Kaarteren
Interactief
grafisch
kaarteren
gebruikers-
groep(en)
Het Landmeetkundig en Kartografisch Informatie
systeem is sedert 1978 in Studie bij het Kadaster.
Daarbij wordt aandacht geschonken aan de gegevens-
structuur en bestandsopbouw, de classificatie van
elementen, de registratie van de precisie en betrouw-
baarheid, alsmede de conversie van analoge informa
tie in digitale informatie.
Gegevens en bestand zijn zodanig opgebouwd en ge-
structureerd dat ze toegankelijk zijn via
- een kadastrale identificatie (kadastrale gemeente,
sectie en perceelnummer);
- het burgerlijke adres (burgerlijke gemeente,
straat, huisnummer);
- de topografische identificatie (coördinaten in het
systeem van de Rijksdriehoeksmeting);
- identificatie in een ruilverkavelingsblok (via ruil-
verkavelingsblok, de ruilverkavelingskaart (het
zgn. werkplan 2) en het kavelnummer).
De positie van het perceelnummer zal ook in coördi
naten bekend zijn (plaatscoördinaten in RD)waardoor
het PAP-systeem ook in de bestandstoegang opgeno-
men is. PAP staat voor de relatie tussen het kadas
trale Perceel, het burgerlijke Adres en de positie in
Plaatscoördinaten. De beschrijving van de opzet voor
dit systeem verkeert in een eindstadium en staat in
nauw verband met de AKR-ontwikkelingen.
De classificatie van elementen betreft de beschrijving
van alle voor het Kadaster in het terrein voorkomende
elementen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen
punt-, lijn- en oppervlakte-elementen.
40
KT 1983. IX. 3