UTRECHT
die op verschillende levels is opgeslagen. Met de op-
geslagen grafische informatie kan men vervolgens
gaan manipuleren op een wijze die voor interactief
grafisch werken gebruikelijk is (verplaatsen, schalen,
roteren enz.Deze operaties worden voornamelijk
uitgevoerd op elementen zoals noordpijl, schaalstok
e. d. die in sommige gevallen nog niet op de gewenste
plaats staan. Dit geldt met name voor die gevallen,
waarbij slechts van een gedeelte van het gebied een
kaart gemaakt dient te worden. Daarnaast kan de ge-
Fig. 4. Een figuratieve kaart vervaardigt met IGIS.
bruiker nog elementen toevoegen, indien dit gewenst
zou zijn. Wanneer men tevreden is met het resultaat
dan kan vervolgens een kaart getekend worden, in dit
geval met de CALCOMP 960 drumplotter. Deze plot-
ter kan met gebruikmaking van slechts ödn pen vier
verschillende lijndiktes tekenen. De plotter is uitge-
rust met een penhouder waarin 2 tekenpennen ge-
plaatst kunnen worden. Indien men met meer dan 2
kleuren wenst te werken dan kan men tijdens het plot-
proces de tekenpennen door andere vervangen. Een op
deze wijze vervaardigde kaart is afgebeeld in figuur 4.
Het interactief werken kent overigens ook zijn beper-
kingen. Het plaatsen van 2300 puntsymbolen neemt
ongeveer 15 minuten in beslag. Wanneer men niet te
vreden is met het resultaat, dan moet in de meeste
gevallen dit proces opnieuw doorlopen worden. Het
zou in het kader van dit artikel te ver voeren om hier
dieper op in te gaan. Daarnaast is het zo, dat de uit-
eindelijk ontworpen kaart, wanneer men deze op een
beeldscherm afgebeeld ziet, er anders uitziet dan de
op basis van deze gegevens getekende kaart.
De voornaamste oorzaken zijn:
- het beeldscherm heeft een donkere ondergrond,
terwijl een kaart een witte ondergrond heeft. Met
het gevolg dat grijswaarde-verschillen in beide
gevallen anders ervaren worden.
- door de beperkte afmetingen van het beeldscherm
kan men het volledige ontwerp nooit op dezelfde
schaal beoordelen als waarop dit getekend wordt.
Dit betekent dat men zieh achter het beeldscherm
moet beperken tot het bekijken van kaartdetails die
wöl op de tekenschaal afgebeeld zijn. Dan kan het
echter nog voorkomen dat Symbolen die op het beeld
scherm goed te lezen zijn, in de getekende kaart
dichtslibben, waardoor een bepaald grijswaarde-
verschil tussen 2 klassen helemaal wegvalt.
Slotopmerking
De laatste tijd is er een discussie ontstaan over de
bruikbaarheid van gridbestanden. In het kader van het
project Digitale Topografie 2e fase van de Stichting
Studiecentrum voor Vastgoedinformatie wordt thans
onderzoek verricht naar de techniek en toepassing
van ruimtelijke gegevensstrukturen. Hierbij zal een
vergelijking gemaakt worden tussen enerzijds het
toepassen van een raster- of een gridtechniek en
anderzijds het toepassen van een lijnsegmententech-
niek (een DIME-achtige struktuur).
Literatuur
1. JENKS, G. F. en M. R. C. COULSON (1963), Class
intervals for Statistical maps. International
Yearbook of Cartography, p. 120-133.
2. LAMSWEERDE, A. A. Ph. J. M. van (1981), Ruim
telijke gegevensstrueturen voor vastgoed- en
informatiesystemen, N. G. T. -Geodesia 23e jaar-
gang, p. 353.
3. ORMELING, F. J. (1981), Collegedictaat Thema
tische Kartografie, Rijksuniversiteit Utrecht,
p. 52-63.
4. SMEETS, J. F. (1982), Collegedictaat Kaartont-
werp met behulp van het I. G. I. S. -systeem,
Technische Hogeschool Delft, afd. Geodesie.
5. WEBER, W. (1982), Raster - Datenverarbeitung
in der Kartografie, Nachrichten aus dem Karten-
und Vermessungswesen, Reihe I: Orginalbeiträge,
I. S. S. N. 0469-4236, Heft Nr. 88, Verlag des
Instituts für Angewandte Geodäsie, Frankfurt am
Main, p. 111-190.
Noot
De auteur van dit artikel is thans werkzaam bij de
Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie te
Delft.
Summary
J. F. SMEETS: IGIS - AN INTERACTIVE GRID-
ORIENTATED INFORMATION SYSTEM.
The system described here has been designed in order
to allow 3rd-year geodesy students to practice thematic
map design in a grid format, based on sequential
storage, grid-cell centroids and their co-ordinates.
The graphic options consist of point-symbols that vary
in size, greyvalue, strueture, orientation/direction
and form, while colour variations can be added in the
final produetion process.
These symbol s can be combined with (parts of) a topo-
graphical database. Data are being edited and classi-
fied on an alphanumeric terminal; appropriate point
symbols are selected and placed in a design file,
which is consequently attached to the Interactive
graphic system, to which a suitable topographic base
map is added, selected to this end from the levels of
a different design-file. The two components can be
manipulated then (scaled, moved, rotated, etc.until
the combination suits the requirements and can be
plotted on the Calcomp plotter.
WIJK- EN BUURTINDELING
MAARTENSDIJK
LEGENDA
0 - 15 MANNEN
16 46
KLASSE-INOELING V0LGENS NESTED MEANS
BUUfiTEN 10-15-16-17-18 EN IS
KT 1983. IX. 3
53