Tien vragen over de toekomst van de
automatisering in de kartografie
Ter gelegenheid van het uitbrengen van dit speciale themanummer van het Kartografisch Tijdschrift zijn door
de redaktie een tiental vragen opgesteld en voorgelegd aan de heren prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts (Technische
Hogeschool, Delft), J. P. Heerema (Stiboka, Wageningen),prof. dr. ir. C. Koeman en drs. K. Sijmons (ITC,
Enschede). Hieronder volgt een samenvatting van de antwoorden.
Vraag 1
Wat is naar uw mening het belangrijkste gevolg van de
automatisering voor de funktie en positie van de kar-
tografische tekenaar?
Uiteraard hangt de invloed van de automatisering op
de funktie en positie van de kartografisch tekenaar
sterk af van zijn aanpassingsvermogen en de moge-
lijkheden die hem geboden worden voor (bij)scholing.
Hoewel automatisering meestal ten koste van de werk-
gelegenheid gaat zal dit bij de kartografie niet altijd
het geval zijn, immers de mogelijkheden voor de
grafische presentatie van informatie worden door
automatisering verruimd. Niet ongevaarlijk voor
kartografen is dat bijvoorbeeld computerdeskundigen
zieh meer en meer met de kartografie gaan bemoeien.
In het algemeen zal het werk van de kartografische
tekenaars aanzienlijk veranderen. Zij kunnen hun
posities handhaven als zij inspelen op die körnende
veranderingen (Bogaerts).
Wat betreft de funktie is een grotere betrokkenheid in
de ontwerpfase van kartografische Produkten te ver-
wachten, evenals een inbreng in de vraagstelling en
formulering van opdrachtwensen. Een goede karto
grafische achtergrond is noodzakelijk om automatise
ring te kunnen stimuleren. Wat betreft de positie
krijgen kartografisch tekenaars waarschijnlijk een
breder werkterrein en een grotere zelfstandigheid
(Heerema).
Ontmenselijking. Met het gevaar dat de kartograaf in
het kartografisch proces tot een ongewenst persoon
wordt (Koeman).
De kartografische tekenaar zal het tot dusver door
hem gehanteerde instrumentarium toenemend vervan-
gen zien door digitale apparatuur. Zijn funktie zal
zeker blijven bestaan, maar hij zit niet meer aan de
tekentafel doch aan de digitizer en het beeldscherm.
Zijn manuele (teken-)vaardigheid, maar vooral zijn
kartografische kennis zullen onontbeerlijk blijven: de
automaat ontwerpt geen kaartenBij de nieuwe tech-
nieken zullen de ontwerpfase en de tekenfase manu-
ale digitalisering) in ään en dezelfde hand liggen, met
name bij de vervaardiging van statistische en thema
tische kaarten. Zijn positie binnen de kartografie zal
ongetwijfeld blijven bestaan, mogelijk onder een
andere naam: de kartograaf heette vroeger ook
karto-lithograaf (Sijmons).
Vraag 2
Welke onderdelen/elementen dienen te worden toege-
voegd c. q. uitgebreid in de opleiding van kartografisch
tekenaar?
Bij de opleiding voor kartografisch tekenaar moet
meer aandacht worden besteed aan automatische kaart-
vervaardiging. Onderwerpen: bediening van automa
tische tekentafels, digitaliseren van kaarten, Proble
men bij het converteren, gebruik van interactieve
grafische Systemen, elementaire kennis van karto
grafische Software, ruimtelijke gegevensstrueturen,
opbouw van een driedimensionaal, dynamisch grafisch
informatiesysteem. In verband met de ontwikkeling
van de thematische kartografie zal nog meer aandacht
moeten worden besteed aan kartografische ontwerpen
en het ontwerpen en gebruiken van Symbolen voor het
weergeven van bepaalde thematische informatie
(Bogaerts).
De automatiserings-component in het leerprogramma
voor PBNA Kartografisch Tekenaar dient urgent sterk
opgevoerd te worden met bijvoorbeeld de dementen:
basiskennis computerleer, in het bijzonder computer-
grafiek; bestandsorganisatie; kosten en toepassingen
apparatuur en Systemen; programmeren (Heerema).
Omdat het nog wel 50 jaar zal duren voordat de manie
van de automatisering is uitgewoed, moet je de jonge-
lui wel het spei met de knopjes leren. Over 10 jaar
kun je ze langzamerhand duidelijk maken dat de tech-
nologie, zoals we die nu beleven, het wezen van de
kartografie niet aantast (Koeman).
In de opleiding tot kartografisch tekenaar zal naast
de speeifiek kartografische vakken in toenemende
mate onderwijs in de nieuwe technieken nodig zijn
(werking en bediening van randapparatuur: automati
sche tekentafel, magneetband-eenheden, interactief
systeem, enz.(Sijmons).
Vraag 3
Hoe zal zieh de körnende twintig jaar de verhouding
tussen traditioneel resp. digitaal vervaardigde kaar
ten (naar aantallen en soorten) ontwikkelen?
De belangrijkste barriöre om thans op grootscheepse
wijze over te gaan tot het produceren van digitaal
vervaardigde kaarten is de prijs. Deze ligt bijvoor-
54
KT 1983. IX. 3