Ze belichten alle een aspect van de
werkzaamheden van het Kadaster
en de ontwikkeling daarvan in de
tijd. Vanwege de rol die het Kadas
ter in de opbouw van kaartwerken
in Nederland gespeeld heeft en nog
speelt zijn een aantal van deze bij-
d ragen ook voor kartografen van
belang.
De Haan geeft aan hoe het Kadaster
kartografisch een rol speelt in de
Ruimtelijke Ordening door de ver-
plichting bestemmingsplannen te
vervaardigen op basis van de kadas-
trale kaart. Hij is van mening dat
publieksrechtelijke rechtsfeiten zo-
als bescherming als monument of
natuurgebied in de Openbare Regis
ters moeten worden opgenomen.
Het verdient dan m. i. echter ook
aanbeveling dit t. b. v. het overzicht
ook grafisch op de (kadastrale)
kaart tot uitdrukking te brengen.
Ook Bogaerts pleit voor een kadas
ter dat naast informaties over zake-
lijke grondrechten (eigendom, hy-
potheek enz. ook het soort gebruik
en de gebruiker aangeeft. De waar-
de van het perceel is bij overdracht
bekend bij de Hypotheekbewaarder
en is dus na te gaan.
Van Wely bespreekt de wisselende
belangstelling van het Kadaster
voor de topografie, hetgeen tenslot-
te zijn neerslag heeft gevonden in
het huidige kaartbeeld van de groot-
schalige basiskaart en tot het weer-
geven van die topografie welke no-
dig wordt geoordeeld als inhoud van
de GBKN.
Koeman gaat het diepste in op de
rol die het Kadaster speelde bij de
ontwikkeling van de Nederlandse
kartografie na 1815. De 19e eeuw
was de eeuw van het Kadaster. De
kadastrale kaart werd toen niet al-
leen als ondergrond gebruikt bij
stadsuitbreidingen en infrastructu-
rele werken maar ook voor topo-
grafische karteringen op de schalen
1:50. 000 en 1:100. 000. De mono-
poliepositie, als enige grootschali-
ge opnamedienst, ging in de 20e
eeuw verloren - Van Wely geeft het
ook aan - en dat leidde tot een iso-
lering van het Kadaster, dat tech
nisch een tijd lang achterbleef.
Prof. Henriquez uit de aanbeveling
aan notarissen om een extract
kadastraal plan van het desbetref
fende perceel te verschaffen aan de
partijen om aan de overdrachtsakte
te hechten ter precieze omschrij-
ving van het perceel - en bepleit
zelfs het opmaken van een 'erven-
kaart' die het publiek een exacte
omschrijving geeft aangaande lig—
ging, figuratie, en begrenzing van
de betreffende kadastrale percelen,
zoals dat ook het geval was bij de
zogenaamde 'meetbrieven' in het
voormalige Nederlands-Indie.
Prof. Priemus geeft aan welke rol
het kadaster kan speien bij de ver-
strekking van informatie t. b. v. de
volkshuisvesting, al gaat ook hij
niet in op de kartering van de te
verstrekken gegevens. Van Schilf-
gaarde laat wel zien welke verras-
sende inzichten thematische karte
ring van deze gegevens kan ople-
veren en hoe toegankelijk de infor
matie daarbij wordt. Ook bij de
stedelijke herverkaveling kan de
kadasterkaart een belangrijke rol
speien.
Naast deze kartografisch relevante
zaken bevat de bundel veel meer,
zoals (zij het voor kartografen vrij
theoretisch aandoende) juridische
en landmeetkundige aspecten van
het kadastrale werk. Het is daar-
naast een feestbundel en bevat ook
een aantal de landmeetkunde en het
kadaster rakende gedichten, en
een magistrale lofrede op het
beroep van de landmeter van de
hand van Schäkel. Het belangrijkste
zijn echter de toekomstvisies die
alle een verdere integratie in de
maatschappelijke informatievoor-
ziening voorzien van de Dienst van
het Kadaster. Zoals gesteld zou
een verdere thematisch-kartogra-
fische uitwerking daarvan die
informatie-overdracht kunnen
bevorderen.
F. J. Ormeling
BÖHM, M. Der lachende Grensz-
stein. Heiteres und Kurioses Uber
Vermessung und Landkarten und
Randgebiete. 2. Auflage. Selbst
verlag M. Böhm. Prijs DM 14, -.
Aan dit boekje met verzamelde
cartoons, gedichten, krantenknip-
sels, grapjes, puzzels enz. Over
onderwerpen als landmeters,
kadaster, planning, kaarten, auto-
matisering e. d. werd in KT 1980.
VI. 3 al een bespreking gewijd.
Nu de eerste uitgave is uitver-
kocht heeft de auteur tot een
tweede uitgave besloten. Het boek
je is rechtstreeks te bestellen bij
de auteur: Dipl. -Ing. Martin
Böhm, Stanleystrasse 11, 6200
Wiesbaden, BRD, voor DM 14,-
verzendkosten.
DAAR HEB IK VEERTIG JAAR
OVER NAGEDACHT. Feestbun
del ter gelegenheid van de 65ste
verjaardag van Professor Baarda;
uitgave Laboratorium voor Geode-
tische Rekentechniek (LGR)TH
Afd. Geodesie, Delft, 1982. 2 de-
len, 674 pp. prijs f 35,-.
De meeste artikelen zijn in het
Engels met Nederlandse samen-
vatting.
Prof. dr. ir. W. Baarda was van
1946 tot 1982 verbonden aan het
Laboratorium voor Geodesie;
eerst als lector (tot 1951) en daar-
na als hoogleraar in het landmeten,
het waterpassen en de geodesie.
Baarda heeft zieh vooral bezig ge-
houden met de mathematische geo
desie en de toepassingen daarvan
in de praktijk. In het begin van
zijn wetenschappelijke loopbaan
hebben zijn theorieön moeilijk in
gang gevonden en Studenten van de
generatie van ondergetekende, op
wie die theorieön werden losgela-
ten, hadden het er moeilijk mee.
Zonder dat de theorie toen echt
begrepen werd, konden we de for-
mules echter wel toepassen. Het
interessante was dat met een goede
toepassing, de uitgangspunten voor
de metingen en de metingen zelf
zodanig konden worden getoetst,
dat de resultaten een homogeen net
van nieuwe punten te zien gaven.
Aan het begin van het boek geeft
H. C. van der Hoek een uitstekend
overzicht van wat hij noemde
"Baarda's werk".
Daamaast bevat deel 1 13 artike
len, in hoofdzaak bijdragen van
buitenlandse collega's met onder
werpen als betrouwbaarheid van
netwerken en digitale beeldverwer-
king.
In deel 2 staan de bijdragen van
Delftse collega's en door Baarda
opgeleide geödeten; in totaal 25
artikelen o. a. over Satellite Laser
Ranging Data, marine geodesie,
toepassingen in ontwikkelingslanden
en over toepassingen bij verschil-
lende Nederlandse landmeetkundige
diensten.
Dat de voortplantingswetten van de
in Delft gedoeeerde waamemings-
rekening ook kunnen worden toege-
past op bridge kan een verrassing
zijn voor niet-geodeten; in een ar-
tikel wordt deze toepassing uitge-
werkt.
De meeste onderwerpen in deze pu-
blicatie zullen de kartograaf, niet-
geodeet, weinig aanspreken in ver-
64
KT 1983 IX. 3