gepresenteerd over het hoofd wor
den gezien of worden vergeten zo-
dat herhalingen optreden.
Om aan deze situatie een einde te
maken zou het huidige bibliografie-
systeem moeten worden veranderd.
Het verdient dringend aanbeveling
een wereldwijd bibliografische
databank in een Computer onder te
brengen waartoe alle geödeten,
kartografen enz. vrij toegang heb-
ben. Volgens het zgn. Post Card
Approach System zou dan de onder-
zoeker slechts een briefkaart met
sleutelwoorden behoeven op te stu
ren om vervolgens een Computer
outprint te ontvangen, waarop de
papers die over zijn onderwerp zijn
gepubliceerd vermeld staan. Een
aantrekkelijk plan dat misschien
wel door gezamenlijke inspanning
van de FIG, de ISPRS en de ICA
verwezenlijkt kan worden.
F. J. Ormeling Sr.
GROEIENDE SAMENWERKING
TUSSEN GEÖDETEN, FOTO
GRAMMETERS EN KARTO
GRAFEN
In de laatste jaren zijn er interes
sante werkcontacten tot stand geko-
men tussen de vier internationale
professionele verenigingen die zieh
met verschillende aspecten van het
meten en karteren der aarde bezig
houden: de Föderation Internatio
nale des Göomötres (FIG), de In
ternational Association for Geode-
sy (LAG), de International Carto-
graphic Association (ICA) en de
International Society for Photo-
grammetry and Remote Sensing
(ISPRS). De eerste gezamenlijke
bestuursvergadering (zgn. Joint
Board Meeting), die op initiatief
van de ICA in 1977 te Stockholm
plaatsvond, had nog een experimen-
teel karakter. Het experiment
werd herhaald tijdens het ISPRS-
congres in Hamburg in 1980, met
zoveel succes dat een jaar later te
Montreux (1981) werd besloten het
bestuursoverleg te institutionalise-
ren, d. w. z. regelmatig te doen
plaats vinden. In juni 1983 vond te
Sofia de vijfde Joint Board Meeting
plaats alwaar onder meer de vol-
gende punten werden besproken:
1. Herziening van de congreskalen-
der teneinde in de toekomst te
voorkomen dat de vierjaarlijkse
congressen van ICA en ISPRS in het
zelfde jaar plaats vinden zoals tot
dusver het geval is geweest; 2. Ge
zamenlijke stappen bij de Verenig-
de Naties teneinde te geraken tot
een betere afstemming van program-
ma's en tijdstippen van de Regiona
le Kartografie-Conferenties van de
V. N. op die van de vier professio
nele organisaties; 3. Mogelijkhe-
den tot een betere aanpak van de
inventarisatie van de wereldbehoef-
te aan geödeten, fotogrammeters
en kartografen met nadruk op de
ontwikkelingslanden; 4. Betere co-
ordinatie bij het samenstellen van
internationale woordenboeken van
technische termen in de diverse
vakgebieden, door op zijn minst
rekening te houden met elkaars
definities; 5. Gezamenlijke opbouw
van een geautomatiseerd bibliogra-
fiebe stand waarvan de titels op af-
roep beschikbaar zijn; 6. Verdere
uitbouw en consolidering van de
samenwerking door vorming van
een overkoepelende organisatie,
een International Union of Geodesy,
Photogrammetry and Cartography
(öf zoals door ISPRS voorgesteld
de International Union of Geome-
tronics!) waarin de deelnemende
associaties of societies voor in
terne zaken hun zelfstandigheid
behouden doch die de mogelijkheid
schept naar buiten, bijvoorbeeld
in contacten met de V. N. Unesco
of Wereldbank, een doeltreffend
gebundeld beleid te voeren. De
zesde Joint Board Meeting vindt
in maart 1984 te Hamburg plaats.
F. J. Ormeling sr.
LEERBOEK IN DE KARTOGRAFIE
VOOR INTERNATIONAAL
GEBRUIK
In 1972 werd door de Onderwijs-
commissie van de International
Cartographic Association (ICA)
onder leiding van professor Koe-
man het initiatief genomen tot de
samenstelling van een eenvoudig
leerboek in het Engels, afgestemd
op een wereldwijd gesignaleerde
vraag naar elementaire kartogra-
fische kennis. Het project werd
gelanceerd in de verwachting dat
een dergelijke publicatie zou kun-
nen dienen als een standaardleer-
boek dat naar behoefte in andere
talen zou kunnen worden vertaald.
In het bijzonder werd gedacht aan
gebruik in ontwikkelingslanden
waarbij dan vertalingen in bijvoor
beeld het Indonesisch, Hindi,
Swaheli en dergelijke mogelijk
werden geacht. De UNESCO stond
dadelijk sympathiek tegenover het
project en zegde financiele steun
toe.
Voor wat betreft de samenstelling
van het leerboek ging de commissie
uit van de gedachte dat hieraan een
collectieve inspanning ten grondslag
zou moeten liggen waarbij elk harer
12 leden, verdeeld over evenzovele
lidstaten der ICA, op vrijwillige
basis, zonder het vooruitzicht van
een schrijvershonorarium, een be-
paald hoofdstuk voor zijn rekening
zou moeten nemen. Een sympathiek
idealistisch uitgangspunt dat echter
in de praktijk aanzienlijke vertra-
gingen opleverdeHet bleek name-
lijk uiterst moeilijk ondanks schrif-
telijke richtlijnen en herhaalde
mondelinge toelichtingen, het inter
nationale team van 12 auteurs, elk
met verschillende achtergrond en
uiteenlopende opleiding en praktijk-
ervaring onder öön noemer te bren
gen en te bewegen kopij te leveren
met een vergelijkbare moeilijkheids-
graad, ondersteund door goed lees
bare illustraties. Herhaaldelijk
moesten bijdragen worden geretour-
neerd met het verzoek teksten in te
körten, uit te breiden, eenvoudiger
taal te gebruiken, accenten te ver
leggen enz. De moeilijkheden kun
nen misschien het best geTllustreerd
worden door te wijzen op het hoofd
stuk topografische kartografie dat
in zijn oorspronkelijke versie geen
aandacht besteedde aan onderwer-
pen als kaartrevisie en fotokaarten.
Na lang touwtrekken met de auteur
moest het gehele hoofdstuk dat
bovendien was verlucht met kaart-
fragmenten voorzien van niet-la-
tijnse beschrifting, tenslotte door
een ander worden herschreven. De
opgelopen vertragingen noopten de
UNESCO enigszins geTrriteerd
haar financiele steun aan het pro
ject te beeindigen.
Professor Koeman, geassisteerd
door leden van de Vakgroep Karto
grafie hield echter vol en toen hij
zieh als gevolg van zijn pensione-
ring genoodzaakt zag de redactio-
nele leiding van het leerboek over
te dragen aan de Publicatiecommis-
sie van de ICA onder leiding van
H. Fullard (UK), lagen 8 hoofdstuk -
ken in vergevorderde staat met
illustraties ter tafel. De nieuwe
projectleider Fullard besloot ter
bespoediging van de uitgave het
oorspronkelijke idee om alle hoofd-
stukken te bundelen in öön band op
KT 1983. IX. 4
11