OWE
KflflRT
VDORWIELCUDB?/
UTGÄVCv#? dem AWVß
VELUWE en Omstpeken
van de
Voor WIEURUDERS
Bewerbt «toor Mr. A. W. STORK
1923
f 7erklär ingen
I eripreuit hvtzen
Kzrk
- Prvwniüie
Kawmi
Rmertjn
U 'epwjut van den A ,V. II
T (i(i>tienitlqi\ en x-egii'fjsfr-
Riju xlpoJv'ij.vr met nnmm, r
ts.i Aphrndrtffet
üvitk
Heidt en Zand
HtweU koeglrsafer
Venharde IVey
Zaiidweg
Ri.'inteipad
Padm m ziffettetfan dfttzrpm»
berddfraar
K S/M'aruteg, -V. Statut#* ff Maßt
m fhtvmtg
v»n i f <30,000
teHV-iOcv»
Figuur 4. Titelblad en legenda van de eerste ANWB
fietskaart, schaal 1:100.000 uit 1923.
Ik kan niet zeggen dat de kartografie daardoor ver-
rijkt werd, want de meeste zakatlassen zijn niet goed
doordacht.
Onbezonnenheid, vanaf het eerste begin in 1898:
D. Bolle: Touristen-Zakatlas voor wielrijders en
Van Holkema Warendorf: Atlas van Nederland voor
wielrijders. Gevolgd door uitgaven van H. ten Brink,
die tot 1940 in grote oplagen zijn verkocht:
1908: H. ten Brink's Zakatlasje van Nederland voor
sport en op reis, en vanaf 1918 de al hiervoor genoem-
de uitgaven van J. A. Sleeswijk, die later door de uit-
geverij Kompas overgenomen werden. (De firma Ten
Brink verdient geprezen te worden omdat ze als eerste
het adjectief 'Kartografische Uitgeverszaak' in de
firmanaam opnam. Zie de uitgave van Ten Brink's
Wegenatlas van Nederland 1925.
Hoewel de lithografie bij de firma J. Smulders Co.
in goede handen was, bevatten de provinciekaarten te
veel wegen, die allemaal in rood gedrukt werden,
voorzien van rode getallen die op een onduidelijke ma-
nier afstanden aangaven. Niet doelmatig, w61 goed-
koop, en daardoor in honderdduizenden exemplaren
verkocht.
Toen in 1907 de eerste autowegenkaart van Nederland
verscheen (let wel: 23 jaar na Bingham's eersteling)
bleek die volgens dezelfde filosofie als Bingham's
kaart uit 1884 geredigeerd te zijn. Het was een hoofd-
wegenkaart waarop alleen die wegen getekend waren
die een automobiel dragen konden. We kunnen het
daarom een uitstekende en doelmatige kaart noemen.
Kort daarna gingen de uitgevers fout, want ze kwamen
in 1910 al met reisatlassen, waarin alle wegen
-bereidbaar of niet - afgebeeld waren. Zoals we weten
dateert de druk van het automobilistenvolk op de regio
nale overheden om de wegen te verbeteren van na 1918.
In de periode tot 1940 zijn er talloze autowegenkaarten
van Nederland versehenen. Een conclusie omtrent de
kwaliteit van de autokaart moet zieh beperken tot het
produet dat de ANWB gedurende meer dan 70 jaren
vervaardigd heeft. Tot ca. 1960 bleef deze kaart dui-
delijk verwant aan de wielrijdersatlas, die weer grote
verwantschap vertoont met de topografische overzichts-
kaart 1:200. 000, de zgn. Topografische Atlas van het
Koninkrijk der Nederlanden. Pas na 1960 brak bij de
kaartredacteuren het inzicht door dat een autokaart
een andere ondergrond vraagt dan een wielrijders-
kaart. Vergelijking tussen de editie van 1931 en die
van 1977 toont een fraaie ontwikkeling van de auto
wegenkaart van Nederland.
De jaren rond 1960 vormden het dieptepunt voor de
fietskaart en voor de fietser. Hoewel onze regering
en onze regionale overheden vanaf 1932 (Rijkswegen-
plan) rijwielpaden längs autowegen hadden bekostigd
(hetgeen als vrijwel uniek in de wereld kan gelden)
kwam de fietser omstreeks 1960 in de verdrukking
van het autoverkeer. Bromfietsers kregen wöl serieu
ze aandacht en steun van onze overheden. De fiets
werd uit de stad geweerd; de spoorwegen wilden geen
fietsvervoer. Op het platteland werd praktisch niets
aan onderhoud van fietspaden gedaan. ANWB, Staats-
bosbeheer, WV's, ze kwamen niet in beweging voor
de Verlangens van de echte fiets-toeristen.
Gelukkig is 25 jaar later de situatie veel verbeterd,
vooral wat de toeristische aspecten betreft. Er zijn in
Nederland een verheugend aantal toeristische kaarten
versehenen, waaraan in het vorige lustrumnummer
van het Kartografisch Tijdschrift, 1978. IV. 3, alle
aandacht gegeven is. ANWB, Staatsbosbeheer met
voetspoorkaarten en natuurreservaten, Wolters-
Noordhoff recreatie-atlas Zuid-Holland, Topografi
sche Dienst met speciale bladcombinaties, IJssel-
meerpolders, en andere, al deze organisaties hebben
doelmatige kaarten voor de toerist uitgegeven (fig. 5).
KT 1983. IX. 4
23