19-eeuwse stadsaanleg of stadsuitbreiding werd ge- bouwd voor met paarden bespannen voertuigen en voor marcherende Soldaten in rijen van tien (Parijs). Bij het onbezonnen begin van de volkshuisvesting in de 20e eeuw was de automobiel nog niet geaccepteerd en de fiets alweer op haar retour. Geen wonder dat na 1945 uitsluitend aan motorisch geweld en snelheid gedacht is, in steeds grotere mate, tot 50 kilometer per uur toe. Geen feit om bij het honderdjarig jubi- leum van de ANWB aan herinnerd te worden! We missen dus veilige voorzieningen voor wandelaars en fietsers in de Steden. We missen wegwijzers in de Straten en op de stadsplattegronden. Behalve wegwijzers dienen winkels, reparateurs en andere faciliteiten voor fiets en berijder op stadsfiets- kaarten voor te komen. Ze dienen inventariserend van karakter te zijn. Bovendien bestaat er behoefte aan een strookkaart voor fietser of wandelaar, naar het voorbeeld van de oude pelgrimskaart en van de oude Japanse strook kaart. Die behoefte hangt samen met de lichamelijke en geestelijke gewaarwording van de mens bij het zieh verplaatsen over grote afstanden. Slotopmerkingen Een goed artikel hoort een slotparagraaf te hebben die weer teruggrijpt op het begin van de voordracht. In het begin heb ik het volkomen ontbreken van wegen- kaarten in de 17e eeuw geconstateerd. Stelt u zieh de lichamelijke en geestelijke gewaarwording voor van de uitsluitend op zichzelf aangewezen reiziger uit de 17e eeuw, lopende of te paard in een vreemde omge- ving, ver van de bekende wereld. Hij miste een kaart, want een gedetailleerde kaart neemt ongerustheid weg. Een kaart is zenuwstillend en rustgevend omdat hij de kortste en beste weg aangeeft en omdat hij aanwijst wat de reiziger te wachten Staat. Met een goede wegenkaart die in het Japanse geval tevens als reis- wijzer fungeerde, is de reiziger niet meer alleen. Tot zover de geestelijke gewaarwording van de op zichzelf teruggeworpen reiziger. Ook de fietser en de enkele lange-afstand wandelaar uit onze tijd is op zichzelf teruggeworpen. Wat voelt hij daarbij Geen angst en ongerustheid voor wat hem onderweg te wachten Staat. Hij voelt z'n lichaam. Z'n lichamelijke gewaarwordingen hangen in hoge mate samen met de afstand die hij aflegt. Een auto- rijder en iemand die per trein of per vliegtuig ver- voerd wordt, kent die lichamelijke gewaarwording niet. Alleen de lange-afstand wandelaar en de fietser kunnen de sensatie van afstand lichamelijk meten. Bovendien kunnen ze het begrip tijd aan het lichaam gewaar worden: letterlijk: je wordt je lichaam ge- waar. Sluiten we de lange-afstand wandelaar om zijn zeld- zaamheid even uit, dan kunnen we de fietsers ken merken als de enige categorie mensen die nog een natuurlijke relatie met de ruimte heeft. En wanneer ik u er aan herinneren mag dat het stre- ven van de mens naar volwaardigheid ook de harmo nische binding met het aardoppervlak inhoudt, dan kunt u zelf wel de gevolgtrekking maken dat het fietsen daarbij de aangewezen manier van verplaatsen is. In het streven van onze ruimtelijke ordenaars naar een goede samenhang van het leven op aarde verdient het fietsverkeer daarom op het hoogste plan van aan- dacht en voorzieningen te staan. No ot Prof. dr. ir. C. Koeman is emeritus hoogleraar kartografie. Sum m a ry C. KOEMAN - THOUGHTLESNESS AND EFFICIENCY IN CARTOGRAPHY AS DEMONSTRATED BY SOME OLD AND MODERN MAPS FOR TRAVEL AND TOURISM Road maps were an unknown category of maps in the 17th Century, and such travel maps as were produced in 18th and early 19th Century Europe did not fulfill the requirements of contemporary travellers. Efficiency was reached only where maps were abie to dispel the feelings of insecurity by travellers, as is demonstrated by an early 19th Century Japanese map showing roads, shrines, hostels and restaurants, and even the prices quoted. Another example is given by the development of the mapping activities of the ANWB (General Dutch Association of Cyclists), which, from a pure cyclists' club developed into the principal traffic and tourist association in the Netherlands. Originally their 'cyclist-maps' were crude efficient, indicating only the roads suitable to cycling, as were the earliest motoring maps issued by the Organization. Later, much map material was published outside the ANWB which was inefficient in this respect, showing too little differentiation and paying too little attention to suitability of roads for different catagories of road users. The author stresses the importance of giving priority and attention to cyclists, being the "only category of men still having a natural relation to space". KT 1983. IX. 4 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 27