Vernieuwing van de bodemkaart van
Nederland 1:50.000
J.P. Heerema
Op de vraag die bij het jubileum van de Nederlandse
Vereniging voor Kartografie aan de orde is "Hoe be-
antwoordt de kartografie de maatschappelijke behoef-
te aan actuele kaarten" is het de moeite waard enkele
aspekten rond de herziene uitgave van de bodemkaart
blad 27 Oost uit de serie de Bodemkaart van Neder
land, schaal 1:50. 000 nader te bezien.
Het bestuur van de NVK heeft terecht het accent ge-
legd op de aktualiteit van kaarten waaraan de maat-
schappij behoefte heeft. Aktualiteit is niet alleen
kommer en kwel en het beeindigen van werk, maar
ook het inspelen op situaties en mogelijkheden van
vandaag
Landbouw en veeteelt hebben bewezen stabiele fakto-
ren te zijn in tijden van economische neergang. Het
landbouwkundig onderzoek waaraan de Stichting voor
Bodemkartering een bijdrage levert, zal door moeten
gaan met het aangeven van kwaliteitsverbeteringen in
de agrarische sector en in dat kader speelt de bodem
kaart een belangrijke rol.
Niet alleen in de agrarische sector is deze bodemkaart
van belang, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld het
bodemverontreinigingsvraagstuk, het niet-agrarisch
bodemgebruik, de planologie en de ruimtelijke orde-
ning.
De Stichting voor Bodemkartering is vanaf 1960 bezig
om de bodem van Nederland op de schaal 1:50. 000 in
kaart te brengen. Voor ongeveer 2/3 van Nederland
zijn de bodemkaarten en toelichtingen gedrukt; het
resterende gedeelte zal in de körnende 8-10 jaar vol-
tooid worden, mits er voldoende mankracht en midde-
len beschikbaar blijven.
Waarom herziening van de bodemkaart?
Aan de hand van enkele voorbeelden zal dit voor het
kaartblad 27 Oost, dat in 1966 versehenen is en waar-
van in 1983 (als eerste blad) een herziene uitgave zal
verschijnen, worden toegelicht.
Laten wij allereerst het waarom nagaan en daama het
hoe.
Waarom herziening (revisie) van de bodemkaart
schaal 1:50. 000? Die vraag mag terecht gesteld wor
den, want wanneer men de uitgaven van de bodem
kaarten van 1966 en 1983 met elkaar vergelijkt blijkt
er meer aan de hand te zijn dan dat het blad toen
Hattem heette en nu Heerde, en dat de kleuren iets
verschillen. Er zijn belangrijker zaken aan de hand
dan dat, maar alleen bij detailvergelijking zijn deze
verschillen waar te nemen. Levert het verschil in de
topografie van toen en nu dan soms de oplossing?
Gedeeltelijk wel, maar niet alleen. De opvallendste
verschillen zijn de volgende.
Bij het vergelijken van de oude topografie van 1965
blijkt dat de tijd ook in dit gebied niet heeft stil ge-
staan. Zo is er in het noorden van het kaartblad een
ruilverkaveling uitgevoerd en is de Soestwetering die
van zuid naar noord Over het kaartblad loopt tot hoofd-
afvoerkanaal gerekonstrueerd.
Verstedelijking en rekreatie hebben eveneens invloed
gehad op wijzigingen in het bodemgebruik en het wordt
steeds duidelijker dat door de toenemende druk de be-
schikbare grond zo goed mogelijk benut dient te wor
den voor het gebruik waarvoor die grond van nature
geschikt is of met cultuurtechnische ingrepen geschikt
te maken is.
Wateronttrekking voor drinkwater en industrieel ge
bruik kan ook een belangrijke invloed uitoefenen op het
grondwaterniveau en daarmee op het bodemgebruik.
Wijzigingen in de grondwatersituatie zijn een belang
rijke oorzaak dat de bodemkaart aangepast dient te
worden. Naast de opbouw van de bodem wordt ook de
hoogte en de fluetuatie van het grondwater op de bo
demkaart weergegeven. Deze zijn sterk bepalend voor
de bodemgebruiksmogelijkheden.
Wateroverlast is onder andere in verband met de me-
chanisatie in de landbouw een faktor die van groot be
lang is bij de kwaliteitsbeoordeling van de grond.
Grasland dat bij hevige regenval of door smeltwater
drassig wordt of onderloopt is weinig geschikt voor
beweiding, want vertrapping is het gevolg. Meestal
duurt het weken voordat de draagkracht weer voldoen
de is voor beweiding.
Niet alleen de beweidbaarheid is in het geding, ook de
berijdbaarheid met landbouwwerktuigen is dan onmo-
gelijk. Bij de toenemende mechanisatie is de moderne
landbouw gediend met een goede draagkracht van de
bodem. De bodemopbouw zelf kan ook de oorzaak zijn
dat menselijk ingrijpen noodzakelijk is. Zo bevinden
zieh soms ondoorlatende lagen in de grond waardoor
het regenwater niet weg kan en het grondwater niet
omhoog kan komen. De gewassen kunnen dan niet vol
doende diep wortelen om voedsel en water op te ne
men.
Een reeks van grondverbeteringen kan dan worden
toegepast, zoals diepploegen, diepspitten, woelen,
egaliseren en bezanden, veelal in kombinatie met
ontwatering.
Alle wijzigingen die in de loop der jaren zijn aange
bracht in de bodemopbouw en de grondwaterstand heb
ben wel degelijk invloed op de aktualiteit van de
bodemkaart.
KT 1983. IX. 4
33