heeft rommel tot gevolg, waar we niets mee kunnen doen. Van oudsher heeft iedereen, zodra hij met ge- gevens werkt, de gewoonte om enige ordening aan te brengen. Bewust of onbewust worden er methodieken gevolgd en Systemen gehanteerd. Informatisering is dan ook niet het gevolg van automa- tisering; automatisering heeft ons denken en handelen op dit terrein slechts in een stroomversnelling ge bracht. Van oudsher vormen cijfers en letters het onderscheid op grond waarvan getallen en woorden als data worden onderscheiden. Als kartograaf gaat u verder, vol- staat u niet met cijfers en letters. Het structureren van woordelijke data met behulp van kernwoorden is makkelijk voor het menselijk geheugen. Het manipuleren met getalsmatige data is verder ont- wikkeld. Vandaar dan ook dat woordelijke data vaak een getalindex krijgen om er makkelijker mee te kun nen manipuleren, en dat getalsmatige data als etiket een woord krijgen om ons geheugen van dienst te zijn. De massale opslag van woordgerichte data in biblio- theken en archieven is van oudsher meer omvattend en ontwikkeld dan de getalgerichte data, die meer re- cent door de technische ontwikkelingen een grote vlucht genomen hebben. Hiermee samenhangend heb- ben bibliotheken en archieven hoog ontwikkelde (in- dexerings- en registratie-jsystemen, die van oor- sprong niet gericht zijn op de manipulatietechnieken van de laatste tijd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat automatiseringsdeskundigen van ongestructureer- de data spreken en dan vaak vergeten dat die data zijn gei'ndexeerd volgens een duidelijke structuur, die een hoge graad van normalisatie kent. Omgekeerd is de mogelijkheid om te manipuleren met data voor het ge talgerichte deel veel verder ontwikkeld en is door de expansieve toename van de woordgerichte data, de behoefte tot manipulatie met die data toegenomen. Men zegt overspoeld te worden met informatie, terwijl men bedoelt de veelheid van woordgerichte data. De aan de hand van voornamelijk met cijfers ontwik kelde apparaten en Systemen maken de manipulatie met woordgerichte data meer en meer mogelijk. Als gevolg van een en ander zijn de dataverzamelingen (databanken) nog duidelijk afzonderlijk ondergebracht in de organisaties. De groei in de manipulatie met woordgerichte data is in volle gang. De aansluiting van beeld- en woordge richte data in het totale systeem is de volgende stap. Het doel Het bereiken van een bedrijfsdoel vraagt om het ver- zamelen van de daarvoor benodigde gegevens. De structuur van het doel in subdoelen zal altijd een van de belangrijkste criteria zijn voor de structuur van de gegevensverzamelingen, van de informatiestructuur en van de te gebruiken wegen. Extern gezien maakt ieder kantoor deel uit van een hogere organisatie. Het kantoor zelf is als gegeven van die hogere organisatie te beschouwen, zal in ieder geval kantoorgegevens genereren voor die hogere en/ of een andere organisatie. Naarmate een kantoor zelf- standiger is, Is een scherpere cesuur tussen de in terne en externe informatiestructuur aan te brengen. De mate van onderscheiding van subdoelen en de ge- kozen schaal waarop het management werkt zijn (mede) bepalend voor de informatiestructuur. Omgekeerd kan de bewuste ontwikkeling van een informatiestructuur verandering van de organisatie oproepen, om zaken als de genoemde doelonderscheiding en de te kiezen schaalgrootte aan te passen. Het netwerk Het transport van data, van zowel de basisgegevens als de informatie (immers de gestructureerde doelge- richte data, zijnde informatie, is op het hogere niveau weer als data aan te merken) heeft een weg nodig. Tot voor kort behoefde het netwerk van informatiewegen alleen berekend te zijn op gesproken en geschreven (data en/of) informatie. Met de nieuwe technieken is dit onderscheid te sim- plistisch geworden. Landelijk gezien beheerst de PTT het netwerk (nog) vanuit een monopoliepositie. Binnen de bedrijven wordt gedeeltelijk het interne netwerk overgelaten aan de PTT, en gedeeltelijk zijn er eigen netwerken. Het gesprokene wordt analoog overgebracht in beeld- vorm of via de telefoon. Het geschrevene wordt ana loog overgebracht, tenzij het wordt omgezet in tekens, dan kan het mechanisch of elektronisch worden overgebracht. Als het geschrevene, danwel het getekende, niet in standaardtekens kan worden om gezet, hebben we te maken met het specialistische terrein, bijvoorbeeld de kartografie; daarin was tot voor kort alleen analoge overbrenging mogelijk in het 'gewone' kantoor. Hoewel het woord analoog wel bekend zal zijn, wordt er toch even bij stilgestaan, en wel als het tegenge- stelde van digitaal. Het digitale is het tweetallige, het ja of nee, het aan of uit, het 0 of 1. De digitale ontwikkeling is begonnen bij het mee st eenvoudige comrnunicatieteken, het cij- fer (er zijn er immers maar 10 van). Hierdoor is de ontwikkeling ten onrechte verbonden aan het woord Computer rekentuig) De digitale techniek heeft na de mechanische start door de elektronificatie een ongekende versnelling gekregen. Niettemin blijft het hierdoor geintroduceer- de woord 'automatisering' slechter dan de term 'digi- talisering', die de bron is van de verandering. De digitalisering is de oorzaak van de snelle verande ring van de informatie- en communicatietechnieken. Na de digitalisering van de cijfers zijn ook de letters gedigitaliseerd, en door de verbetering van de opslag- media opgenomen in de versneide ontwikkeling. De volgende fase is de digitalisering van het beeld, als beeld, in zijn volle kleuromvang (het aantal tekens is dan het aantal lijnen x tekens enzovoort). De kartografie heeft een tussenfase op eigen specia- listisch gebied gemaakt. Door het aantal tekens te vergroten zonder het totale beeld met lijnen af te tasten. De combinatie van digitaal en analoog, het hybride, is als term alweer bijna vergeten. Want ook het analoge beeld- of spraakelement wordt gedigitaliseerd. Tot nu toe is alleen het kantoor in algemene zin be- schouwd, zoals de communicatie, de informatie en de dataverzameling daarin aanwezig zijn. Hoe ligt dit nu voor het kantoor van de kartograaf en het gebruik van kartografische produkten in het totale kantoor of in het andere kantoor? KT 1983. IX. 4 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 51