Een kwart eeuw KS/NVK - Nakaarten en vooruitzien F.J. Ormeling Sr. Groeiende vraag naar kaarten Oprichting der KS/NVK (1) Het oprichtingsproces van de thans als NVK bekend staande vereniging is gekenmerkt door een samenspei van koel redeneren en impulsief handelen gekruid door toeval. Het begon met de toevallige ontmoeting in 1956 van enige Nederlandse kartografen (2) op een 'Tagung' van de Deutsche Gesellschaft für Kartographie (DGfK) te Remagen (BRD). Zij kenden elkaar nauwelijks, doch onder de indruk van het geboden programma werden zij het echter nog tijdens de 'Tagung' eens om het voorbeeld van de Duitse collega's te volgen en zieh in het eigen land in te zetten voor de oprichting van een kartografische vereniging. Ik verzeker u dat ik mij niet zal laten meeslepen door emoties, nu ik een kwart eeuw na dit besluit in staat word gesteld uw bloeiende vereniging toe te spreken. Wanneer de initiatiefnemers thans misschien om hun visie worden geprezen, dan dient men wel te beden ken dat zij in de ogen van tijdgenoten weinig minder waren dan fantasten. De belangen van wat onder kartografie werd verstaan werden immers verzorgd door geografen- en geodetenverenigingen en een bun- deling van het kartografisch voetvolk tot een afzon- derlijke organisatie werd overbodig, ja zelfs schade- lijk geacht voor de bestaande orde. Het vereiste een hele inspanning voor de initiatiefnemers hun doel te bereiken. In niet geringe mate werden zij daarbij geholpen door de toevallige omstandigheid dat de toenmalige penningmeester van het Koninklijk Neder- lands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), de Amsterdamse koopman Hendrik Muller, een man met veel invloed, in het kartografisch dl an werkelijkheids- zin onderkende. Het was vooral dankzij zijn mede- werking dat de kartografen als een vrijwel onafhanke- lijke sectie onderdak vonden bij genoemd genootschap, een organisatie van zoals men toen zei 'standing en gezag', hetgeen van grote betekenis is geweest. Zoals goede whisky rijpt in eiken sherryvaten heeft de karto- grafische gemeenschap zieh in deze omgeving kunnen ontwikkelen en consolideren totdat in 1975 het ogen- blik aanbrak om als zelfstandige NVK een eigen weg in te slaan. Het onderkennen van de mogelijkheden, gelegen in de aaneensluiting van kartografen was geen Nederlands privilege. De oprichting van de KS/NVK was dan ook geen geTsoleerde gebeurtenis. In tal van landen speel- den zieh in de naoorlogse jaren '50 soortgelijke be- wustwordingsprocessen af die resulteerden in de op richting van kartografische gemeenschappen. De Duitsers -om maar enige voorbeelden te noemen - openden de rij (in feite kenden zij reeds een karto grafische vereniging vöör de tweede wereldoorlog), Amerikaanse kartografen stichtten in 1956 een aparte sectie binnen de ACSM (American Congress of Survey- ing and Mapping); het Comitö Franqais de techniques cartographiques dateert van 1957. De Finse collega's kwamen in 1958 enige maanden vöör de Nederlanders tot overeenstemming, gevolgd door de Brazilianen en door tal van anderen waaronder de Britten die in 1963 hun Society oprichtten. Dit proces is nog niet tot stil stand gekomen. De Indiase kartografen sloten zieh in 1979 aaneen, de Nigerianen volgden in 1981, terwijl de kartografische sectie in de V. S. in 1980 werd omgezet in de American Cartographic Association. Voor deze wereldwijde beweging in de kartografie vallen de volgende oorzaken aan te wijzen. In de eerste plaats een sterk groeiende vraag naar kaarten, topografische, hydrografisehe en thematische, na de Tweede Wereldoorlog. Ten tweede een versneide ont- wikkeling der kaartvervaardigingstechnieken onder meer door de intrede van de Computer. Dan de ontdek- king van de kaart als communicatiemiddel, gevolgd door het streven (voomamelijk herkenbaar onder academici) de kartografie te onderbouwen door een wetenschappelijk fundament. Als vijfde een toenemen- de zorg voor kwaliteitsverbetering van het kartografen- dom door middel van de instelling van verantwoorde opleidingen. In de volgende paragrafen zullen deze ont- wikkelingen als achtergrond van de activiteiten van de NVK in het kort worden uitgewerkt. De voomaamste oorzaak van de groeiende vraag naar kaarten na de tweede wereldoorlog was een sterk toe- nemend wereldwijd overheidsstreven tot verbetering van de leefbaarheid van onze volstromende planeet en tot vergroting van haar voedselproduktie. Dit streven resulteerde Over de gehele wereld, in inventarisaties van natuurlijke hulpbronnen, in reek- sen van ontwikkelingsprojecten, welvaartsplannen, bestemmingsplannen, civieltechnische projecten enz. voor de uitvoering waarvan kaarten onmisbaar zijn. Ter voorziening in deze toenemende vraag zijn in tal van landen nieuwe kartografische diensten, afdelingen en secties opgericht ofwel is de capaciteit van be staande vergroot. In Nederland, waar men slechts behoeft te denken aan de PPD's, ETI's, grotestads- kaarteringen, enz. die sedert de oorlog het licht zagen, mag worden aangenomen dat het totaal der diensten en bedrijven die zieh met kaartvervaardiging bezig houdt sedertdien verdubbeld, zo niet verdrie- voudigd is. Het is interessant te constateren dat zieh binnen de toenemende vraag naar kaarten een differentiatie heeft KT 1983. IX. 4 51

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 53