leid tot nauwere contacten tussen geödeten-, foto-
grammeters- en kartografenverenigingen onder
andere door gezamenlijke bestuursvergaderingen,
waaruit mogelijk samenwerkingsverbanden kunnen
groeien. Möge dit voorbeeld op nationaal niveau
worden gevolgd.
Sanering van de vaktaal
Een van de onvermijdelijke gevolgen van de snelle
ontwikkeling van de kartografie was de noodzaak van
het saneren en aanpassen van de vaktaal. Op uitnodi-
ging van de ICA is hiertoe een poging gedaan door
een internationale werkgroep, een werk van lange
adem waarbij tientallen deskundigen uit 14 landen
waren betrokken. Na acht jaren arbeid werd hun werk
bekroond door de verschijning van het Veeltalige
Woordenboek van Technische Termen in de Kartogra
fie, VWK, waarvan ik het genoegen had het in 1973 te
Tokyo aan de Verenigde Naties aan te bieden. Het is
niet te verwonderen dat deze eerste uitgave gebreken
vertoonde en onder andere vele archaische termen
als restanten van de lange evolutie die het vak heeft
doorgemaakt, bevat. Mede door de turbulente ontwik
keling van het vak werd daarom in 1976 tot samen-
stelling van een tweede, uitgebreide (18 i. p. v. 14
talen) en herziene editie van het VWK besloten. Het
manuscript van deze uitgave is thans bij de drukker.
Nederlandse kartografen -misschien te druk met de
NVK - hebben nauwelijks creatief bijgedragen tot
de theorievorming van het vak. Wel hebben zij zieh,
met name de Werkgroep Kartografische Terminologie,
gewaagd in het voorportaal van de methodologen door
op verdienstelijke wijze mede te werken aan het Veel
talige Woordenboek, aan de eerste zowel als aan de
tweede druk.
Misschien wordt het oude plan van een kartografisch
woordenboek met definities van kartografische termen
in de landstaal, zoals ook in andere landen bestaan,
nog eens verwezenlijkt. De Werkgroep Kartografische
Terminologie lijkt het aangewezen lichaam hiervoor
het initiatief te nemen.
NVK en het onderwijs in de kartografie
In de Statuten van de NVK staat de bevordering van
kartografische kennis hoog genoteerd. In feite was het
verlangen tot veredeling en voortbestaan van het kar-
tografendom door middel van adequate opleidingen een
der voornaamste overwegingen die bij de oprichting
van de KS/NVK voorzaten.
Terugblikkend op een kwart eeuw NVK-geschiedenis
kan worden vastgesteld dat de vereniging deze doel-
stellingen konsekwent en doeltreffend heeft nagestreefd,
Haar bestaan is doordrenkt met onderwijs, voorlich-
ting, bijscholing, informatieverstrekking. De vereni-
gingsactiviteiten op deze terreinen overziend kunnen
daarin drie categorie'ön worden onderscheiden. Ener-
zijds vallen haar met succes bekroonde pogingen te
vermelden tot instelling door derden van centrale op
leidingen afgerond door officieel erkende diploma's.
Anderzijds springt aanstonds het educatieve diensten-
pakket van de NVK zelf in het oog, bestaande uit
Studie- en kartografendagen, aangeklede ledenverga-
deringen, tentoonstellingen, studiereizen, en zomer-
cursussen, jaarlijks als een continue bijscholing, een
'dducation permanente', aangeboden aan haar hetero-
geen ledenbestand. De derde categorie tenslotte om-
vat de publicistische activiteit van de vereniging, voor-
namelijk resulterend in de uitgave van het Kartogra
fisch Tijdschrift. Aan elk dezer categorieen zal hier
in het kort aandacht worden besteed.
Cursus Kartograf i s ch Tekenaar
Het eerste succes dat de NVK na moeizame voorbe-
reiding op onderwijsgebied behaalde was de instelling
van de schriftelijke PBNA-cursus Kartografisch
Tekenen die tien jaren geleden in 1973 den volke ge-
presenteerd werd. Volgens de Begeleidingscommissie
hebben sedertdien in totaal 81 cursisten het diploma
kartografisch tekenen behaald dat wil zeggen -aange-
nomen dat zij allen NVK-lid zijn - ongeveer 1/5 van
het ledenbestand längs deze weg is gediplomeerd, een
bemoedigend begin!
Was het bij het 20-jarig bestaan van de KS/NVK in
1978 nog te vroeg de balans van de cursus op te maken
thans kan op gezag van de begeleidingscommissie
worden vastgesteld dat het prestige van de cursus bij
overheidsinstellingen en bedrijven is gevestigd. Dit
blijkt onder meer uit het feit dat steeds meer instel-
lingen het diploma vragen van nieuwe medewerkers.
Bij de Topografische Dienst is de rangbevordering
bijvoorbeeld reeds afhankelijk van het behalen van het
diploma. RijkswaterStaat overweegt het behalen van
het diploma verplicht te stellen. Bij de Dienst Open-
bare Werken te Amsterdam en bij het Kador te Apel-
doom wordt het diploma gevraagd in advertenties
voor nieuwe medewerkers/kartografen. Onder de
hoede van de Begeleidingscommissie, verantwoorde-
lijk voor het peil der cursus, is de herziening van de
lessen ter hand genomen waarvan het merendeel 8-10
jaren oud is. Möge deze inspanning spoedig resultaat
afwerpen! Het is duidelijk dat een periodieke aanpas-
sing van de lessen aan de snelle ontwikkeling van het
vak noodzakelijk is voor de continuering van de belang-
stelling en het succes van de cursus. De herziene les
sen dienen ook rekening te houden met de toenemende
integratie tussen tekenkamer en repro-afdeling zoals
zieh bij enkele bedrijven openbaart (Wolters-Noord-
hoff, Gemeentewerken Rotterdam, ANWB).
H T S niveau
Terwijl de PBNA-cursus garant is voor het voortbe
staan van de gediplomeerde kartografische tekenaar
werd met de instelling van een kartografische specia-
lisatie aan de Afdeling Landmeetkunde van de HTS
voor Bouwkunde te Utrecht de opleiding van technische
ingenieurs in de kartografie veilig gesteld. Deze
specialisatie, opengesteld met ingang van het school-
jaar 1980-1981, vindt plaats als differentiatie binnen
de opleiding landmeetkunde en leidt op tot het niveau
van leidinggevende funetionarissen inzetbaar op alle
deelgebieden der toegepaste kartografie. Vermelding
verdient dat deze specialisatie tot en met de opstelling
van het leerplan voor een belangrijk deel gerealiseerd
kon worden door de langdurige inspanning van de in
1973 opgerichte NVK Werkgroep Kartografische Vor-
ming. Het Instrumentarium van de nieuwe opleiding
is nog niet optimaal. Voor de reprotechnische vakken
wordt echter gesteund op de buurman, de School voor
56
KT 1983. IX. 4