Kartografische evaluatie van het natuurlijk milieu J.J.C. Piket Evaluatie De Atlas van Nederland bevat een brede schakering aan natuurkaarten: geologie, relibf, bodem, levende natuur, water en klimaat. Deze reeks vindt een zin- volle afsluiting in de kaart 'Evaluatie van het natuur lijk milieu' (1); evalueren betekent immers het schat ten van de waarde en betekenis van zaken, in dit geval van de levende natuur van ons land. Het was geen ge- makkelijke opgave, blijkens de waarschuwende tekst bij de kaart om aan de evaluatie niet zonder meer conclusies te verbinden. Deze kaart 1:600. 000 is immers een product van cumulatief afleiden en gene- raliseren. Zij ontstond door generalisatie van een kaart 1:200. 000 over hetzelfde thema, welke op haar beurt was afgeleid uit een vegetatiekaart 1:200. 000, die al evenmin berustte op directe veldwaameming. Als uitgangspunt hiervoor fungeerde immers een bo- demkaart 1:200. 000, die voor dit speciale doel was afgeleid uit de Nebo-kaart. Het hoeft dus niet te ver- bazen dat de kaartmakers, ondanks al hun vaardig- heid in kartografisch transponeren en generaliseren, tot voorzichtigheid manen bij het gebruik van het eindproduct. Daar komt nog bij dat het karteren van vegetatie nog lang niet zo ver ontwikkeld is als dat van geologie, bodem en water. Ook met de karte ring van de flora is men verder: enkele jaren geleden verscheen reeds het eerste van de drie delen van de Atlas van de Nederlandse flora, een kartografische inventarisatie van de aanwezige plantesoorten. Vegetatie laat zieh echter moeilijker karteren wegens haar complexiteit; zij vormt immers de natuurlijke groepering van verschillende, soms van vele plante soorten en geboomten. Door inwerking van allerlei factoren als geologie, relibf, bodem, water, klimaat en de onderlinge bemvloeding der planten ontstond in ons kleine land een grote verscheidenheid aan natuur lijke vegetaties, die nog vergroot werd door de mens. Eerst in recente tijd begon men hierop zieht te krij- gen. Er bestaan van ons land als geheel dus nog geen vegetatie-overzichtskaarten berustend op veldopna- men. Wel zijn er van opmerkelijke gebieden als de Bies- bosch, het Meinweggebied of de kustduinen meer ge- detailleerde vegetatiekaarten gemaakt. De oorzaak van de achterstand ten opzichte van bij voorbeeld de bodemkartering schuilt behalve in de complexiteit van de vegetatie, ook in haar grote dyna- miek en kwetsbaarheid. Meer dan geologie, relibf en zelfs bodem is vegetatie aan snelle natuurlijke of kunstmatige veranderingen onderhevig: verlandende vennen, het vergrassen van heidevelden, maar ook het kappen van natuurbos voor wegenbouw en 'natuur- bouw' in de Oostvaardersplassen zijn bekende voor- beelden. En dan is er -veel sterker dan bij geologie, relief en zelfs bodem, die men vlaksgewijze kan karteren- de landschappelijke vegetatieversnippering. Satellietbeelden, maar ook topografische kaarten to nen het. Wat wij natuur noemen bleef soms slechts behouden in heggen en slootkanten, in een verlande kleiput of een verlaten groeve. Toch hebben deze ogenschijnlijk onbetekenende plekjes een grote natuur- waarde: schuilplaatsen zijn het, van waaruit de na tuur zieh weer zal kunnen verbreiden wanneer eens het menselijk ingrijpen in natuur en landschap milder en meer respectvol zal zijn. De vegetatie die dan zou ontstaan, na 50 of 100 jaren wellicht, noemt men po- tentiele natuurlijke vegetatie (PNV). Dan zouden de smalle, lijnvormige vegetaties als hagen en rietkra gen, de puntvormige als een verlande dobbe in Dren- the en de meer uitgestrekte bossen en heiden zieh uit- breiden overeenkomstig hun natuur. Vooralsnog echter is het nog wachten op deze land schap skentering en beschouwen we de evaluerende overzichtskaart van de overlevingsmogelijkheden van de natuur in ons land na meer dan 10. 000 jaren menselijke invloed. Vooral de laatste 1000 jaren waren van grote beteke nis: het hogere land werd ontgonnen, het natte, läge land ingepolderd en de landerijen werden door perce- lering op menselijke maat gebracht. Ook werden Steden en dorpen gebouwd en het land werd doorsne- den met wegen en kanalen. In het verleden kon de zieh altijd weer vernieuwende levende natuur het j, menselijk handelen bijhouden, maar in de laatste 100 jaren geraakte de landschapsomvorming in een hogere versnelling. Herontginning van oude cultuurlandschap- pen en inrichting van nieuw land perkten de nog reste- rende natuur verder in. De vroegste bewoners van ons land oefenden als ver- zamelaars en jagers slechts lichte invloed uit op fauna en flora en liefen de overige natuur ongemoeid. Maar de moderne samenleving grijpt het landschap in zijn volle omvang aan, alle 'landschapsetages', van hoog tot laag: vegetatie, bodem, relibf en water. Zelfs oppervlakte-geologie kwam daarbij in het geding, want het huidig menselijk handelen vergt immense hoeveelheden aan bouwmateriaal. De kaart 'Topogra fische veranderingen 1963-1980' uit de Atlas van Nederland leert hoe in 17 jaar ruim de helft van het Nederlandse landschap grondig werd gewijzigd, en zij toont dat de mens zelfs zijn eigen voortbrengselen, nederzettingen, wegen en landinrichting niet spaart. Geen wonder dat men zieh sinds lang afvraagt of de 74 KT 1983. IX. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 76