waterkaart voornamelijk de wateren en alle bijbeho-
rende zaken dient weer te geven. Bebouwde opper-
vlakten (Steden, dorpen) moeten natuurlijk te vinden
zijn, maar mögen niet overheersen. Deze opmerking
maak ik bewust omdat 66n van onze uitgevers van wa-
terkaarten de laatste tijd de neiging lijkt te hebben het
water zd£r lichtblauw, en de Steden in opvallend brui-
ne tinten weer te geven. Dat komt de duidelijkheid
niet ten goede.
Volledigheid
Een kaart moet volledig zijn; 'alles' moet er op
staan, althans alles dat van belang is -of kan zijn-
voor de gebruiker. Deze eis kan botsen met de hier-
voor genoemde (duidelijkheid) zodat veelal een aan-
vaardbaar compromis gevonden moet worden. Wat
moet een waterkaart minimaal bevatten? Niet elke
gebruiker zal dezelfde voorwaarden stellen. Een zee-
zeiler die zijn boot met niet-strijkbare mast na het
seizoen van Hoek van Holland naar Enschede brengt
wil wöl op de hoogte zijn van de doorvaarthoogten van
vaste bruggen en hoogspanningsleidingen. Een kanobr
is geTnteresseerd in watertjes die voor grotere boten
onbereikbaar zijn wegens zeer läge bruggen of duikers,
of die slechts enkele decimeters diepgang toelaten.
Zo zijn er ook gebruikers die, varend in de Verlengde
Hoogeveense Vaart, zieh afvragen waar al die voor-
malige kanalen, die zieh achter niet-meer bediende
ophaalbruggen of, erger nog, achter dämmen uitstrek-
ken, heenvoeren of -voerden; gewoon uit industribel-
archeologische belangstelling.
AI deze consumenten verwachten van de kaart, die
doorgaans immers voor vrijwel alle categorieen vaar-
ders bestemd is, een antwoord op hun vragen. Een
vrijwel onmogelijke opgave. Schaalvergroting biedt
uiteraard soelaas, maar het aantal kaarten per gebied
neemt dan vanzelfsprekend toe, en een uitgave moet
wel commercibel interessant zijn.
De enige mogelijkheid is: passen en meten, schiften
en ziften. Dat lukt onze kaartenmakers in het alge-
meen goed. Wel wil ik opmerken dat kilometer- en
hectometerraaipalen wel eens worden weggelaten ter-
wijl ze wel degelijk het vaarwater flankeren. Aandui-
ding ervan is handig uit een oogpunt van oriöntatie,
en van afstandsbepaling. Omdat het niet doenlijk is
om bijvoorbeeld ook bedieningstijden van kunstwerken
op een kaart te vermelden, zal een afzonderlijke lijst
deze onmisbare gegevens moeten bevatten (een 'Wa
ter-Almanak').
Handzaamheid
Kaarten zijn doorgaans nogal groot; ze worden dus
gevouwen (behalve op zeeschepen, waar enorme laden
in een aparte kaartenkamer voorhanden zijn). Het
papier moet daar tegen kunnen. Het is hinderlqk als
er op de vouwen reeds na enige keren scheuren ont-
staan. Dit wordt vermeden bij kaarten die in boek-
vorm verschijnen, maar ook hiertegen zijn bezwaren
in te brengen en wel:
a. het verdwijnen van het totaal-overzicht en
b. de te wensen overlatende leesbaarheid in het
midden van de kaartbladen.
Een heel bijzondere categorie zijn de zgn. 'strek-
kaarten'. Deze heb ik in Nederland nooit gezien,
maar er bestaan Franse en Engelse uitgaven van bij
voorbeeld de Seine, de Yonne, de Thames, en het
Union Canal. Op deze kaarten, die zeer smal (bijvoor
beeld 10 cm) en heel lang zijn (tot enkele meters toe)
is het vaarwater kaarsrecht getekend: alle bochten
zijn rechtgetrokken. Steden, dorpen, wegen en andere
kenmerken zijn om het water gedrapeerd. Het resul-
taat is een handzaam en soms duidelijk geheel, maar
de werkelijkheid is teveel geweld aangedaan, en ik
vind deze kaarten, waarop zelfs geen noordpijl ge-
plaatst kan worden, meer curieus dan bruikbaar. In
het bijzonder voor bijvoorbeeld kanovaarders geldt,
dat een kaart niet te groot mag zijn. Het te voorschijn
halen, ontvouwen en lezen in een open kuipje en in
weer en wind, Staat het gebruik van een onhandelbaar
vel papier niet toe.
Aantrekkelijkheid
Het zal veel kaartgebruikers weinig uitmaken of een
kaart 'mooi' is. Persoonlijk vind ik het erg belangrijk.
Ik geef met genoegen wat meer uit voor een kaart die
bijvoorbeeld door het toepassen van een kleurtje
meer, of door een evenwichtige lay-out, een aantrek-
kelijk beeld geeft van het te bevaren gebied. In deze
context wil ik dan toch even kwijt dat ik een kanarie-
gele weergave van water niet 'mooi' vind. Wie de
schoen past zal hem vermoedelijk niet aantrekken
omdat er best een goede reden voor deze merkwaar-
dige kleurkeuze zal zijn, maar een gelegenheid als
deze, om zo'n -klein- ongenoegen te kunnen ventile-
ren, wordt mij misschien geen tweede keer geboden.
Noot
Het bij dit artikel afgedrukte kaartfragment met legen-
da is een deel van een vaarkaart van het voor com-
mercible uitgevers oninteressante Kanaal Almelo
-de Haandrik, en het aansluitende Coevorden-
Vechtkanaal.
Deze kaart, die uit twaalf bladen bestaat, werd door
mij in 1979 gemaakt in een oplage van dön exemplaar.
Als 'basis' gebruikte ik diverse kaarten van dit ge
bied, waarbij de gegevens werden geverifieerd en
aangevuld tijdens een reeks van vaar-, auto- en
fietstochten.
Hoewel als 'aardigheidje in zwart-wit' bedoeld, geeft
deze kaart toch wel ongeveer mijn opvatting van een
vaarkaart weer. Het weergegeven fragment beeldt het
mooiste deel van deze waterwegen uit, zowel uit tech
nisch oogpunt (oude spoorbrug, fraai sluisje bij De
Haandrik) als uit landschappelijk oogpunt (fraaie in-
kijk in de Vecht bovenstrooms van het kanaal, mooie
boomgroepen).
Summ a ry
This paper on waterway navigation maps is not written
by a cartographer but by an 'ordinary' user of this
particular type of maps. Based on his user experiences,
the author is listing some of the requirements water
way maps shoud fulfil: accuracy and validity, up-to-
dateness, legibility, completeness, ease of handling
and attractiveness. The map fragment illustrating this
paper has been made by the author in 1979 and shows
a part of a waterway which is not interesting for com-
mercial map publishers.
KT 1983. IX. 5
21