Beroepsopleidingen en functionele beroeps- niveaus in de kartografie in Nederland E.S. Bos In dit artikel wordt een poging gedaan binnen de be- roepsuitoefening van de kartografie een aantal functio nele niveaus te onderscheiden en deze te koppelen aan de daarvoor noodzakelijke beroepsopleidingen. Dit thema geniet momenteel in veel landen sterke aan- dacht, zoals möge blijken uit de lange reeks geschrif- ten die recentelijk over dit onderwerp zijn versehe nen. Het International Yearbook of Cartography 1982 is hieraan grotendeels gcwijd hetgeen ook gezegd mag worden van het nog niet versehenen deel van 1983. Daamaast is in veel nationale en internationale kartografische congressen het onderwerp van de be- roepsopleiding in de kartografie min of meer een standaardthema van het programma geworden. De belangstelling voor dit onderwerp vloeit in hoge mate voort uit de professionalisering van het vakge- bied gedurende de laatste 20 25 jaar. Hieraan heeft vanzelfsprekend de beroepsopleiding zieh moeten aan- passen; men zou bijna mögen zeggen dat hierdoor beroepsopleidingen noodzakelijk werden (er bestond namelijk nagenoeg niets). Een tweede reden waarom het onderwerp van dit arti kel ruime belangstelling geniet, is gelegen in het feit dat de door de professionalisering van het vakgebied ontstane beroepsopleidingen en funetieniveaus in veel gevallen nog niet of in onvoldoende mate, zijn inge- past in het stelsel van functieclassificaties die de meeste nationale overheden toepassen. Alvorens een poging te doen voor de Nederlandse si- tuatie een aantal functionele niveaus te onderscheiden binnen de kartografische beroepsuitoefening en daar- aan de noodzakelijke beroepsopleidingen te koppelen, is een summiere vergelijking met de situatie in enke- le andere landen in West-Europa op zijn plaats. De situatie in enkele We s t - E u r op e s e landen Een vergelijking met andere landen in West-Europa wordt bemoeilijkt door de grote heterogeniteit met betrekking tot opleidings- en beroepsniveaus in de kartografie en door het feit dat in nog slechts weinig landen deze zaken formeel geregeld zijn. Ongetwijfeld is de BRD (Bundesrepublik Deutschland) het meest vergevorderd voor wat betreft de formele opleidingsmogelijkheden en de wettelijke erkenning van een aantal functionele beroepsniveaus. In totaal worden vier beroepsniveaus onderscheiden: - Diplom-Kartograph (met een universitaire oplei- ding; deze opleiding is niet gerealiseerd en in de praktijk wordt dit hoogste beroepsniveau gevuld door geografen en geödeten met een kartografische specialisatie); - Diplom-Ingenieur (grad. Landkartentechnik/Karto graphie (met een opleiding aan een Fach-Hochschu le; vergelijk HTS); - Techniker-Kartograph (met een 2-jarige opleiding aan een Technische school; deze opleiding is nog niet formeel geregeld); - Kartograph (met een 3-jarige opleiding vnl. in een kartografisch bedrijf). De laatstgenoemde categorie houdt zieh voomamelijk bezig met het volgens richtlijnen uitvoeren van karto grafische p rodukti e we rkz a amheden. In het Verenigd Koninkrijk vindt de opleiding tot karto grafisch tekenaar plaats binnen kartografische bedrij- ven. Indien de kartografisch tekenaar tot hogere be roepsniveaus wil doordringen, kan hijzij een karto grafische beroepsopleiding volgen op het zogenaamde 'TEC-Certificate' niveau (vroeger Ordinary National Certificate, ONC, genoemd) en het 'TEC-Higher Certificate' niveau (vroeger Higher National Certifi cate, HNC). Beide opleidingen vinden plaats vanuit het bedrijf waar men werkzaam is, waarbij men gedurende 3 jaar 1 dag per week naar school gaat. Het vierde en daarmee hoogste professionele niveau wordt gevormd door diegenen die een universitaire graad bezitten. In het algemeen zijn dit geografen en geödeten ('sur- veyors') die veelal een 'post-graduate' cursus in de kartografie volgden; echter Engeland kent ook een 'Bachelor of Science' (B. Sc. )-graad en een 'Master of Science' (M. Sc.-graad in de kartografie. In Zwitserland en Oostenrijk bestaan, gezien vanuit het oogpunt van beschikbare beroepsopleidingen, slechts twee niveaus. Op het laagste niveau is dit in Zwitserland een 4-jarige opleiding tot kartograaf, gebaseerd op een 'bedrijf-school' systeem, d. w. z. de leerling gaat 1 dag per week naar school (vooral voor de algemene vakken) en volgt de overige 4 dagen van de week zijn opleiding in het kartografisch be drijf (in Zwitserland doen 4 bedrijven aan een derge- lijk officieel erkend opleidingssysteem mee). Het is ter verduidelijking goed hierbij op te merken, dat het bedrijfsaandeel in de opleiding zieh voor het overgro- te deel van de tijd rieht op de opleiding; slechts voor een klein deel doen de leerlingen in de laatste jaren van hun opleiding mee aan het produktieproces. In Oostenrijk kent men een soortgelijk leerlingenstelsel, waarin men in 3 jaar wordt opgeleid tot zogenaamd 'Kartolithograph'. Op universitair niveau kennen beide landen geen echte 24 KT 1983. IX. 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 26