oplage klein is. Waarschijnlijk is dit dan ook de reden voor de (te) hoge prijs, zeker als men in aan- merking neemt dat vrijwel de ge- hele inhoud bestaat uit reklamefol- ders en brochures van fabrikanten. C. H. de Voogd KOEMAN, C. Längs papieren we gen. Momenten uit de geschiedenis van de wegenkaarten van Neder- land. Uitgeverij Impress BV, Utrecht. Sealdia model nr. 2, Oktober 1983. ISBN 90 6402 009 4. 32pp. 18 flg. gedeeltelijk in kleur. Sealdia Papier BV te Nijmegen ver- spreidt haar 'modellen' om toepas- singen van haar papier te tonen. In Model nr. 2 wordt aangetoond dat 135 grs (omslag 250 grs) Twincoat halfmat houtvrij twee- zijdig machinegejstreken 'Extra' kwaliteit KNP papier zieh zeer wel leent voor een rijkelijk in kleur en zwart-wit geillustreerd overzicht van de geschiedenis van de wegen kaarten van Nederland. Op een wat meer uitgebreide wijze dan moge- lijk was in zijn afscheidscollege ('Weg van de kaart', Nico Israel, T. O. T. Amsterdam, 1981) ver- haalt Koeman van Nederlandse weggebruikers en hun behoefte aan wegenkaarten, zoals die zieh mani- festeerde in de afgelopen 300 jaar. ELSEVIER Atlas van de wereld, samengesteld door het Geogra- fisch en Cartografisch Instituut Elsevier en de Winkler Prins Redactie. Amsterdam/Brüssel B. V. Uitgeversmaatschappij Else vier, 1983. 238 blz. 106 blz. kaarten. ISBN 9010 04647 8. Prijs f 14, 90. Er bestaat in ons land behoefte aan een goedkope 'namen' atlas. Althans dat zou je kunnen afleiden uit de goede verkoopresultaten van de vorige pocketatlas die door Elsevier werd uitgegeven (Else vier Atlas van de gehele wereld). De pocketatlas die Elsevier on- langs op de markt heeft gebracht, de Elsevier Atlas van de Wereld, bevat behalve 106 pagina's met kaarten in vierkleurendruk een aantal andere onderdelen. Zo is er een onderdeel met statistische informatie en een met internatio nale organisaties en zijn er vier pagina's met vlaggen (kleur). Een sociaal- en een fysisch-geo- grafische beschrijving van elk werelddeel en van de Beneluxlan- den Staat in het onderdeel 'De we reld in woord', en tenslotte is een register met bijna 25. 000 namen opgenomen. In deze bespreking zal ik mij be- perken tot het kaartendeel. De kaarten zijn van het 'landschap- type', dat wil zeggen, dat zowel natuur- als kultuurlandschap in associatieve kleuren zijn afge- beeld. Een methode die vooral bij schoolatlassen en wandkaarten erg populair is. Het reli'öf krijgt ge stalte met behulp van een schadu- wering die meeloopt in de zwarte drukgang. De staatkundige kaarten en ook de deelkaarten van Nederland zijn niet van het landschaptype, en bezitten ook geen reliefweergave. Hoewel de meeste kaarten over twee bladzijden zijn gedrukt, heeft het pocketformaat van de atlas (18,1 x 11, 3 cm) toch z'n beperkin- gen. De kaarten zijn verkleiningen van bestaande kaarten uit de Nieuwe Winkler Prins Wereldatlas, waardoor de tekst vaak moeilijk, en soms zelfs geheel niet te lezen is. Veel namen die op de vouw van de bladzijden staan, zijn weggeval- len. Omdat niet alle kaarten in het kleine formaat in te passen waren, is men overgegaan tot soms won- derlijke uitsneden uit de bestaande kaarten. Zo is de noord-orientatie -die normaal betrekking heeft op het midden van het kaartblad - verschillende malen losgelaten. Daardoor ligt bij een aantal kaarten de linkerkant öf de rechterkant van het kaartblad noordgericht. Niet alle kaarten pasten na verklei- ning op de bladspiegel en de delen die er buiten dreigden te vallen zijn in een inzet geplaatst, wat een verknipt kaartbeeld oplevert. Eönduidigheid is ook niet de sterk- ste kant van het atlasje: er zijn drie verschillende soorten typogra- fie gebruikt. Zo zijn de namen op de kaart van Canada van een heel ander type dan de namen op de aan- sluitende kaart van de Verenigde Staten van Amerika. De laatste kaart is bovendien veel beter lees- baar, wat komt doordat grotere letters gebruikt zijn en doordat minder namen op de kaart voorko- men. Dit is vooral goed te zien aan de grensgebieden van deze landen die op beide kaarten voor- komen. Het inzetkaartje van de Deltawer ken laat een heel ander soort karto grafische uitvoering zien dan de deelkaart Zuidwest-Nederland op hetzelfde blad. Het Schelde-Rijn- kanaal blijkt op beide kaarten een verschillende loop te hebben! In de legenda Staat dat 'plaatssigna turen, grootte en belettering in overeenstemming zijn met de rela- tieve belangrijkheid van het be- woonde oord' - een omschrijving waar je veel kanten mee uit kunt. Wat Nederland betreft moet ik hier toch vraagtekens bij plaatsen: Emmen (90. 000 inw.is weergege- ven met een 'minder belangrijk' symbool dan bijvoorbeeld Den Hel der (63. 000 inw.Zoetermeer (74. 000 inw. is 'minder belangrijk weergegeven dan een plaats als Heimond (63. 000 inw. Nieuwe- gein komt in het geheel niet voor! De 'nieuwe dimensie' die de land- schapskleuren moeten geven is niet altijd een verbetering - vooral de kleuren Oker en groen zijn bepaald lelijk. Daar waar kleur en donkere schaduwering samenvallen zijn veel kaarten onleesbaar geworden (vergelijk Oostenrijk en Japan). Kaarten waarin weinig reliöf voor- komt en waar lichte landschapskleu ren zijn gebruikt zijn het duide- lijkst (Australi'ö). Een pluspunt van het atlasje is dat er zo veel plaatsnamen in te vinden zijn. Het opzoeken wordt echter bemoeilijkt doordat de letters en cijfers die aan de rand van de kaar ten staan, en die corresponderen met het register, op sommige kaarten verloren gaan in de topo- grafie. Vrij zetten van de onder- grond zou hier een aanzienlijke verbetering zijn. Samenvattend constateer ik dat dit atlasje uit kartografisch oogpunt weinig aantrekkelijk is; wat lees- baarheid en eenduidigheid betreft zijn er te veel concessies gedaan. Verder mag je van een naslagwerk- je verwachten dat het toch enige tijd van leven heeft: het recensie- exemplaar viel bij het openslaan meteen uit de band. Commerciele argumenten hebben hier kennelijk het zwaarst gewogen; vandaar ook de bijzonder läge prijs. G. W. J. van Omme KT 1983. IX. 5 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 39