IFLA EN NVK Sinds kort Staat er op de begroting van de NVK een bedrag van 250 gül den (in 1983) voor 'contributie IFLA'. Dit leidde tijdens de rond- vraag van de algemene ledenverga- dering tot vragen. Daarom wordt hier enige informatie gegeven Over de IFLA en de reden van het lid- maatschap van de NVK. IFLA betekent voluit: International Federation of Library Associations and Institutions, vrij vertaald een internationale vereniging van biblio- theekverenigingen, -instituten en zelfs personen. Het is een organi- satie die in 1927 in Edinburgh werd opgericht, maar al lange tijd haar hoofdkwartier (Headquarters) heeft in Nederland, sinds kort in het nieuwe gebouw van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het doel van de IFLA is een onafhankelijke, niet gouvemementele (niet aan een overheid verbonden) organisatie te zijn die zieh zonder winstoogmerk inzet om internationale samenwer- king en begrip, onderzoek, discus- sies en ontwikkelingen te bevorde ren op alle gebieden van het biblio- theekwezen, daarbij inbegrepen de bibliografie, het informatiewezen en de opleiding van personeel. Te- vens wil de IFLA een lichaam zijn dat het bibliotheekwezen vertegen- woordigt in zaken van intematio- naal belang (relaties met UNESCO, andere internationale organisaties enz.Om dit doel te bereiken houdt de IFLA zieh bezig met het ondersteunen, coördineren en uit- voeren van onderzoek; het verza- melen, bewerken, uitgeven en ver- spreiden van informatie op het ge- bied van het bibliotheekwezen; het uitgeven van kwartaal- enjaartijd- sehriften en andere publikaties; het organiseren van congressen, vergaderingen, studiedagen en con- ferenties (zo was er in 1981.in Utrecht een trainings-seminar voor kaartbeheerders uit de Derde- Wereld-landen); het samenwerken met andere internationale organi saties en het inrichten van regio nale bureau's in Afrika (Dakar), Azie (Kuala Lumpur) en Latijns- Amerika (Bogota); en het opzetten van afdelingen die speciale taken uitvoeren. Zo is er een Office for Universal Availability of Publica- tions dat de wereldwijde beschik- baarheid van publikaties bevordert en een Office for International Lending dat zieh bezig houdt met intemationaal leenverkeer van bi- bliotheekmaterialen. De belangrijk- ste is echter de Office for Univer sal Bibliographie Control, die het beschrijven van alle in de wereld versehenen publikaties wil bevor deren. Deze UBC-Office zorgt o. a. voor de ISBD's, de International Standard Bibliographie Descript- ions, dat zijn basisregels voor de bibliografische beschrijving van allerlei documenttypen (zo is er een ISBD for Cartographic Mater ial waarop de Nederlandse Regels voor de titelbeschrijving van karto- grafische documenten zijn geba- seerd) De IFLA heeft een vrij complexe maar wel democratische struetuur. De leden kiezen vanuit de algemene ledenvergadering de personen die zitting hebben in de diverse uitvoe- rende en beleidsbepalende organen. De leden kunnen zieh in laten schrij ven als lid van een of meer van de 40 secties en ronde-tafel-gespreks- groepen die binnen de IFLA actief zijn; zo bestaat er binnen de 'divi- sie' speciale bibliotheken een sectie Geography and Map Libra ries. En waarom is de NVK nu lid gewor den van de IFLA? Binnen de NVK is de werkgroep Kaartbeheer (zeer) actief. Een groep van personen die werkzaam zijn in het kaartbeheer en die behalve met de kartografie veel relaties onderhouden met het bibliotheek- (en ook archief-) we- zen. Om deze werkgroep in staat te stellen 'intemationaal actief' te zijn, of op z'n minst, betrokken te kunnen zijn bij het internationa le bibliotheekwezen, is de NVK lid geworden van de IFLA en de sectie Geography and Map Libraries. W. A. M. van den Dries HET AANDEEL VAN DE VROUW IN DE KARTOGRAFIE Een van de taken van de ICA-Com- missie 'Continuing Education in Cartography' is het bevorderen van het aandeel van vrouwelijke werkkrachten in het kartografisch gebeuren. Tijdens de jongste ver- gadering van de Commissie in Visegrad (Hongarije) hield me- vrouw Ulla Durvall van de firma Liber Grafiska A. B. te Stockholm een interessante voordracht over de stand van zaken in Scandinaviö. Wij ontlenen daaraan het volgende. In de overheidskartografie wordt in Scandinavie een duidelijke schei- ding aangetroffen tussen arbeids- terreinen voor mannen en voor vrouwen. De leidinggevende func- ties zijn veelal ingenomen door academisch opgeleide geödeten en landmeters van het mannelijk ge- slacht. Mannen zijn werkzaam als landmeters in het terrein, als to- pografische verkenners, en als foto-interpretatoren. Vrouwen, op basis van technische opleidingen van 1-2 jaar, zijn overwegend werkzaam als kaarttekenaars en graveurs. In de commerciSle kar tografie zijn de grenzen minder scherp. Men kan zeggen dat däär numeriek een zeker evenwicht tus sen beide groepen bestaat, met dien verstände dat in de hogere regionen de mannen, in de lagere de veelal minder goed opgeleide vrouwen overheersen. Wat opleidingsmogelijkheden in de kartografie in Scandinavie betreff valt op te merken dat kartografie KT 1983. IX. 5 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1983 | | pagina 7