IAJ
fc i- Analyse Wohn- und Sozialstruth^?/'/"^
2fiS2>.
\V'\ "*-7
yv;y
r-v 4, N
s>- »rv
i
«BSSi
*C*v
lr* Statistisi
Ergebnis der Quartiersanalyse
Befragung von Schlusselpersor
•iSJi w
Analyse GewerbestruKtur
Befragung von Schlüsselpersonen
Probleme des Gewerbes r
Zu ertwnVn}« «Wofir>g«t>'et
HU Miinhim«
Jmnuuung won •->^t9wn
*auDtve'KfhuW!T3»»
-- Essc»v'«a»»f5s»traß«r
i Lärmbelastung V- )-*
Nt„.. ,'V
fTtTl ModarniaMrvng
l1 **»uOTdni/ng a<ji'J\ Bobauungspl»
Baalana *ohm«uuung
r-"l ««Uwe MaBnahnwi .i^v
Straßenorientierte Wohnnutzung
.-i
Denkmalschutzbereiche
alyse Ad-hoc-Veränderungspotenty^er
Figuur 1. Voorbeeld van de samenvatting van acht analyseresultaten tot een deelconcept van een plan.
Er is onderscheid gemaakt tussen het geplande gebruik en de maatregelen die tot dat gebruik
moeten leiden. Bron: Meise en Volwahsen, 1980.
over de geschiedenis van de stedebouw tegen te komen.
Het afbeelden van de ruimte op kaarten neemt in deze
publikaties, behalve in de laatstgenoemde, een slechts
geringe plaats in. De stedebouw in Nederland lijkt,
sterker dan in andere landen, een verbale bezigheid
geworden. We hoeven echter nog niet, de titel van een
artikel van Van Zundert (1981) over de bestemmings-
plankaart citerend, te concluderen: "Het was gete-
kend. In de praktijk van stedebouwkundige bureaus
en gemeentelijke diensten speelt de kaart nog wel de-
gelijk een hoofdrol. Heiaas komt deze niet tot uiting
in de door Nederlandse uitgevers aangeboden litera-
tuur.
In het buitenland lijkt de situatie gunstiger. De Engels-
man Keeble (1964) besteedt in zijn 'Principles and
Practice of Town and Country Planning' 24 kolommen
aan 'Visual presentation for planning purposes'.
Daarbij komt ook aan de orde het gebruik van 'zeef-
kaarten' (transparante kaarten waarmee door een
soort grafische optelling conclusies getrokken kunnen
worden over ontwikkelingsmogelijkheden) door de
planners zelf. Heiaas zijn de in het boek gereprodu-
ceerde kaartjes niet best.
In Duitsland is het meest opmerkelijke mij bekende
boekwerk 'Stadt- und Regionalplanung' van Meise en
Volwahsen (1980). Hierin zijn op diverse bladzijden
uitvoerige beschouwingen over kaartgebruik door de
planners, in verschillende fasen van het planningspro-
ces, te vinden, vaak geTllustreerd met kaartvoorbeel-
den in zwart-wit. Prinz (1980) is een tweedelig boek
werk over 'Städtebauliches Entwerfen' en 'Städtebau
liches Gestalten' (het verschil zit hem vooral in het
schaalniveau en de derde dimensie), rijk geillustreerd
met zeer goede tekeningen, principeschetsjes en dia-
grammen en, helaas, allerberoerdste kaartfragmen-
ten die de auteur kennelijk niet zelf heeft gemaakt.
Ook dit boek toont duidelijk het niemandsland tussen
het architectonische tekenen en de kartografie
Patellis, Patellis en Pokora (1973) bevat een fraaie
verzameling van kaartfragmenten uit een tiental stede
bouwkundige rapporten. Ook hier geen bespreking van
de kartografische merites, maar wel uitvoerige tabel-
KT 1984. X. 1
9