De informatie, gesplitst in een invariant en de compo-
nenten laat het volgende zien:
- invariant verspreiding leerlingen
naar school van herkomst
- componenten: aantal leerlingen kwantitatief
soort school kwalitatief
lokatie school geografische
component
lokatie leerlingen-
adressen geografische
component
Het aggregatieniveau (straat- of buurtniveau) waarop
de gegevens weergegeven gaan worden speelt een rol
bij de symboolkeuze. De component 'aantal leerlingen'
kan worden weergegeven door Symbolen die in grootte
verschillen, de component 'soort school' door Symbo
len die in vorm verschillen. De beide lokatie compo
nenten worden weergegeven door de x- en y-coördina-
ten van het vlak.
Uitgaande van het laagste aggregatieniveau is het
meest geschikte kaarttype een stippenkaart. Stippen-
kaarten zijn kaarten waarbij men de verspreiding van
een verschijnsel door middel van punten met een con-
stante waarde weergeeft. Wil deze kaart duidelijk en
overzichtelijk blijven, dan is het nodig om per school
66n kaartje te maken met de verspreiding van het
leerlingenbe stand van die school (met het gebruik van
kleur was het theoretisch wel mogelijk geweest om
alle informatie in ddn kaartje weer te geven, maar
deze expressierichting kan helaas niet gebruikt wor
den). Als ondergrond voor het kaartje kan het lijnseg-
mentenbestand dienen of alleen de buurtgrenzen.
Daar elke stip in het kaartje de lokatie aangeeft van
een leerlingenadres, is hier geen sprake meer van
de component 'aantal leerlingen'.
Op een hoger aggregatieniveau, bijvoorbeeld buurten,
blijft de component 'aantal leerlingen' aanwezig. Op
dit niveau is het kartogram het beste kaarttype.
Wanneer er gekozen wordt voor een cirkeldiagram
dan kan het totale aantal leerlingen per buurt dat een
van de drie Scholen bezoekt, worden weergegeven
door de grootte van de cirkel. De grootte van de drie
sectoren waarin de cirkel verdeeld wordt is afhanke-
lijk van het percentage leerlingen uit de buurt dat de
betreffende Scholen bezoekt. Onderscheid tussen de
drie Scholen kan gemaakt worden door de drie secto
ren een verschillende struktuur te geven. Dit levert
tevens de nodige visuele hiörarchie op.
In dit geval is alleen een redaktiemodel gemaakt van
de stippenkaart. Het model is door de Computer uit-
gewerkt. Het resultaat (figuur 8) is een kaartje dat
het de gebruiker mogelijk maakt in een oogopslag de
verspreiding van het leerlingenbe stand van een school
te overzien.
Conclusie
De keuze van de proeven is mede bepaald door de
gemeenten. Het betrof Problemen die al door de ge-
meenten zelf op een handmatige manier waren uitge-
werkt. Hierdoor was het mogelijk om naast het onder-
zoek naar de mogelijkheden van de ruimtelijke
gegevensstrukturen een kosten-baten analyse uit te
voeren.
Bij de meeste proeven bleek dat zij goedkoper met de
Computer uitgevoerd konden worden. Naarmate de
complexiteit van de proeven toeneemt, wordt de winst
groter. Voor een proef als de voetgangerstel 1 ingen
geldt echter dat deze handmatig goedkoper is. Dit
komt omdat er relatief weinig handelingen verricht
moeten worden die eenvoudig van aard zijn. De winst
wordt nog groter als het aantal bewerkingen met
dezelfde gegevens toeneemt.
Uit de proeven bleek eveneens dat met de momenteel
beschikbare Software redelijke kartografische Produk
ten gemaakt kunnen worden. Een interactieve bewer-
king is in veel gevallen nog wel noodzakelijk. Een
computer-systeem met dergelijke capaciteiten is voor
de meeste gemeenten onbetaalbaar. Het is momenteel
nog niet zo dat de gemeenten een kant en klaar soft-
warepakket aangeboden kan worden waarmee kaartjes
als in de figuren 6, 7 en 8 gemaakt kunnen worden.
De aanbevelingen van de projektgroep TTR hebben be-
trekking op het verder ontwikkelen van grafische Soft
ware en het doen van onderzoek naar de toepasbaar-
heid van microcomputers.
Literatuur
EST, J. VAN en F. DE VROEGE, The meaning and
construction of a geographic base file for a spatially
oriented information System. Delft: Pianologisch
Studiecentrum TNO, 1982. Researchpaper: werk-
stuk 26.
EST, J. VAN en F. DE VROEGE, Thematische kaarten
voor beleid. Delft: SSVI, 1982. Publicatiereeks van de
Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie
1982/3.
SSVI, Ongepubliceerd rapport project digitale topo-
grafie 2e fase, (1984).
LAMSWEERDE, A. A. Ph. J. M. VAN, Ruimtelijke
gegevensstrukturen voor vastgoedinformatiesystemen.
Geodesia 23 (1981) nr. 9, p 353-358.
Noot
Drs. M. J. Kraak, Afdeling der Geodesie, TH Delft.
Summary
This article describes the cartographic results of the
activities of the research-group 'Technics and appli-
cations of spatially oriented informationsystems'.
The purpose of the research-group was to investigate
the efficiency of a spatially oriented information
System in answering questions from the municipal
planning sector. To reach this purpose the research
group performed some experiments in several
municipalities. Here, the results of the experiments
performed in Apeldoom are discussed.
KT 1984. X. 1
23