Alle factoren waarover geen gegevens verwerkt wor
den vallen onder 'overlge'. In dit geval onder meer:
aanwezigheid van terreindekking, aanwezigheid van
rustgebieden en aanwezigheid van natuurlijke voeding
(in tegenstelling tot voederplaatsen).
Hebben we eenmaal kaartjes van de verschillende
biotoopfactoren op gelijke schaal, dan kan voor ieder
van die factoren een nieuw kaartje worden vervaar-
digd waarbij het vastgestelde gewicht van de betref
fende factor tot uiting komt in de hoeveelheid gebruikt
zwartingsmateriaal in cm^.
Daartoe wordt het oorspronkelijke kaartje bedekt met
een transparante tekenfolie waarop, om te beginnen,
de vier registerpunten door mlddel van kruisjes
worden weergegeven. Als zwartingsmateriaal werd
in dit geval maanzaad gebruikt (na talloze mislukte
experimenten met o. a. oost-indische inkt, griesmeel,
koolzaad en aquariumzand). Voor iedere procent
gewicht werd 0, 12 cm3 maanzaad gebruikt, dat däär
op de tekenfolie werd uitgestrooid waar de betreffen
de biotoopfactor zieh voordeed. Maanzaad kan, in
tegenstelling tot bijvoorbeeld vloeibare materialen,
net zo lang worden verschoven totdat een optimale
bedekking is verkregen van de plaatsen waar de bio
toopfactor zieh voordoet. Is die toestand bereikt, dan
wordt het beeld geconsolideerd door het maanzaad te
bespuiten met een transparante lijmspray uit een
spuitbus.
Het woord 'optimaal' in de vorige alinea vraagt om
enige uitleg. Indien, met betrekking tot een bepaalde
biotoopfactor, onderscheid gemaakt zou kunnen wor
den tussen plaatsen waar die factor zieh wöl voordeed,
en plaatsen waar die factor zieh niet voordeed zou het
eenvoudig zijn. 'Optimaal' zou dan kunnen worden
vervangen door 'egaal'. Een egale verdeling van het
maanzaad over de gebieden waar de biotoopfactor
werd aangetroffen zou dan de beste verdeling zijn,
zij het dat dan tevens met het totale oppervlak van
die biotoopfactor rekening gehouden zou moeten wor
den. Dat zou dus betekenen: een vast volume maan
zaad per gewicht per oppervlakte eenheid. Het
probleem is evenwel dat iedere biotoopfactor in aan-
leg overai voorkomt. 'Afwezigheid van Campings'
geldt voor het ene punt sterker dan voor het andere,
maar voor iedere plaats buiten de begrenzing van een
camping geldt een zekere mate van afwezigheid van
Campings. Het oppervlak waarover de biotoopfacto
ren werkzaam zijn is dus voor al die factoren iden-
tiek, namelijk het verspreidingsgebied van de te
karteren soort. Er hoeft dus geen rekening mee te
worden gehouden bij de hoeveelheid maanzaad per
biotoopfactor. In de praktijk betekent 'optimaal' dat
er meer maanzaad wordt aangebracht naarmate de
biotoopfactor in sterkere mate voorkomt. Dat ge-
beurt op het oog.
Net als bij de tellingskaart werden ook hier de land-
bouwgronden en bebouwde kommen overgeslagen,
omdat geen edelhert daar ooit komt. Wat hier niet is
gedaan, maar wat zeker bij grootschaliger kaarten
zou zijn te overwegen, is om ook terreinelementen
van geringere omvang, zoals snelwegen of speeltui-
nen, buiten beschouwing te laten en bij het hieronder
beschreven proces af te dekken.
De volgende stap is dat van elk van deze biotoop-
kaartjes een contactafdruk wordt gemaakt op foto
grafische film. Dan worden de resulterende zes
negatieven achtereenvolgens op ddn stuk fotografische
film inbelicht, en van dat positief wordt een trans-
parant negatief gemaakt. Tenslotte wordt daarvan een
gerasterd positief gemaakt op papier. Op kaartje 2 is
dat in een 30% raster gedaan terwijl een topografische
ondergrond in 60% raster is weergegeven. Kaartje 3
is kaartje 1 en kaartje 2 in elkaar gemonteerd.
Verdere bewerking
Het is nog mogelijk om de twee beeiden van kaart 3,
tellings- en biotoopbeeld, in ddn beeld te combineren.
Daarmee wordt grafische duidelijkheid gewonnen
maar gaat informatie verloren.
De procedure verloopt in twee stappen:
1. Zoveel procent van de stippen als aangegeven onder
de factor 'overige factoren', 50% in dit geval, wordt
regelmatig over de telgebieden verdeeld. Precies
zoals bij de tellingskaart.
2. Het resterende gedeelte wordt over de kaart ver
deeld naar rato van het voorkomen van biotoopfacto
ren (het lichtgrijze beeld van kaart 2). Om dit op het
oog te doen is zeker niet de beste methode, maar wel
de snelste. Een systematischer aanpak moet liggen
in de toepassing van een transparant honingraat-model,
dat tussen de biotoopkaart en de nieuw te vervaardi-
gen spreidingskaart wordt gelegd. Een stip kan dan
geplaatst worden in die cel die het meeste grijs om-
sluit; de volgende stip in de cel die daama het meeste
grijs omsluit etc.
Veel hangt echter af van de grootte van de te kiezen
celstructuur. In afwachting van een antwoord op dit
laatste probleem werd hier toch de 'op het oog'-weg
bewandeld.
Het resultaat, kaartje 4, is een stippenkaart, of
liever: een kaart met stippen, die op grond van de
beschikbare gegevens een beter beeld geeft van de
verspreiding van, in dit geval, het edelhert op de
Veluwe op een willekeurig moment, dan een gelijk-
matige verdeling van de stippen over de telgebieden.
Bezwaren
Over ddn van de bezwaren die tegen de hier gepresen-
teerde methoden zijn in te brengen kan nu al iets wor
den gezegd.
Er vanuit gaande dat het maanzaad precies daar is
aangebracht waar de betreffende biotoopfactor werk
zaam is, mag verwacht worden dat als op ään plaats
meer dan ddn biotoopfactor werkzaam is, die plaats
op evenzoveel van de maanzaad-biotoopfactorkaartjes
door een korrel bedekt zal worden. Maar ook al is
een plaats op alle zes biotoopfactorkaartjes bedekt,
het maakt voor de uiteindelijke montage (kaartje 2)
niet uit. Dat onderscheidt slechts tussen 'ddn of
meer' en 'geen'. Dit onrecht kan op twee wijzen
worden bestreden:
1. De totale te gebruiken hoeveelheid maanzaad zo
laag kiezen dat zo min mogelijk dichtlopen van het
uiteindelijke beeld (kaartje 2) ontstaat (in het voor-
beeld werd iets te veel maanzaad gebruikt). Dan geldt
namelijk dat er meer biotoopfactoren werkzaam zijn
naarmate het korrelpatroon van de uiteindelijke bio
toopkaart dichter is.
2. De maanzaad-biotoopkaartjes verwerken met half-
toon-film in plaats van steile gradatie film.
26
KT 1984. X. 1