vastheid van papier tijdens de restauratie garanderen. De restaurator mag niets aan het kaartbeeld zelf toe- voegen. Een bijzondere eigenschap van een kaart is namelijk dat ieder onderdeeltje van de kartografische inhoud iets betekent. Niet alleen de lijnen en kleuren hebben een betekenis. Een blanco stuk papier Staat symbolisch voor water of land. Als ergens in een kaart een gat zit kan daar een huis hebben gestaan of een eiland hebben gelegen. De restaurator die dat gat heel mooi en onzichtbaar dichtmaakt heeft de authenti- citeit van de kaart geweld aangedaan. Zou het niet nuttig zijn om voor kaartrestauratie een speciale cursus op te zetten, bijvoorbeeld als vervolg op de cursus papierrestauratie. Over dit thema doordenkend kan men zieh zelfs af- vragen of we met de restauratie-ateliers op de goede weg zijn. Vele diensten kunnen zieh een all-round atelier veroorloven. Vele andere kunnen dat niet maar moeten toch meedoen om bij te blijven. Het restauratie-atelier als afdeling bij een dienst is een betrekkelijk nieuw verschijnsel en iedereen wil zo mogelijk meteen alles. Maar ook zou men zieh kunnen voorstellen dat de specialisatie verder wordt doorgevoerd. Naast een atelier voor kaarten en ex- treem grote formaten zou een atelier kunnen bestaan waar men gespecialiseerd is in het ontzuren en ver- stevigen van kranten en losse archiefstukken. Zo zijn er nog wel meer specialismen te ontwikkelen. Het zou kostenbesparend kunnen werken, zeker op de inrichting van de werkruimten en de apparatuur. Het zou de kwaliteit van de restauratie ten goede komen omdat van een specialist verwacht kan worden dat hij beschikt Over uitgebreide specialistische kennis en apparatuur. Last but not least zou het de produetie kwantitatief ten goede komen en dat is iets waaraan een grote be- hoefte bestaat. Noten W. Hofman is beheerder van de kaartenverzameling van het Gemeente-archief te Amsterdam. De inhoud van dit artikel werd als een lezing gepre- senteerd aan de Werkgroep Kaartbeheer op 10 novem- ber 1983 tijdens een studiedag gewijd aan restaureren en conserveren. 1. Voluit: Centraal Laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap, Amsterdam, Gabriöl Metsustraat 8. Summary The author gives definitions of the notions 'conserva- tion' and 'restoration'conservation being defined as keeping a document (i. c. a map) in the state in which it was at the beginning of its preservation, restoration being bringing the document in a state in which it can be conserved. Besides advantages, restoration also has its risks: harmful chemical reactions may become apparent long after restoration, involving the use of chemicals has been performed. Recently, a more integrated scientific approach toward restoration may tend to diminish these risks. A certain restraint should be exercised, especially when restoring missing parts of a document. As maps are not only artistic objects, but first and foremost informative documents, rare and important maps are in danger of being damaged by frequent handling and exposition to changes in temperature and relative humidity. Therefore an efficient storage system is of prime importance, and caution is recom- mended when preserving maps between plastic foils because of possible harmful reactions with adhesives. Different storage Systems, both horizontal and verti- cal, are discussed with their respective advantages and disadvantages, and a better positioning of margi nal information on the sheets is advocated. Signalled also are the risks of sudden transmission of docu ments from climatized repositories to non-climatized rooms, as well as those resulting from frequent photocopying (heat and UV-light). The author finally advocates specialisation on various restoration techniques by individual institutions. so as to avoid duplication of expensive equipment and to promote a more efficient use of specialised facilities. W. Hofman is in Charge of the collection of historical townplans in the Municipal Archives of Amsterdam. Summary - M.M. Hegener The article describes a method to map the distri- bution of free-living mammals, red deer on the Veluwe being used as an example. In addition to sheer numbers per area (map 1) environmental factors are taken into consideration. A weight is given to each factor. Then for each factor a map is being made on transparent material and on the same scale, while the amount of 'blackening material' (mawseed in this case) proportional to each factors weight is applied to the respective areas. By means of Photographie contact-prints the environmental maps are added to each other (map 2). Map 3 is map 1 and map 2 combined. Map 4 is a further elaboration. KT 1984. X. 1 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 35