y
steen, namelijk van hoge en läge kwaliteit. De steen -
koolmijnen zijn inmiddels alle verdaten: in 1974 werd
het laatste stukje steenkool naar boven gebracht.
Toelichting
In de toelichtende tekst op de achterzijde van het
supplementblad in de Atlas wordt in detail ingegaan
op de veranderingen en nieuwe ontwikkelingen, in
gunstige of ongunstige zin, vergeleken met de toe-
stand van 1965. Deze toelichting is helaas niet weer-
gegeven op de losse kaartbijlage bij dit nummer van
het Kartografisch Tijdschrift. Wel is ze opgenomen
in de reeds genoemde publikatie van de Rijks Geolo
gische Dienst (1) (par. 6. Natural Resources).
K a a rtbe eId
Zoals uit het bovenstaande blijkt, geeft de kaart een
helder en overzichtelijk beeld van het voorkomen in
economisch winbare hoeveelheden van de diepte- en
oppervlakte-delfstoffen in Nederland (3). Daar het
begrip 'economisch winbaar' met de tijd nogal verän
dert en de exploratie naar en de exploitatie van deze
delfStoffen nogal is gewijzigd kan de kaart niet anders
dan een momentopname zijn. Een vergelijkbare kaart
anno 1984 zou ongetwijfeld weer een gewijzigd beeld
opleveren; dit geldt zeker voor de olie en gas op het
Nederlandse deel van het continentale plat. Twee ge-
bieden lopen gevaar in de toekomst bij een eventuele
herdruk door de hoeveelheid aan gegevens niet meer
goed leesbaar te worden, namelijk Twente-Achterhoek
en (in mindere mate) Oost-Groningen. Wellicht ver
dient het dan, evenals dat voor Zuid-Limburg is ge-
daan, aanbeveling van beide gebieden detailkaarten op
te nemen. Op de kaart is wat dat betreft voldoende
ruimte beschikbaar.
Betekenis voor het onderwijs
De kaart heeft zeker waarde voor het onderwijs. Dit
kan vooral het geval zijn bij vergelijking van beide
kaarten. Maar ook bij behandeling van een aantal
onderwerpen voor het Centraal Schriftelijk Eindexa-
men (CSE-A), zoals Milieu en Milieubeheer, Ener
gie, en Het Nederlandse Waddengebied.
Noten
1. Het blad Delfstoffen is eerder als Kaart 2 versehe
nen als bijlage bij C. J. van Staalduinen et al.
The Geology of the Netherlands. Meded. Rijks
Geologische Dienst, 31-2 (1979) p. 9-49.
2. J. J. C. Piket, Kartografische evaluatie van het
natuurlijk milieu. Kartografisch Tijdschrift
1983. IX. 4, p. 74-77.
3. Een andere kaart van de Rijks Geologische Dienst
laat het voorkomen van de verschillende oppervlak
te-delfstoffen in Nederland zien, ook waar die
door water zijn bedekt (Noordzee). Er is daarbij
meer aandacht besteed aan het voorkomen dan aan
de economische winbaarheid (vooral van ten be-
hoeve van grondstoffen voor civiel-technische
werken), waardoor het eerder een, overigens
fraaie, lithologische kaart dan een delfstoffenkaart
is geworden. Dit betreft de overzichtskaart
Toegepaste Geologie, Rijks Geologische Dienst,
Haarlem, 1975 met toelichting onder redactie van
W. H. Zagwijn en C. J. van Staalduinen.
40 KT 1984. X. 1