'Wfr
ingang van de Torres-Straat Melden de kapitein ervan
terug om aldaar een doorgang te gaan zoeken. Het feit
dat de nieuw ontdekte kust 'Nova Guinea' werd genoemd
duidt er tevens op dat hij meende met een doorlopende
kustlijn te doen te hebben.
De ontdekkingen van de Duyfken komen eveneens voor
op de in 1622 door Hessel Gerritsz. getekende kaart
van de Grote Oceaan (13).
De talrijke contacten met de kusten van Nieuw-Holland
hadden uiteraard de belangstelling van de Bewindheb-
bers der VOC gewekt, die aandrongen op nadere explo-
ratie van het zuidelijke continent. Gewaarschuwd door
de schipbreuk van het Engelse schip Trial in 1622 op
de ondiepten voor de Australische westkust, werd het
Gouvernement in Batavia er zieh van bewust hoe ge-
vaarlijk deze kusten konden zijn en van het grote be
lang van het bezitten van nauwkeurige zeekaarten (14).
Natuurlijk standen de handelsbelangen van de VOC
voorop - wat kon men anders verwachten van een
handelsondememing? Van de geplande expedities
werd in de eerste plaats verlangd erachter te komen
wat er aan delfStoffen, edelstenen, paarlen, planten,
dieren en vruchten door het te ontdekken land kon
worden geleverd en voortgebracht (15). Behalve de
handelsbelangen had men ook politieke doelStellingen
in het achterhoofd. De nieuw te ontdekken landen
dienden in bezit te worden genomen en er moesten
politieke verdragen worden afgesloten. Handel en ter
ritoriale expansie waren de zuilen waarop de koloniale
politiek van de VOC gedurende deze periode rustte,
en dit bleven de voornaamste doel Stellingen tot aan de
reizen van Tasman.
V V V"
Figuur 1. Originele ms-kaart getekend door Arent
Martensz. de Leeuw, stuurman op het schip Pera in
1623 längs de zuidkust van Nieuw Guinea en de oost-
kust van de Golf van Carpentaria (Algemeen Rijksar-
chief, Den Haag).
Over de expeditie van de Pera en de Amhem in 1623,
onder bevel van Jan Carstensz. zijn wij zeer goed in
gelicht daar het door de commandant geschreven
journaal bewaard is gebleven (16). Bovendien bezitten
we drie belangrijke kartografische bronnen voor deze
reis, die een samenhangend beeld geven van de waar-
genomen kustlijnen: de kaart van de stuurman van de
Pera, Arent Martensz. de Leeuw, in het Algemeen
Rijksarchief in Den Haag (17), waarvan een kopie is
te vinden in de Van der Hern Atlas in Wenen (18) en,
eveneens in deze atlas, een kopie van de kaart van de
Arnhem (19), die van bijzonder belang is omdat zowel
het logboek als de oorspronkelijke kaart van de reis
van de Amhem verloren zijn gegaan.
Op deze reis ontdekte Jan Carstensz. de westkust van
het Kaap York-schiereiland tussen Kaap Keerweer
(Cape Tumagain) en de Staten- of Gilbertrivier,
terwijl de Amhem, onder bevel van Van Colster de
noordoostpunt van Amhem Land en de Wessel-eilan-
den waamam. Het is belangwekkend Jan Carstensz.'s
indrukken te lezen omtrent de kusten die hij ontdekte
en in zijn journaal beschreef. Het is de eerste gede-
tailleerde beschrijving van een deel van Australiö.
"Het land tussen 13° en 17°8' is een droog en schraal
gebied, zonder een enkele vruchtboom of iets anders
wat de mens nuttig zou kunnen zijn; het is vlak en
eentonig, zonder heuvel of berg, op sommige plaatsen
begroeid met kreupelgewas en kleine oliebomen; er
is weinig zoet water en wat er nog is kan alleen wor
den verzameld in speciaal gegraven gaten; er zijn ook
geen kapen of inhammen met uitzondering van enkele
baaien, die echter niet tagen winden vanuit zee beschut
zijn; (de kust) strekt zieh in hoofdzaak noordoost-zuid-
west uit en heeft over de gehele lengte een modderige
en zandige bodem, met vele rivieren met zouthoudend
water, die uit het binnenland komen in het alge
meen zijn de mensen er barbaren en allen zeer gelijk
in bouw en gelaatstrekken, pikzwart en geheel naakt,
met een geknoopt net op hun hoofd en nek waarin ze
hun voedsel bewaren; datgene waarvan ze voomame-
lijk leven is (voor zover wij hebben kunnen zien) een
bepaald soort wortels, die ze uit de aarde opgraven.
ze hebben geen enkele kennis van goud, zilver, tin,
ijzer, lood en koper; zelfs muskaatnoten, kruidnage-
len en pepers, die wij hun tijdens de reis verscheidene
malen hebben laten zien, maakten geen enkele indruk
op hen (20).
Een kort verslag van deze expeditie van 1623 verscheen
twee jaar later in Nicolaes van Wassenaer's Historisch
verhaal, de vroegste gedrukte beschrijving van Aus-
traliö (21).
Het is van belang op te merken dat de ontdekkingen
met de Pera kartografisch zeer spoedig hun neerslag
vonden in Nederlandse commerciele kaarten, terwijl
voorzover mij bekend de ontdekkingen van de Amhem
op geen enkele kaart voorkomen.
Tot aan Tasman's tweede reis in 1644 werden de door
de Amhem gedane ontdekkingen door de kaartmakers
gei'gnoreerd, en het was slechts door Tasman dat het
gebied rondom de Golf van Carpentaria kartografisch
werd vastgelegd in een vorm die het gedurende de
volgende 150 jaar zonder verandering zou behouden.
De eerste gedrukte weergave van de Nederlandse ont
dekkingen op de oostkust van de Golf van Carpentaria
is te vinden op de wereldkaart van Comelis Dankerts
en Melchior Tavemier (1628) (22), de wereldkaart van
Henricus Hondius (1630) (23) en de kaart van Oost-
Indie van Willem Jansz. Blaeu (1635) (24).
Een betrekkelijk onsuccesvolle expeditie met de Cleen
Amsterdam en de Wesel, onder commando van Gerrit
Thomasz. Pool in 1636 sloot de pre-Tasman periode
der ontdekkingsreizen af (25).
Het beeld dat men in Nederland van het nieuw ontdekte
KT 1984. X. 3
15