heit Friesland', een atlas met kaarten der 30 Friese
grietenijen, getekend door Bernardus Schotanus
Sterringa (1970, De Tille/T. O. T. inleiding door
J. J. Kalma).
De Topografische Dienst leverde een aanzienlijke bij -
drage tot de produktie van facsimilö-kaarten door in
1973 een volledige facsimild-editie in 62 bladen te
produceren van de 'Topografische en Militaire Kaart
van het Koningrijk der Nederlanden' op 1:50. 000
(1850-1864); deze werd in 1979 gevolgd door de publi-
catie van de voorloper van deze kaart, de 'Choro-
topografische Kaart van de Noordelijke Provincien van
het Koningrijk der Nederlanden' van C. R. T. Krayen-
hoff, in 9 bladen op 1:115. 200 (1809-1823).
Een fraai voorbeeld van facsimild-druk vormt de
'Kaart van de Natuurkunde en de Volksvlijt van Neder-
land' door W. C. H. Staring in 15 bladen op 1:200. 000,
gepubliceerd door de drukkersfirma Smulders als een
jubileumuitgave. Een eveneens mooie facsimilb van
de kaart van Noordholland van Joost Jansz. Beeld-
snijder (1575) werd in 1971 gepubliceerd door de
drukkersfirma Senefelder.
Grote activiteit werd en wordt aan de dag gelegd bij
de publicatie van facsimilö's van historische stads-
plattegronden. In 1965 publiceerde Theatrum Orbis
Terrarum een facsimild-editie van Braun-Hogenberg's
'Civitates Orbis Terrarum' (1572-1618) met een inlei
ding van R. A. Skelton. In 1966 werd een deel van
Blaeu's beroemde 'Stedeboek' gepubliceerd door
Elsevier/Sequoia, met een inleiding van B. van 't Hoff,
en in 1980 verscheen een facsimilö van De Witt's
Stedenboek bij W. van Hoeve. Een curieuze uitgave is
ook die van de Amsterdamse Burgerwijkkaarten, met
een inleiding door W. Hofman (Van Hoeve, 1981).
In 1978 publiceerde Canaletto het eerste deel (Amster
dam, met een inleiding van W. Hofman) van een ambi-
tieuze reeks publicaties, waarvan het de bedoeling is
dat zij de belangrijkste historische plattegronden van
alle Nederlandse Steden zal omvatten. Bij voltooiing
zal deze reeks 20 tot 22 delen omvatten. In 1984 en
1985 zullen de delen Groningen, Rotterdam en de Ste
den van Zeeland volgen.
Het complete kartografische oeuvre van de Amster
damse kaartmaker en graveur Pieter Bast, beroemd
om zijn stadsplattegronden, verscheen in facsimild als
begeleiding van een monografie van George Keyes
(Canaletto, 1981).
Gedurende de verslagperiode publiceerden verscheide-
ne stadsbesturen en particuliere lichamen facsimild's
van historische stadsplattegronden. Ze hier alle te
noemen zou geheel onmogelijk zijn, twee mögen hier
als voorbeeld gelden: de fraaie reproduktie in kleuren
van Cornelis Anthonisz. vogelvlucht kaart van Amster
dam uit 1536, op hout geschilderd, en de fraaie platte-
grond van Utrecht, gepubliceerd in 1858 door N. van
der Monde (1983, met een inleiding door M. Donker-
sloot-de Vrij).
De uitgeverij Theatrum Orbis Terrarum (N. Israel)
ontplooide een grote activiteit bij het publiceren van
facsimild's van wetenschappelijk belangrijke oude
atlassen. Afzonderlijk dienen te worden genoemd de
twee grootste publicaties van dit type door deze firma,
nl. de facsimild-editie van Blaeu's 'Le Grand Atlas'
(1663) in 12 delen (1970), en Van Keulen's 'Nieuwe
Grote Lichtende Zee-Fakkel' (1729) in 6 delen, beide
met inleidingen door prof. Koeman. Behalve deze
grote uitgaven publiceerde T. O. T. in de periode
1964-1970 ca. 36 facsimilö-atlassen, waaronder 6
verschillende edities van Ptolemaeus' 'Cosmographia'
Ortelius' 'Theatrum Orbis Terrarum' (1570), en zijn
'Theatre of the Whole World' (1606), en tevens atlas
sen en daarmee verwante geografische werken van
befaamde auteurs als Berlinghieri, Sanuto, Bordone,
Bartolomeo dalli Sonetti, Magini, Coronelli en Sebas
tian Münster's 'Cosmographia' (1550); voorts atlassen
van Van den Keere, Speed, De Jode, Ogilby, Lazius
en Bougereau.
Ook publiceerde T. O. T. facsimild's van zee-atlassen:
Waghenaer's 'Spieghel der Zeevaerdt' (1584), zijn
Mariner's Mirrour' (1588) en zijn 'Thresoor der
Zeevaert' (1592), Barentsz's 'Caertboeck der Middel-
lantse Zee' (1595), Blaeu's 'Light of Navigation' (1612),
'The Sea Beacon' (1643), Roggeveen/Goos' 'Burning
fen' (2 vols. 1675, 1687), Seller/Price 'The English
Pilot' (V) (1701) en Thornton's 'English Pilot' (III)
(1703). AI deze atlassen werden begeleid door uitvoe-
rige karto-bibliografische inleidingen door autoritei-
ten op het gebied als R. A. Skelton, C. Koeman,
R. Oehme, R. Bernleithner enz.
Een belangrijke prestatie vormde de publicatie, door
Uniboek in 1982, van een faesimilö-editie in kleuren
van de beroemde 'Vingboons Atlas' van ca. 1660,
waarvan het origineel in het Algemeen Rijksarchief
berust, en die bestaat uit kaarten en gezichten uit de
vroeger geheime kaartencollectie van de Verenigde
Oost-Indische Compagnie. De inleiding schreef J. van
Bracht.
De sterk toegenomen belangstelling in bredere kring
voor de esthetisch aantrekkelijke oude kaart Steide,
zoals opgemerkt, uitgevers in Staat om verzamelwer-
ken te publiceren waarin fraai oud kaartmateriaal op
technisch voortreffelijke wijze in kleuren wordt gepre-
senteerd. De keuze van de kaarten wordt daarbij min
der door strikt wetenschappelijke dan door esthetische
overwegingen ingegeven, de toelichtingen zijn toege-
sneden op de belangstelling van een breder geinteres-
seerd publiek. Zo versehenen reeds verzamelwerken
over de kartografie van Viaanderen (1982), Brabant
(1982) en Zeeland (1983) (Lannoo, Tielt/Bussum) en
Holland (Becht, 1984), en voorts de banden 'Hoogte-
punten uit de wereld der cartografie' (tekst van T.
Campbell, 1981), 'Oude scheepskaarten en hun ma-
kers' (tekst R. Putman, 1983) (beide bij Becht).
Een soortgelijk werk over hemelkaarten is in voorbe-
reiding.
KT 1984. X. 3
25