De situatie in het hoogwatergebied, bestaande uit de onderwaterbodem, Strand of voorland, duin of dijk, wordt zo volledig mogelijk getekend, met daarbij speciale aandacht voor alle 'natte' zaken. In het over- gangsgebied (tot 200 m voorbij de hoogwaterkering) worden in verband met kustbeheer minder belangrijke zaken weggelaten. In het randgebied wordt zelfs geen bebouwing meer getekend. In dit gebied zal men op de kaart alleen nog inlaag- en binnendijken, wegen, slo- ten en greppels aantreffen. Op de meest recente kust- kaarten wordt het randgebied helemaal niet meer aan- gegeven, indien de kustbeherende dienst niet uitdruk- kelijk om dat gebied vraagt. Herziening. Wat de herziening van de kustkaart betreft worden op dit moment de volgende uitgangspunten gehanteerd: a. de hoogtegegevens op de kustkaart zijn na 3 tot 6 jaar (gemiddeld 5 jaar) verouderd; b. de topografische gegevens op de kustkaart zijn na 6 tot 20 jaar (gemiddeld 15 jaar) verouderd. Het is daarom niet zinvol om de gehele kustkaart te herzien als alleen de hoogtegegevens verouderd zijn. De kustkaart wordt daarom op dit moment samenge- steld uit twee grondbladen, ddn met alleen hoogtege gevens en öön met alleen topografie. Per jaar moet 1/15 deel van de kust worden herzien, zowel wat hoogtelijnen als topografie betreft, en 2/15 deel van de duinenkust voor wat de hoogtelijnen be treft. De gehele kust is op die manier voor wat de hoogtevoorstelling aangaat in 5 jaar herzien. Het eindprodukt, de kustkaart, wordt aan de kustbe herende dienst geleverd als maatvaste positieve film- calque, die ontstaat door de twee eerder genoemde basiskaarten reprografisch te combineren. Jaarlijkse kustbewaking middels profielmetingen; kustbewaking op längere te rm i j n Hoogtelijnenkaarten van duingebieden kunnen, zelfs bij een regelmatige cyclus voor revisie, niet steeds up- to-date zijn. Samen met de meer vaste hoogtegege vens van de kust, welke in de kustkaarten zijn vast- gelegd, geven profielmetingen en lodingen vaak uit- komst. Reeds vanaf 1840 meet men längs de gehele Neder- landse kust profielen, eerst om de kilometer, later, in verband met de gewenste informatie, om de 200 250 meter. In het verlengde van de profielen werden tevens lodingen verricht. Op grond van ervaringen, evaluaties en daardoor be- paalde saneringen is de huidige situatie zodanig dat er gesproken kan worden van een 'ideaal raaienstelsel'. Dit betekent in grote lijnen de aanwezigheid längs de gehele Nederlandse kust van de zogenaamde 'Hoofd- raai', waarin om de 200 meter palen zijn aangebracht. Deze hoofdraai bestaat uit rechte delen ter lengte van veelvouden van 200 m. Haaks op de hoofdraai, ter plaatse van de palen om de 200 meter, bevinden zieh dwarsprofielen (raaien), waarin terweerszijden van de hoofdraai een of twee palen voorkomen (meestal echter twee per raai, dus per dwarsprofiel). Op speciale situaties, zoals raailigging in verband met hoeken in de hoofdraai en op eilanden, wordt hier niet nader ingegaan. Bij storing van een paal volgt herplaatsing volgens de ideale opzet. Vanaf omstreeks 1967 wordt de gehele kust elk jaar fotogrammetrisch gemeten, waarna de numerische profielcoördinaten in een databank worden opgeslagen. De programma's voor de opbouw van een bestand waar gebruikers uit kunnen putten zijn: 1. Raaiadministratie: het vastleggen van het meet- stelsel ten behoeve van de kontrole van de meet- gegevens en als rekengrondslag voor verwerkings- programma's. 2. Verzamelstaten: het invoeren en kontroleren van gegevens verkregen uit al dan niet geautomatiseer- de hoogte- en dieptemetingen. 3. Raaistaten: het kontroleren van meetgegevens door middel van een lijst met hoogte- of dieptecijfers van raaien van tien aaneengesloten jaren, met het verschil tussen de laatste twee jaren, het gemid- delde en de standaardafwijking van deze verschil- len. 4. Verzamelstaten muteren: het korrigeren van ge- konstateerde fouten in de met (2) aangemaakte be standen hoogte- en dieptecijfers. 5. Raaimaken: het opbouwen van een compleet profiel uit de met (4) of (2) verkregen hoogte- en diepte cijfers van dezelfde raai ten behoeve van verdere bewerkingen. 6. Bestand: direkt gekoppeld aan (5)het op efficiSnte wijze opbouwen van een eenvoudig toegankelijk be stand van de resultaten van (5). De volgende programma's die bewerkingen op de opge slagen gegevens kunnen uitvoeren om een bepaald resultaat te leveren kunnen in principe door elke be- langhebbende gebruikt worden: - Tekenen, resultaat: een tekening van het profiel; - Kubering, resultaat: een lijst met inhoudsbereke- ningen per 10 m van een of meerdere raaien ten opzichte van N. A. P. voor een bepaald jaar; - Verschilkuberen, resultaat: een lijst met bereken- de inhoudsverschillen per 10 m voor twee of meer jaren voor 66n of meerdere raaien; - Duinafslag, resultaat: een tekening van de ligging van het afslagprofiel na een storm ten opzichte van het oorspronkelijke of een gesuppleerd profiel, met enkele berekende karakteristieke waarden; 10-jaarlijkse gemiddelden, resultaat: een lijst voor ödn of meerdere raaien, de Over 10 jaar ge- middelde ligging van duinvoet, hoog- en laagwater en maximaal 50 op te geven andere nivo's; KT 1984.X. 3 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 31