Geologische kartering Noordzee
R.T.E. Schüttenhelm
In 1968 startte men bij de Rijks Geologische Dienst
met een verkennend onderzoeksprogramma bedoeld
om te voorzien in de verwachte behoefte aan ondiep-
geologische informatie over de Noordzee. Voor die
tijd was de enige voor het verzamelen van gegevens
beschikbare en af en toe gebruikte methode nog geba-
seerd op vrij eenvoudige handbediende apparatuur
voor het nemen van monsters van de zeebodem die
gebruikt werden voor eenvoudige kaarten van de
bodemgesteldheid van de Noordzee.
Vanaf de zestiger jaren bleek met name ten behoeve
van de opsporing en winning van olie en aardgas op de
Noordzee, en van de aanleg van vaargeulen voor gro-
tere olietankers informatie over de ondergrond van
de Noordzeebodem nodig te zijn, bijvoorbeeld voor de
plaatsing van booreilanden en voor te verrichten
baggerwerkzaamheden. Deze in aantal en verscheiden-
heid toenemende werkzaamheden op de Noordzee ver-
sterkten de behoefte aan globale geologische gegevens,
zoals die nu op overzichtskaarten gepresenteerd
worden.
De technische ontwikkelingen hebben er, samen met
de bovengenoemde vraag naar meer informatie, toe
geleid dat sedertdien verbeterde en dieper reikende
bemonsteringsmethoden en geofysische technieken
worden toegepast. Er wordt nu velerlei informatie op
de kaarten van de Noordzeebodem en de ondergrond
daarvan weergegeven, terwijl er bovendien andere
kaarttypen, zoals afgedekte kaarten, dikte-, diepte-
en niveaukaarten en diverse andere single-value
kaarten uit het onderzoeksprogramma voortvloeien.
Een meer gedetailleerd systematisch karteringspro-
gramma voor de ondergrond van de Nederlandse
Noordzee werd om dezelfde reden evenzeer nodig ge-
acht. Dit karteerprogramma is thans in voorberei-
ding.
Oudere geologische kaarten van de
Noordzee
Het Nederlandse deel van het continentale plat wordt
sedert 1968 systematisch verkend. Dit werk wordt uit-
gevoerd in nauwe samenwerking met de Directie
Noordzee van Rijkswaterstaat.
In 1969 en 1971 werden, gebaseerd op de eerste resul-
taten, twee kleinschalige kaarten (schaal ca.
1:1. 500. 000) van respectievelijk het zuidelijk en noor-
delijk deel van het Nederlandse continentale plat uit-
gebracht. Hierbij werd gebruik gemaakt van met de
vibrocorer tot een diepte van 3-4 m genomen,
monsters, en van ondiep-geofysische opnamen. Het
doel van deze kleinschalige kaarten was het weerge-
ven van de geologische eenheden onder de bovenste
zandlaag, destijds bekend als hetjonge zeezand. De
gebruikte stratigrafische eenheden waren vrijwel de
zelfde als die welke op het land worden gekarteerd.
Schüttenhelm bracht in 1978 een kaart uit, op schaal
1:500. 000 met de lithologie van de bovenste 50 cm van
de zeebodem. Deze kaart was op 3000 oppervlakte
monsters gebaseerd.
De geologische overzichtskaart van de
Noordzee van de 1:250.000 serie
Naarmate de geologische verkenning van de Neder
landse Noordzee verdere voortgang maakte en naarma
te de sterk toegenomen offshore activiteiten zowel
zorgden voor meer bodemgegevens als ook voor meer
vraag naar gegevens, Steeg de behoefte om de van
verschillende zijden beschikbaar körnende geologische
informatie samengevat op kaarten toegankelijk te ma-
ken.
Hierbij werd besloten een schaal (1:250. 000) en kaart-
projektie (UTM) te gebruiken die gelijk zijn aan wat in
de Britse en Noorse Noordzee gebruikelijk is. Het is
de bedoeling globale informatie te presenteren over
de ondergrond van de Noordzee die veel later door
meer gedetailleerde kaarten, de 1:100.000 serie,
vervangen zal kunnen worden.
Alhoewel het de bedoeling was de 1:250. 000 kaarten te
baseren op bestaande informatie, bleek al spoedig dat
hiervoor toch een beperkt opnameprogramma nodig
zou zijn. Voorzover niet reeds aanwezig worden in elk
blok van 18 bij 22 km 10 grijpmonsters (grab samples)
van de bovenste 20 cm genomen, 5 boringen met de
vibrocorer en 5 met de geodoff (een airlift-boorsysteem)
tot respektievelijk 5 en 10 meter, en wordt geofysisch
onderzoek gedaan met hoog oplossend vermögen
(boomer and sparker).
Er wordt nu sinds enkele jaren gewerkt aan de publi-
katie van deze kaartenserie op schaal 1:250. 000, die
zal verschijnen in elf bladen, waarvan de meeste ook
delen van de niet-Nederlandse Noordzee zullen omvat-
ten.
Tezamen met de Britse Geologische Dienst zullen een
aantal grensoverschrijdende bladen gemeenschappelijk
vervaardigd en uitgegeven worden. In 1984 zijn het
eerste drietal kaarten van het blad Flemish Bight ver
sehenen, terwijl nu gewerkt wordt aan de kaarten van
het blad Indefatigable. De Britse en Nederlandse in-
stellingen hebben overeenstemming bereikt over ge-
meenschappelijke chronostratigrafische en lithostrati-
grafische eenheden en de wijze van weergave.
Het blad Flemish Bight zal als drie afzonderlijke
kaarten worden gepubliceerd: öön met de lithologie
van afzettingen uit het Holoceen, dön met de formaties
KT 1984.X. 3
31