te Haai Figuur 2. Fragment van de Topografische kaart 1:50. 000, blad 39 Oost (uitgave 1958). Figuur 2 toont echter duidelijk aan, dat deze basis voor ons doel niet goed bruikbaar is. Er is te veel topografisch detail, dat störend werkt op de bodem- kundige voorstelling, zelfs al zou deze topografie in lichtgrijze tint worden gedrukt. Er bleven slechts twee mogelijkheden over: ofwel een geheel nieuwe, vereenvoudigde basis tekenen of de bestaande Topografische Kaart 1:50. 000 vereenvoudi- gen. De tweede oplossing is gekozen. De Topografi sche Dienst is zo welwillend geweest het materiaal voor de vereenvoudiging beschikbaar te stellen en toe- stemming te geven deze uit te voeren. Globaal genomen bevat de Topografische Kaart 1:50. 000 de volgende voor ons doel störende elemen- ten: a. te veel wegen, vooral tertiaire en onverharde; b. te veel namen; c. te veel sloten en andere kavelscheidingen; d. Symbolen voor bossen, bomen, heggen, windmo- lens, bakens, duikers, kaden, hoogtecijfers en andere Signaturen; e. Symbolen voor verspreide bebouwing, kippenhok- ken, kassen en dergelijke. Voor alles evenwel diende bij vereenvoudiging van de kaart het karakter van het landschapsbeeld behouden te blijven. Het hoofdpatroon van de topografie blijft gehandhaafd (figuur 3). Voor de herziene uitgave, waarvan nu enkele bladen zijn versehenen, is, om tijdsbesparing op te leveren, afgezien van de vereen voudiging van de topografie terwijl de grijze tint lichter van kleur is gedrukt. De thematische informatie. De legenda van de Nederlandse bodemkaart is geba- seerd op een Nederlands classificatiesysteem welke in dezelfde periode is ontwikkeld als het Amerikaanse classificatiesysteem. Beide Systemen hebben elkaar beihvloed. De classificatie heeft als basis gediend Figuur 3. Hetzelfde fragment maar nu vereenvoudigd voor de bodemkaart. voor een indeling in twaalf hoofdklassen die verder gedifferentieerd wordt tot 260 enkelvoudige eenheden. De eenheden kunnen ook in kombinatie (associaties) voorkomen. Bovendien worden 25 verschillende toevoe- gingen onderscheiden. Deze worden door kleuren, Sig naturen en Symbolen op de kaart afgebeeld. In de naast de kaart afgebeelde legenda worden de op de kaart voorkomende eenheden verklaard. De kaart bevat ook uitvoerige informatie over de actuele grondwaterbewe- gingen. Daartoe zijn zeven klassen van gemiddeld hoogste en gemiddeld laagste grondwaterstanden onderscheiden. Op het bij dit tijdschrift gevoegde gekleurde fragment is te zien, dat de bodemeenheden omgrensd zijn met een getrokken bruine lijn. De grens tussen twee grond- watertrappen wordt gevormd door een ononderbroken blauwe lijn, die alleen daar is weergegeven waar deze niet samenvalt met de bodemgrenzen. Dit is gebeurd om het kaartbeeld zo rüstig mogelijk te houden. Van- wege het groot aantal eenheden is lezen uitsluitend door middel van kleurherkenning niet mogelijk. Daarom is elk vlak voorzien van een symbool. Omdat sommige vlakken zeer klein zijn, is voor een hoge smalle letter gekozen, namelijk de Univers Light Con densed, met een corpsgrootte van 11 punt, die ver- kleind wordt tot 60%. Incidenteel zijn nog kleinere Symbolen geplaatst. De in zwart gedrukte Symbolen hebben betrekking op de bodemeenheid, terwijl het daaronder in blauw gedrukte symbool de grondwater- trap aangeeft. Bij het plaatsen van de Symbolen tracht men de topo grafische gegevens zo min mogelijk te bedekken. Alhoewel het theoretisch en praktisch mogelijk is 300 400 kleuren en meer te drukken in drie drukgangen, kan ons oog de dan ontstane kleumuances moeilijk onderscheiden. Bovendien komen nog kleurverschui- vingen voor in de drukgang, die van blad tot blad kun nen verschillen. Het was zeer wenselijk niet aan alle 36 KT 1984. X. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 38