Naar een nieuwe nationale atlas N.J. Bakker In 1984 zijn de eerste delen van de tweede uitgave van de Atlas van Nederland versehenen. Deze nieuwe nationale atlas draagt een geheel ander karakter dan zijn voorganger. De 98 kaarten uit deze tussen 1963 en 1977 versehe nen losbladige atlas waren sterk beschrijvend en inventariserend van aard. In de nieuwe atlas staan de menselijke activiteiten centraal. Hun wonen, werken, verzorgen en recreeren en de wijze waarop dit zijn neerslag vindt in het landschap, worden uitgebreid in kaart gebracht. De aandacht is daar- bij sterk gericht op de maatschappelijke Problemen en ontwikkelingen zoals demografische veranderingen, milieuverontreiniging, strijd tegen en öm het water, exploitatie van grondstoffen, werkloosheid en de belangen- afweging in de ruimtelijke ordening. Deze aspecten van de samenleving binnen het Nederlandse grondgebied worden kartografisch in beeld gebracht in 20 atlasdelen, waarbij elk deel een bepaald thema als afgerond geheel behandeld. De 20 delen zijn onderling op elkaar afgestemd en vormen een samenhangend geheel. Waarom een nieuwe atlas? Hoewel de eerste uitgave van de atlas een uitstekend overzicht geeft van alle geografische verschijnselen in Nederland (zoals een nationale atlas dat behoort te doen) is in de discussie Over een volgende uitgave ge- bleken dat een andere aanpak wenselijk was. In dit kader is het van belang even terug te blikken op de eerste Atlas van Nederland. Deze verscheen in de periode 1963 tot 1977 en telde 98 losse kaartbladen, verdeeld over 17 hoofdstukken. Tussen 1978 en 1981 verscheen het Supplement op de Atlas van Nederland, bestaande uit een 16-tal kaarten, welke nieuwe en aanvullende gegevens verschaften Over een aantal onderwerpen. Ieder hoofdstuk behandelde een bepaald thema en ken- de een sterk wisselend aantal (van 1 tot 15) kaarten. Per jaar versehenen gemiddeld 7 kaartbladen welke thuishoorden in diverse hoofdstukken. De hoofdschaal bedroeg 1:600. 000. De kaartbladen werden verzameld in een (zware) band met de afmetingen 59x40x10 cm waardoor de atlas moeilijk hanteerbaar was. De op- lage bedroeg ca. 8000 exemplaren, een respectabel aantal voor een klein land als Nederland. Toch heeft de redactie gemeend een andere weg te moeten inslaan. De gewijzigde aanpak komt in de volgende punten tot uitdrukking: Gericht op een ruimer publiek Er wordt op een ruimer publiek gemikt dan voorheen. Is de aanschaf van een nationale atlas vaak een zaak van een beperkte groep hoger opgeleiden, geografen, kartografen en deskundigen op een bepaald deelgebied, de nieuwe atlas moet de interesse wekken van meer personen. Dit kunnen zijn, naast genoemde specialis- ten, Studenten en docenten bij het middelbaar onderwijs en hoger beroeps-onderwijs, de onderbouw van de universitaire opleidingen, en voorts personen met een middelbaar of hoger opleidingsniveau die, uit algemene interesse, belangstelling hebben voor een kartografisch overzicht van hun woongebied. Twintig losse delen De wijze waarop de atlas gepresenteerd wordt wijkt sterk af van zijn voorganger. Hij is opgebouwd uit twintig losse delen, welke worden verzameld in een cassette. De losse delen met ieder 24 pagina's op een formaat van 36x30,6 cm, behandelen ieder een afge rond thema en zijn als zelfstandig atlasdeel bruikbaar en verkrijgbaar. De twintig delen zijn gegroepeerd rond vijf hoofdthema's waarbinnen een nauwere samen hang aanwezig is. De twintig delen te samen geven een totaaloverzicht van de activiteiten van de Nederlandse bevolking en het grondgebied waarop zieh dit afspeelt. De twintig delen zullen verschijnen tussen 1984 en 1987, steeds twee delen te samen, met een frequentie van vier of zes delen per jaar. P r ob 1 e em ge r i ch te benadering De atlasthema's worden vanuit hun probleemgericht- heid benaderd. De nadruk ligt niet op inventarisatie maar op ontwikkelingen in de maatschappij en de Pro blemen die daarmee samenhangen. De regionale spreiding en het zieh wijzigend patroon in de loop der tijd, staan centraal. Dit resulteert in veel gevallen in kaartseries waarbij een bepaald ver- schijnsel in verschillende perioden wordt weergegeven, waarmee te verwachten ontwikkelingen in de toekomst worden opgespoord. Voorts worden de regionale pa- tronen van diverse aspecten van een thema vergeleken teneinde een regiotypering te onderkennen (bijvoor- beeld een demografische typering). De meer fysische thema's worden sterk op de maat schappelijke belangen toegespitst. Als voorbeeld kan genoemd worden de behandeling van de geologische ontstaansgeschiedenis van Nederland, waarbij voor elke geologische periode wordt ingegaan op het (eco- nomisch) belang van de delfstoffen uit die periode. Integratie van tekst en beeld De probleemgerichte benadering vereist een integratie van beeld en tekst. De atlas wordt niet een serie losse kaarten met een toelichting, maar een beeldverhaal van kaarten, grafieken, diagrammen en foto's verbon- KT 1984. X. 3 39

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 41