den door een doorlopende tekst per deel. Naast deze
hoofdtekst is er plaats ingeruimd voor körte toelich-
tingen bij de kaarten en de andere afbeeldingen.
De delen worden afgesloten met een begrippenlijst,
waarin de op het onderwerp betrekking hebbende be-
grippen worden gedefinieerd of omsehreven. Ook is
er plaats voor een selectie van tijdschriften en hand-
boeken, waarmee de geihteresseerde lezer zieh ver-
der in het onderwerp kan verdiepen. Hiermee wordt
de bruikbaarheid voor het onderwijs sterk vergroot.
De twintig thema's
In de twintig delen van de atlas worden vijf hoofdthe-
ma's in kaart gebracht.
Bevolking, Steden en dorpen
Het eerste hoofdthema gaat Over bevolking, Steden en
dorpen. De groei en verspreiding van de Nederlandse
bevolking tussen 1795 en 1982 wordt in kaarten en
grafieken uitgebeeld. Natuurlijke groei en migratie
zijn beide ingrijpend gewijzigd. Het veranderende
waarden- en normenpatroon van de bevolking komt
tot uitdrukking in dalende huwelijksvruchtbaarheid en
toenemend aantal buitenechtelijke geboorten en echt-
scheidingen. De buitenlandse migratie (emigratie in
de jaren vijftig en immigratie in de jaren zeventig)
heeft een Stempel gedrukt op de huidige bevolkings-
samenstelling. De regionale differentiatie wordt in
beeld gebracht en met een kaart Over de bevolkings-
prognose voor 1990 wordt deel 1 BEVOLKING afge
sloten.
Deel 2 BEWONINGSGESCHIEDENIS volgt vanaf de
prehistorie de ingebruikneming van Nederland als
woongebied. De bewoning in de Romeinse Tijd en in
de Middeleeuwen wordt getoond in kaarten die tevens
de strijd tegen het water in beeld brengen, welke zo
typerend is voor het läge deel van Nederland. De snel-
le groei van de Steden in de Gouden Eeuw en de uit-
bouw van de waterwegen en later van de landwegen en
de spoorwegen in het industrialisatietijdperk krijgen
in diverse kaarten ruimschoots aandacht.
Deel 3 STEDEN toont zowel de onderlinge als de in
terne verscheidenheid van de Steden voor wat betreft
de bevolking, stedelijke funeties en het aanbod van
voorzieningen.
Hetzelfde wordt voor het landelijke gebied in kaart
gebracht in deel 4 DORPEN. Voorts wordt ingegaan
op de mate van verstedelijking, de industrialisatie en
speeifieke leefbaarheidsproblemen die op het platte-
land een rol speien.
Hoe leven de Nederlanders
In het tweede hoofdthema Staat de mens in zijn of haar
woonomgeving met de daar aanwezige voorzieningen
centraal, en voorts de tljdsbesteding van de mens in
arbeid en vrije tijd.
De regionale verschillen in woningnood, woningtype,
ouderdom van het woningbestand, woningprijzen en de
invloed van de overheid hierop, komen in deel 5
WONEN aan de orde. De wensen van de bewoners
worden tot uitdrukking gebracht in kaarten betreffende
woonvoorkeuren.
In deel 6 VOORZIENINGEN krijgen de regionale ver
schillen in voorzieningen, zoals ziekenhuizen, Scholen,
Winkels en culturele instellingen ruime aandacht.
De vrije-tijdsbesteding van de Nederlanders wordt
besproken in deel 7 RECREATIE. Land-, oever- en
waterrecreatie zijn enkele aspecten die in kaart wor
den gebracht. Hoe de overheid probeert sturend op te
treden door in waardevolle (natuur)gebieden de recre-
anten te weren en op andere plaatsen de recreatie te
stimuleren door het aanbrengen van voorzieningen,
krijgt evenzeer aandacht.
Werken of werkloos zijn, in welke sectoren is er (nog)
werk en hoe is het regionale beeld: dit zijn de Proble
men die in deel 8 WERKEN worden belicht.
Bedrij fsleven aan de poort van Europa
In vier delen worden de economische activiteiten van
de Nederlandse mens naar hun regionale spreiding in
beeld gebracht, te samen met de infrastruetuur die
daarvoor is opgebouwd.
Deel 9 BEDRIJVEN geeft een overzicht van de regio
nale patronen in de afzonderlijke bedrijfsklassen. In
de tekst wordt ingegaan op de factoren die een rol
speien bij de locatiekeuze van bedrijven. De gebieden
waarin van bijzondere overheidssteun sprake is wor
den ook aangegeven.
Nederland is een belangrijk exportland van agrarische
Produkten. De Europese Gemeenschap speelt een be-
langrijke rol. In deel 10 LANDBOUW wordt onder
meer de Europese landbouwpolitiek aan de orde ge-
steld. De fysische omstandigheden (bodem, waterhuis-
houding e. d.zijn eveneens van belang. De bedrijfs-
en produktie-struetuur worden met kaarten uitvoerig
toegelicht.
In deel 11 POORT VAN EUROPA staat de wereldhaven
Rotterdam centraal. De kaarten tonen de herkomst en
bestemming van de vele goederen die de haven passe
ren. Van meer dan nationale betekenis is de luchthaven
Schiphol, die eveneens in dit deel wordt besproken.
Naast spoorwegen, waterwegen en autowegen vormen
ook hoogspanningsleidingen, buisleidingen en tele-
communicatieverbindingen de inhoud van deel 12
INFRASTRUCTUUR.
Natuurlijke omgeving
De volgende vijf delen zijn gewijd aan de natuurlijke
omgeving waarin de Nederlanders wonen, werken en
recreeren.
In deel 13 GEOLOGIE ligt de nadruk op de delfstoffen
die door de mens geexploiteerd worden. Het ontstaan
van deze delfstoffen wordt .in beeld gebracht met be-
hulp van een serie paleostratigrafische kaarten van
het Nederlandse grondgebied. De geologische kaart
besluit deze serie. Met een geomorfologische kaart
wordt de verbinding gelegd naar het deel 14 BODEM.
De zeer verschillende landschappen die zijn ontstaan
hebben geresulteerd in een grote variatie aan bodem-
soorten. Ook de mens speelt een rol als bodemvormen-
de factor. Een heel deel is gewijd aan het onderwerp
WATER (15). Eeuwenlang was de strijd tegen het
water een kwestie van leven of dood. De waterschap-
pen zijn dan ook de oudste vorm van openbaar bestuur
in Nederland. Nu is er de strijd öm het (schone) wa
ter. Industrie, landbouw en huishoudens vragen om
steeds meer w ater van goede kwaliteit.
Een zeer gevarieerd aanbod aan landschapstypen op
een klein oppervlak, als Nederland heeft, is deels
ontstaan door de variatie in natuurlijke gesteldheid.
Echter eeuwenlange bewoning en uitoefening van land-
40
KT 1984. X. 3